Bron: Pixabay
Opinie -

Het besef dringt maar niet door: het onderwijs zit op zijn tandvlees

Het onderwijsveld zat al in grote nood, maar de coronacrisis deed daar nog een schep bovenop. We stevenen af op een acuut lerarentekort en de kwaliteit van het onderwijs daalt steeds verder. Onze leerlingen zijn het menselijk kapitaal van de volgende generatie. Als we in hen niet investeren leggen we een zware hypotheek op de toekomst.

donderdag 24 juni 2021 10:49
Spread the love

 

Zeer hoge werkdruk

Op vraag van de vorige onderwijsminister werd in 2018 een grootschalig tijdsonderzoek gedaan bij het onderwijspersoneel. Daaruit blijkt dat leraren zeer hard werken, harder dan in de meeste andere sectoren. In het secundair onderwijs presteert een leerkracht gemiddeld bijna 42 uur, berekend over een volledig kalenderjaar, de vakantieperiodes inbegrepen. De gemiddelde werkweek van een leerkracht ligt met andere woorden vier uur hoger dan de ‘normale’ 38-urenweek, met pieken van tegen de 50 uur in een gewone lesweek.

Recent onderzoek van de KU Leuven bevestigt dat. Bijna de helft van de leerkrachten werkt vaak of altijd na acht uur ’s avonds en 45 procent werkt ook op zondag. Er is daardoor “te weinig tijd om te herstellen, waardoor de draagkracht afneemt en de draaglast nog zwaarder aanvoelt”, aldus het onderzoek.

Bijna de helft van de leerkrachten werkt vaak of altijd na acht uur ’s avond en 45 procent werkt ook op zondag.

Bovenop de gewone lestaken, de voorbereidingen en de verbeteringen van toetsen en huiswerk, komen er nog heel wat andere taken bij: toezichten, vervanging van zieke collega’s, overleg in de vakgroep, oudercontacten, werkgroepen, gewone klassenraden en tuchtklassenraden, deliberaties, remediëring van leerlingen met leerachterstand, het nemen van aangepaste maatregelen bij leerstoornissen, …

Daarnaast zijn de administratieve verplichtingen de laatste jaren enorm toegenomen. Alles moet tot in de details kunnen verantwoord worden naar de inspectie of bij eventuele betwisting. De papieren of digitale berg wordt jaar na jaar hoger.

Maar niet alleen het aantal uren weegt, ook de intensiteit telt mee. Het lesgeven zelf is een pak moeilijker en lastiger geworden omdat de klassen heterogener zijn, de leerlingen en de ouders mondiger, en het aantal leerlingen met specifieke zorgnoden sterk gestegen is.

Ouders worden soms al horendol met drie kinderen in huis. Stel je maar eens voor hoe het is om les te geven aan een groep van twintig pubers waarvan minder dan de helft gemotiveerd is, er drie tussen zitten met serieuze taalachterstand, twee anderen met gedragsstoornissen, eentje met ADHD, eentje met dyslectie, nog eentje met autisme en tenslotte nog vier leerlingen voor wie het allemaal veel te traag gaat.

COVID deed er een schep bovenop

De coronacrisis vergde heel veel van de leerkrachten. Bij de eerste golf moesten ze op enkele dagen tijd afstandsonderwijs invoeren. Voor de meesten was dat een totaal nieuwe en onbekende werkmethode en bovendien beschikten velen niet over de skills en het materiaal om dat op een professionele manier te kunnen doen. Daarnaast kost het ontwikkelen van nieuw didactisch materiaal voor dat afstandsonderwijs zoals instructiefilms, leerpaden, enz. bijzonder veel tijd.

De leerkrachten werden hierbij aan hun lot overgelaten. Op didactisch vlak kwam er vanuit het departement onderwijs geen enkele ondersteuning in de vorm van instructiefilmpjes, schooltelevisie, versnelde opleiding voor leerkrachten, enz. Ze moesten hun plan maar zien te trekken.

De combinatie van online thuisonderricht en de opvang van de eigen kinderen was zwaar, vooral voor leerkrachten met jonge kinderen. Geef maar eens les terwijl je een pamper moet verversen of een kleine op je schoot kruipt.

Tijdens de coronacrisis werden de leerkrachten door het departement onderwijs aan hun lot overgelaten. Ze moesten hun plan maar zien te trekken.

De heropstart na de eerste golf verliep bijzonder chaotisch. Van het personeel werd uiterste flexibiliteit verwacht. De plannen van de onderwijsminister bleken compleet onwerkbaar te zijn en het vele voorbereidend werk op de werkvloer was vaak voor niets.

De lange tweede golf, van november tot april, was ook bijzonder lastig. In het secundair onderwijs werd er overgeschakeld op halftijds onderwijs. Daardoor draaiden de leerkrachten maanden aan een stuk dubbele shifts omdat ze fysiek onderwijs moesten combineren met online onderwijs.

En dan was er nog het aspect van de veiligheid. Voor de minister kon het nooit snel genoeg gaan. Zijn profileringsdrang bleek belangrijker dan de veiligheid van het personeel en die van de leerlingen. Er was telkens gewring van de vakbonden nodig om minimale veiligheidsvoorschriften af te dwingen, zoals het verplichten van mondmaskers, veilige afstand, behouden van klasbubbels, enz.

De onderhandelde en afgesproken kleurencodes lapte de minister aan zijn laars en in een aantal belangrijke dossiers bleef hij in gebreke. Zo is er niet geïnvesteerd in het belangrijkste element om het virus in gesloten ruimtes te neutraliseren: ventilatie. En één jaar na het uitbreken van het virus waren er nog steeds geen sneltests. In tegenstelling tot zorgpersoneel, politie en cipiers kregen leerkrachten geen voorrang bij de vaccinatie. Ze werden naar het front gestuurd zonder wapens, zo kwam dat bij hen over.

