Beluik in Gent, jaren zeventig (foto Blijven Plakken-Collectie Amsab-ISG).
Opinie - Tina De Gendt

Het debacle van ‘50 jaar migratie’

Tot nu toe is er weinig reden tot vieren op het gouden jubileum van de Turkse en Marokkaanse migratie naar België. Aandacht genoeg, maar helaas niet voor datgene waar het in een herdenkingsjaar normaal om draait: het verleden. Of zijn we niet klaar om de migratiegeschiedenis als de onze te erkennen?

woensdag 16 juli 2014 09:09
Spread the love

Op 16 juli 2014 is het precies 50 jaar geleden dat België een akkoord ondertekende met Turkije over de werving van gastarbeiders. Eerder dit jaar werd de ondertekening van een gelijkaardig akkoord met Marokko in het hele land gevierd en herdacht met interviews, reportages en evenementen. De grote afwezige in deze vieringen was de inhoud.

Aandacht voor het verleden

Akkoord, 2014 had niet slechter kunnen vallen dan dit jaar, het jaar van de ‘moeder der verkiezingen’. Tot 25 mei werd de herdenking van ‘50 jaar migratie’ vooral ingezet om allerlei meningen en balansen over de hedendaagse situatie te ventileren. Maar ondertussen zijn de verkiezingen achter de rug. Op deze historische dag lijkt het mij daarom gepast eindelijk aandacht te vragen voor het verleden. Zoals toch gebruikelijk is bij een herdenkingsjaar?

Waarom hebben we het bijvoorbeeld nog niet gehad over de manier waarop gastarbeiders in 1964 als werkvee door een medische keuring werden gejaagd, voor ze mochten vertrekken naar België? Tijdens de herdenking van 50 jaar migratie in Duitsland en Nederland kon dat namelijk wel. Waarom hebben we in België nog niets gehoord over de woondiscriminatie in de jaren zeventig en de bordjes ‘Interdit aux étrangers’?

Het lijkt wel alsof we daar niet aan herinnerd willen worden. We hebben het ook nog niet gehad over de manier waarop de Belgische overheid gezinshereniging bij Turkse en Marokkaanse gezinnen aanmoedigde in de hoop een dreigend demografisch tekort in de kiem te smoren en zelfs niet over de hartverwarmende solidariteitsacties van Belgische buren en werkmakkers in de jaren zestig en zeventig.

Gedeeld verleden

Het gebrek aan aandacht voor de feitelijke geschiedenis is voor mij een teken aan de wand dat we niet klaar zijn ons migratieverleden te erkennen als volwaardig deel van onze nationale geschiedenis. De geschiedenis van de migratie wordt steevast voorgesteld als de geschiedenis van ‘de anderen’, terwijl ik durf argumenteren dat we de afgelopen vijftig jaar toch vooral samen hebben doorgebracht.

Die geschiedenis heeft bovendien een veel diepere impact op onze hedendaagse samenleving dan het verhaal van de landverhuizers naar de Verenigde Staten, een verhaal dat we sinds de opening van het Red Star Line Museum klaarblijkelijk wél als ‘onze’ geschiedenis aanvaarden.

Samen met velen hoopte ik dat 2014 een doorbraak kon betekenen. Er verschenen een aantal interessante boeken en wetenschappelijke studies over de historische migratie, er werden grote en kleine erfgoedprojecten en tentoonstellingen opgezet, de getuigen van die eerste migratiegolf werden geïnterviewd en uitgevraagd. Helaas stel ik vast dat als er al iets over ’50 jaar migratie’ verschijnt, het niet verder raakt dan de opiniepagina’s (ik ben me overigens terdege bewust van de ironie dat u hierboven in grote letters ‘opinie’ ziet staan, anderzijds illustreert dit net mijn punt).

Door ‘50 jaar migratie’ in de opiniehoek te duwen, blijven we afbreuk doen aan de historische waarde van deze geschiedenis en dus van de migratie op zich. Ter vergelijking: Stel je voor dat de herdenking van de Wereldoorlogen enkel zou bestaan uit het bevragen van de overlevenden en hun kinderen over hun mening en hun gevoelens ten opzichte van die oorlog, zonder het over de feiten te hebben. Dat is wat nu op grote schaal gebeurt in het geval van migratie. Op die manier ontkennen we op een slinkse manier ook het samen gedeelde karakter van ons verleden en dus de verantwoordelijkheid die we er samen over dragen. 

Want het zijn niet alleen de Marokkanen of de Turken die deze geschiedenis hebben geschreven. Laten we het alsjeblief niet beschouwen als ‘hun’ verhaal. De vraag stellen waarom veel Turkse en Marokkaanse ouderen geen Nederlands spreken, zonder daarbij te verwijzen naar de decennialange weigering van de overheid om taallessen te organiseren, is gewoon een omfloerste manier om hen de schuld in de schoenen te schuiven voor een situatie die we samen hebben gecreëerd. 

DeWereldMorgen.be

Daarom stel ik voor dat we de rest van het jaar ons oor te luister leggen bij de getuigen van dit migratieverleden, voor we de geschiedenis te grabbel gooien aan opiniemakers en politici. Een balans wordt in de regel toch opgemaakt nadat de feiten zijn bekeken?

Laten we de kans grijpen om de pioniers van de migratie en integratie uit te horen over hun verhaal in de plaats van hun kleinkinderen te vragen of de migratie nu ‘mislukt’ is.

Laat ons geen vijftig jaar meer wachten voor we inzien dat de afgelopen vijftig jaar onze samenleving ten gronde hebben veranderd. En dat we de kans gemist hebben om die geschiedenis te bewaren. De historici van de toekomst danken u. 

Tina De Gendt is historica en freelance-journalist. Zij is samen met Jozefien De Bock curator van het STAM-project ‘Blijven Plakken. Meer dan vijftig jaar migratie naar Gent’. Daarnaast is ze adviseur voor de tentoonstelling over arbeidsmigratie in het Museum over Industrie, Arbeid en Textiel in Gent. Zij is tevens de auteur van het boek “Turkije aan de Leie. 50 jaar migratie in Gent”

take down
the paywall
steun ons nu!