Boekrecensie -

‘Het is allemaal de schuld van de Chinezen’

Tine Hens is de laatste tijd regelmatig journaliste bij Knack, waar ze televisiecommentaar geeft, maar vooral ook een reeks interviews brengt rond klimaat en milieu. Ze ontmoet wetenschappers en soms ook beleidsmensen, en bericht aan toch een belangrijk segment van de geschoolde mensen in Vlaanderen over de stand van zaken. Dit boek brengt een overzicht van een reeks thema’s en gegevens zodat een meer algemeen beeld verschijnt.

vrijdag 28 mei 2021 22:39
Spread the love

 

Het boek neemt als invalshoek om de eigenlijk wel bekende of kenbare feiten op te voeren naargelang een van de bekende ontkenningsargumenten dat vereist. Daardoor wordt het een poging om een tientaal veelvoorkomende drogredenen, manieren om de realiteit niet te moeten zien of te sussen, onderuit te halen. Dat doet ze niet door te fulmineren of een ideologische vechtpartij te organiseren, maar wel door feiten op te lijsten. Voor elk van de tien lijnen van ontkenning van het klimaatprobleem laat ze verantwoordelijke, ernstige en vaak ook moedige onderzoekers aan het woord. Die leven en werken overal in de wereld, maar uiteraard ook hier in de Lage Landen.

De stijl die Hens gebruikt is gevarieerd: ze verhaalt over haar persoonlijke zoektocht, zelfs over haar eigen voordrachten waar ze vaak een schare van ontkenners moet confronteren. Tegelijk interviewt ze competente wetenschappers rond elk van de aangesneden  thema’s, wat vaak technische en gesofisticeerde kennisdomeinen in zicht brengt. De journaliste zorgt er steeds voor dat de relevante argumenten op een begrijpelijke en vaak ook aantrekkelijke manier voor de lezer worden vertaald. Dat is knap werk. Het is een vorm van vulgarisering met engagement, die ik veel te weinig terugvind in de pers of in de essays van grote uitgeverijen.

Uit het geheel van tien onderuitgehaalde ‘dooddoeners’ uit de ondertitel verschijnt niettemin een alarmerend beeld. Er zijn natuurlijk de grootverdieners (in de eerste plaats de grote firma’s die miljarden verdienen aan de fossiele brandstoffen). Hun eigenbelang is al enkele eeuwen beschermd door wetgevingen en juridische systemen (o.a. patentrecht: denk aan de commotie rond het opheffen van patentrechten om een paar miljard mensen in arme landen echt te kunnen beschermen tegen COVID-19: het zal waarschijnlijk niet gebeuren). Het volstaat de recente studie van Piketty (2019: Capital et idéologie) te lezen om te weten hoe sinds een paar eeuwen eerst privébezit juridisch en politiek institutioneel beschermd werd en dan de bevolking.

Wanneer nu de mensheid als geheel – en de andere soorten natuurlijk ook – bedreigd wordt in zijn voortbestaan, dan zal elke weldenkende lezer onmiddellijk verwachten dat dat eigenbelang hier niet meer zal spelen: ook de grootkapitalist is toch een mens? Niets daarvan: de tien drogredenen zijn evenzoveel manieren om de tijd te rekken, de realiteit weg te duwen ten voordele van kortetermijn winsten, enzovoort. En bovendien: de grote groepen van de westerse bevolking die de voorbije eeuw een beetje mee hebben mogen delen in het ‘meer hebben’ worden gewillige sympathisanten van de grenzeloze gevaarlijke graaizucht van de rijksten.

Zonder verpinken wordt de schuld afgewenteld op de anderen, zoals op de Chinezen die met teveel zouden zijn, of worden als vanzelf de boodschappers afgeschoten van slechte berichten. De traditionele truc: schiet op de pianist, en sinds Trump en Co is dat ook de wetenschapper.

Dat er politici zijn die zich als dienaar van die graaigroepen aandienen, is bekend. Dat er bijna geen politici zijn die het tij willen keren, terwijl we vandaag weten dat dit absoluut noodzakelijk is, is veel kwalijker. Dat heeft Hens geïntrigeerd: hoe komt dat? Dat is eigenlijk haar onderwerp.

Tijdens het lezen werd ik soms herinnerd aan een opmerking die me trof, toen ik nog een tiener was. In het toenmalige weekblad ‘De nieuwe’ (progressief, maar ook Vlaams) schreef Mark Grammens op een bepaald moment: ‘We beleven het tijdperk waarin het hebben prevaleert op het zijn’. Daarover lijkt dit boek ook te gaan. Bij het zoeken naar oplossingen wordt dit ook expliciet. Daaraan blijft de wil tot doordenken en dus tot verandering haken, zodat de mens niet tot de gepaste daden overgaat, maar blijft ontkennen en zo de prooi wordt van de cynische grootkapitalist. Wat zou ik kunnen bij verliezen? Aan bezit, comfort? Zoals koning Midas, lijkt me soms, blijven we verdoofd door alles wat we (kunnen) hebben, om er dan menen recht op te hebben?

We willen niet de overgang maken naar de kwaliteit van het zijn, van de aarde, van de anderen en van onszelf. De auteur geeft ook de positieve kanten van gedragsverandering weer: stijging van kwaliteit van leven, een beter ‘zijn’. Maar voorlopig lijkt de schrik om iets te verliezen, minder te kunnen hebben, het te winnen. De fatalist (en dat is van de ontkenningsvormen) zal zeggen: de mensen zijn lemmingen, een zelfmoordsoort. Neen, zegt Hens, maar alarm slaan is wel zinvol.

Een boek zoals dit van Tine Hens is noodzakelijk en kan ons helpen genezen van die Midasverblinding, hopelijk voor we inderdaad enkel nog geld zullen kunnen opeten. Want daarvan kunnen we niet leven.

 

boekcover

Tine Hens, ‘Het is allemaal de schuld van de Chinezen! En andere dooddoeners over het klimaat’, Uitgeverij EPO, Berchem, 2021, 242 blz. ISBN  97894462671928

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!