Dat alles heeft heel erg doorgewogen op het mentaal welzijn van het onderwijspersoneel.

Knelpuntberoep

Die overbevraging eist een zware tol. De afwezigheden wegens ziekte swingen de pan uit. Het zijn vooral langdurige ziektes wegens psychosociale redenen die dat cijfer omhoog trekken. Van alle sectoren loopt men in het onderwijs het meest kans op een burn-out. Een op drie leerkrachten riskeert een burn-out en zeven op tien leerkrachten zijn ontevreden over de werkdruk. Daarom kiezen vier op de tien 50-plussers voor een vorm van werkonderbreking. Zeven jaar geleden was dat nog minder dan drie op tien.

Het zijn alarmerende cijfers en de gevolgen blijven niet uit. De aantrekkelijkheid van de lerarenjob heeft de afgelopen jaren een absoluut dieptepunt bereikt. Met de geldende werkvoorwaarden vindt men gewoon niet meer voldoende mensen die kiezen voor een onderwijsjob en heel wat starters geven er ook snel de brui aan. In het secundair onderwijst stopt 44 procent van de leraren er binnen de vijf jaar mee.

Een op drie leerkrachten riskeert een burn-out en zeven op tien leerkrachten zijn ontevreden over de werkdruk.

Door de hoge werkdruk en de onaantrekkelijkheid van de job dreigt een groot tekort aan personeel te ontstaan. Leerkrachten Frans, wiskunde of aardrijkskunde zijn bijna niet meer te vinden en heel wat zieke collega’s kunnen nu al niet meer vervangen worden. Liefst 44 procent van de Belgische scholen kampt vandaag met een tekort aan leerkrachten. Dat tekort zal in de komende jaren acuut worden. Tegen 2024 verwacht men een tekort van 7.000 leerkrachten.

Maar niet alleen het tekort baart zorgen. Voor jongeren is de lerarenopleiding in toenemende mate een tweede keuze en dat is allesbehalve gunstig voor de motivatie en de kwaliteit van de toekomstige leraar.

Dringend investeren is nodig

Een tekort aan leerkrachten, de zware werkdruk en de zwakkere motivatie stralen af op de kwaliteit van het lesgeven. Ze verlagen ook de slaagkansen van de leerlingen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het peil van ons onderwijs jaar na jaar daalt en de structurele leerachterstand bij de leerlingen steeds verder toeneemt.

Het afgelopen jaar heeft de lerarenjob sterk aan waardering en prestige gewonnen. Doorheen de lockdowns hebben ouders ontdekt hoe veel energie lesgeven wel vraagt en hoe moeilijk het is om kinderen en tieners langer dan een half uur te blijven motiveren. Die waardering moet zich nu vertalen in concrete maatregelen. Er moet dringend geïnvesteerd worden in het welzijn van het onderwijspersoneel. Minister Weyts heeft zich in het verleden verdienstelijk gemaakt om het welzijn van katten en honden te verbeteren. Het zou goed zijn dat hij dezelfde ijver aan de dag legt voor het welzijn van leerkrachten.

Minister Weyts heeft zich in het verleden verdienstelijk gemaakt om het welzijn van katten en honden te verbeteren. Het zou goed zijn dat hij dezelfde ijver aan de dag legt voor het welzijn van leerkrachten.

Om dat welzijn te verbeteren moet de hoeveelheid werk resoluut naar beneden. Het lesgeven moet opnieuw centraal komen te staan en de administratieve last moet sterk verminderen. Klassen moeten kleiner ofwel moet er meer ondersteuning komen tijdens het lesgeven (in de vorm van co-teaching bijvoorbeeld). En er moeten opnieuw landingsbanen komen en een betere pensioenregeling.

Met de vage beloftes van het Vlaams regeerakkoord zal men er niet komen. Het zal ook niet gaan met een minister die om de zoveel dagen koketteert op de media met een goednieuwsshow over nevenkwesties, terwijl de fundamentele dossiers blijven liggen. Ten slotte zal het ook niet lukken zonder middelen.

Om de werkdruk te verminderen, het lerarentekort weg te werken en de structurele leerachterstand ongedaan te maken is een massale injectie van middelen nodig. Dat is onder andere de visie van Dirk Van Damme, topexpert onderwijs bij de OESO. De onderwijsvakbonden van hun kant pleiten ervoor om minstens 7 procent van het Vlaams bruto regionaal product aan onderwijs te besteden. Dat komt neer op een extra van ongeveer 1,8 miljard euro.

Dat lijkt misschien veel, maar het is omgerekend nog geen tiende van wat onze overheden hebben ingezet om de coronacrisis te bestrijden.[1] Als onderwijs een topprioriteit is, zoals men om het hardst heeft geroepen tijdens deze coronacrisis, dan moet dit ook vertaald worden in de budgettaire planning voor de economische relance.

Als onderwijs een topprioriteit is, zoals men om het hardst heeft geroepen tijdens deze coronacrisis, dan moet dit ook vertaald worden in de budgettaire planning voor de economische relance.

Onze leerlingen zijn het menselijk kapitaal van de volgende generatie. Als we in hen niet investeren leggen we een zware hypotheek op de toekomst.

 

Note:

[1] 1,8 miljard in Vlaanderen komt ongeveer neer op 3 miljard in België. Ons land heeft volgens de laatste berekeningen 35 miljard euro ingezet om de coronacrisis te bestrijden.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!