De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De hamer van de rechter. Afbeelding van succo via Pixabay
Marc Rigaux

Het Hof van Cassatie: een smet op de rechtsstaat?

Pleidooi om het hoogste Belgische rechtscollege beter te beschermen tegen de lokroep van de willekeur.

woensdag 22 februari 2023 12:04
Spread the love

 

De lidstaten van de Europese Unie eisen allen voor zich de hoedanigheid van rechtsstaat op. Ze menen dit te kunnen omdat ze ervan overtuigd zijn dat binnen hun nationale rechtssystemen het staatsgezag gegrond zou zijn op het recht en dat alle beslissingen van overheden hun grondslag vinden in hetzelfde recht. Anders gesteld, alle instanties die deelnemen aan de uitoefening van het staatsgezag beweren niet willekeurig te handelen en bij het beslissen de fundamentele rechten van de burgers te eerbiedigen. Want in een rechtsstaat is niet enkel de burger onderworpen aan het recht, maar ook de overheid zelf . Het recht beschermt bijgevolg de burgers tegen de willekeur van de macht. Daarbij vormt de verplichting van de overheden (besturen en rechters) hun beslissing te motiveren en met redenen te omkleden een essentieel onderdeel. Besturen en rechters dienen onafhankelijk te kunnen oordelen. Ze  nemen het op voor het algemeen belang en weren elke betrokkenheid bij de aangelegenheden, waarover ze moeten beslissen of oordelen. De onafhankelijkheid van rechters geldt dus zeker ook ten aanzien van de politieke beleidsvoerders.

Dat in een rechtsstaat elke rechter dient onafhankelijk te beslissen op basis van het recht en dat hij zijn beslissing vervolgens degelijk moet kunnen motiveren vanuit het recht, vormt dus niet meer dan een evidentie. En hier knijpt in België net het schoentje als het om het Hof van Cassatie gaat. Het Hof van Cassatie is het hoogste rechtscollege van de rechterlijke macht. Het moet erop toezien dat de hoven en rechtbanken niet willekeurig beslissen: dat ze het recht respecteren, en dat ze hun beslissingen ten aanzien van de burgers behoorlijk motiveren en met redenen omkleden. Cassatie moet er bovendien over waken dat alle rechters de wet op eenzelfde wijze lezen en toepassen… Maar raar maar waar… de wet verplicht het rechtscollege dat lagere rechters moet controleren op het motiveren van hun vonnissen, zelf niet tot het met rechtsargumenten staven van zijn arresten (lees beslissingen). En dat blijkt nu meer dan eens problematisch te zijn.

De wet verplicht het rechtscollege dat lagere rechters moet controleren op het motiveren van hun vonnissen, zelf niet tot het staven van zijn arresten

Bij afwezigheid van verklaring van de door het Hof gemaakte keuzes, rijst nu vaker de indruk dat de hoogste rechter niet beslist op grond van het recht… maar wel op grond van macht. Anders gesteld, de Cassatierechter zou zijn beslissing doordrukken louter door gebruik te maken van de grondwettelijke bevoegdheid die hem toekomt, zonder er zich van te verzekeren dat er een rechtsgrond voor aanwezig is… Anders dan dat het in een rechtsstaat past, zou het hoogste rechtscollege zich laten verleiden door de lokroep van de machtsgegronde en dus willekeurige beslissing…. wat de weg opent naar een door de politiek gestuurde… rechtspraak.

De schijn van politiek geïnspireerde arresten duikt niet zelden op als het Hof dient te oordelen over de collectieve arbeidsrechten en – grondrechten van de werknemers (syndicale vrijheidsrechten, stakingsrecht, toegang tot de vakbondsafvaardiging, instelling van ondernemingsraden). In de bewuste arresten durft het wel eens gebeuren dat de hoogste rechter niet of ternauwernood antwoordt op de door de partijen aangevoerde argumenten. Of, zoals het nog maar recentelijk voorkwam in een zaak over de discriminatie van het kaderpersoneel bij het opnemen van syndicale rechten, dat de cassatierechter zich beroept op een wetsbepaling, die op het eerste zicht weinig ter zake was voor het beantwoorden van de rechtsvragen, die hij moest behandelen (arrest van 12 december 2022, S.21.0029.N). Kennelijk heeft het arrest bij meer dan een voor enige verwondering gezorgd:

Het durft wel eens gebeuren dat de hoogste rechter niet of ternauwernood antwoordt op de door de partijen aangevoerde argumenten

De afwezigheid van verklaring door het Hof wekt dan weer de indruk van een machtsgegronde beslissing, waarbij het politieke belang van de onderneming het haalt op dat van de aan het werkgeversgezag onderworpen  werknemers… of hoe de hoogste rechter in de verhouding tussen arbeid en kapitaal er ongemotiveerd voor opteert de hoogmis op te voeren van de gestelde orde…

Het is dus zonder meer in het belang van de burgers, van het Belgisch rechtsstelsel en van de rechtsstaat, dat  de wettelijke verplichting voor de rechters hun beslissingen te motiveren en met redenen te omkleden, wordt uitgebreid tot het Hof van Cassatie. Allicht kan het Europees Hof van de Rechten van de Mens hierbij een doorslaggevende rol spelen door België te veroordelen wegens schending van het Artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.

Maar niet enkel de afwezigheid van motivering zorgt ervoor dat de rechtzoekende burger dwaalt in de rechtsonzekerheid. Ook het achterhalen van de draagwijdte van de beslissing van het hoogste rechtscollege zelf is vaak een klus, die veel weg heeft van de uitlegging in de Oudheid van de uitspraken van het Sibillijnse orakel. In de plaats dat het Hof zelf de nodige toelichting zou geven, dient de rechtszoekende letterlijk op zoek te gaan naar de toedracht van het op hem toepasselijke recht. Meestal poogt hij dan een verklaring te vinden door de uitspraak van de cassatierechter te leggen naast de aan het Hof gestelde vragen en naast de mening van het parket… Dus ook hier zorgt Cassatie voor een tweede schending van het beginsel van de rechtszekerheid, dierbaar aan de rechtsstaat.

Ook het achterhalen van de draagwijdte van de beslissing van het hoogste rechtscollege zelf is vaak een klus

Overigens rijst de vraag of een modern rechtsstelsel nog wel nood heeft aan het Napoleontische instituut, dat trouw aan de beginselen van twee eeuwen geleden, de eenheid van de rechtspraak van de lagere rechtscolleges in hoofdzaak poogt te verwezenlijken vanuit het privaatrecht. Misschien is het voorbeeld van het Duitse recht wel meer eigentijds. Geen Hof van Cassatie, maar wel een mogelijkheid van cassatie per groot rechtsdomein door een daartoe bevoegde gespecialiseerde rechter… en een eenheid van rechtspraak, gerealiseerd vanuit de grondrechten door het grondwettelijk hof. In een land zoals België met een traditie van onnodige en nutteloze staatshervormingen, zou een dergelijke modernisering van de rechtsstaat misschien eens schril contrasteren… want voor éénmaal zou de hervorming van de instellingen het gerecht wel dichter bij de burger brengen en zou de rechtsstaat er allicht ook wel bij varen…

 

Afbeelding van succo via Pixabay 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!