Gloria Wekker (rechts) tijdens haar lezing in het Kaaitheater (screenshot)
Opinie, Wereld, Europa, Samenleving, België -

Het antiracisme van Gloria Wekker springt niet ver genoeg

Ludo De Witte reageert op de recente lezing van Gloria Wekker in het Brussels Kaaitheater. Hij kan zich zo goed als volledig vinden in haar analyse, maar vindt ze onvolledig. "Ze rept geen woord over de rol van het actuele imperialisme in de handhaving van dat “witte” superioriteitsdenken".

vrijdag 23 maart 2018 16:12
Spread the love
  • The world is not white …
  • White is a metaphor for power,
  • Simply a way of describing Chase Manhattan Bank

James Baldwin 

Er is “white innocence”, geen twijfel mogelijk, maar laten we het ook eens over “academic innocence” hebben. Ik beluisterde via het internet de conferentie van professor Gloria Wekker in het Kaaitheater over “white innocence”. (Herbekijken kan via https://vimeo.com/259174248.) Vrijwel met alles wat ze zegt, ga ik akkoord. En dat vrijwel alles slaat op de vreemde mix van onwetendheid, verdringing en bewuste ontkenning door “witte” mensen van de materiële voordelen die slavernij en kolonialisme “het Noorden” opbrachten, en hoe dat gepaard gaat met gevoelens van “superioriteit” tegenover de volkeren die deep down under werden geëxploiteerd.

Helemaal mee eens. Het klinkt me zelfs banaal in de oren, ik ben dan ook al drie decennia bezig met mensen te herinneren aan het koloniale verleden van België en zijn buurlanden. Even pertinent is de aandacht vestigen op de micro-agressies waaraan niet-witte mensen vrijwel permanent worden blootgesteld, en die zijn ingegeven door monoculturele, xenofobe en/of racistische opvattingen en houdingen, diep ingesleten in onze samenlevingen en waarvan we allemaal, willen of niet, op een of andere manier dragers van zijn.

Prima. Al is het niet zo dat er op het discours van Wekker niets aan te merken valt: ze verschaft geen inzicht in hoe onze “witte” samenlevingen in het Noorden moeten geanalyseerd worden als een reeks van klassenmaatschappijen waarin niet iedereen op dezelfde manier van die exploitatie heeft geprofiteerd, en evenmin komen we te weten hoe dat superieur besef verschillend inwerkte op verschillende sociale groepen en hoe daartegen is gestreden en nog wordt gestreden.

Wekker brengt een louter beschrijvend discours. Het blijft een analyse aan de oppervlakte, gefocust op microrelaties en gevangen in een moreel en etnisch-cultureel frame, zonder een inbedding in een historische analyse van macht en krachtsverhoudingen tussen groepen en klassen. (Binnenkort kom ik daarop terug, met een historisch-materialistische analyse.)

De olifant in de kamer

Hier ga ik in op slechts één problematisch aspect van Wekkers visie. Wat opvalt aan haar conferentie in het Kaaitheater, is dat ze tijdens die volle twee uur met geen woord rept over de rol van het actuele imperialisme in de handhaving van dat “witte” superioriteitsdenken. Met geen woord. Het voortwerken van racistische denkbeelden uit de koloniale tijd in onze collectieve psyche en zoals die worden veruitwendigd in de publieke ruimte zijn natuurlijk problemen die moeten worden geanalyseerd en aangeklaagd. Het kolonialisme werkt vandaag door, zoveel is zeker.

Maar het volstaat niet, hoe goed op zich ook, om met pedagogie en acties rond standbeelden van Leopold II en pleidooien voor Lumumbastraten het racisme uit de wereld te helpen. Er is immers een krachtiger drijfveer van racistische denkbeelden en houdingen dan ons koloniaal verleden aan het werk, en dat schijnt Wekker te ontgaan.

Want het kolonialisme is slechts één van de verschijningsvormen van het kapitalisme, dat vanaf het derde kwart van de 19de eeuw in zijn imperialistische fase kwam. Het imperialisme zelf is het probleem. Vroeger nam zijn mondiaal overheersingsmodel de vorm aan van het kolonialisme, vandaag is dat het neokolonialisme. Niet alleen in de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw, maar ook vandaag, in 2018, heeft het imperialisme de legitimatie van ‘the white man’s burden’ nodig om zijn mondiale overheersing en de gigantische roof van biomassa uit het Zuiden te rechtvaardigen.

Met een discours dat bijvoorbeeld Afrikanen 100 procent verantwoordelijk stelt voor de neokoloniale dictaturen die het imperialisme daar aan de macht hielp en in het zadel houdt (Mobutu, Kabila: het zijn zogezegd zuiver “Afrikaanse” producten, “wij” hebben daar niks mee te maken). En als de mensen in het Zuiden, in een toestand van onderontwikkeling en armoede gehouden, het wagen een menswaardig leven op te zoeken en te dicht in onze buurt komen, zoals vluchtelingen, dan worden ze ontmenselijkt; onttrokken aan het toepassingsgebied van internationale humanitaire verdragen en overgeleverd aan de repressie van bedenkelijke regimes als Turkije, Libië, Niger of Soedan.

Islamofobie

Ook op binnenlands vlak is racisme dienstig voor de handhaving van de belangen van het establishment. In onze metropolen leeft een onderklasse van niet-witte mensen. Racisme helpt om die moslimminderheden in een afhankelijke, passieve houding te terroriseren, en zo de arbeidende klassen te verdelen en te verzwakken. Kortom, racisme is een constituerend onderdeel van zeer moderne imperialistische ideologieën en overheersingspraktijken, waarvan oorlogen de meest extreme vorm zijn. Denk aan de retoriek over onze “superieure” westerse cultuur; de holle slogans over “onze universele normen en waarden”; de moslimwereld die “de Verlichting” niet heeft gekend … Het zijn stellingen die sinds een kwarteeuw gemeengoed zijn geworden. Niet toevallig sinds een kwarteeuw; dus lang nadat het kolonialisme een eind heeft genomen (we vergeten nu even de schande van het zionisme, als een van de laatste vormen van kolonialisme). Die nieuwe, verhevigde vormen van islamofobie staan in direct verband met de oorlogen die de VS en Europa en hun bondgenoten en onderaannemers in Afghanistan, Irak, Syrië en Libië uitvochten en uitvechten.

De dekolonisatie van ons denken bepleiten, maar dat doen zonder een snoeiharde analyse van het kapitalistische overheersingsmodel in zijn imperialistische fase, met inbegrip van het hedendaagse neokolonialisme, blijft steken in een abstracte, weinig efficiënte oefening. De dwangarbeid in Belgisch Congo aanklagen maar zwijgen over “onze” oorlogen in het Midden-Oosten die worden gevoerd omdat “olie een te belangrijk strategisch goed is om in handen van Arabieren te laten” (dixit Henry Kissinger), laat de mechanismen intact die voor een xenofoob, racistisch substraat in onze publieke ruimte zorgen. Oorlog en imperialisme ter sprake brengen en daartegen ageren, is onontbeerlijk als antiracistische strijd effectief wil zijn.

Academic innocence

Professoren als Gloria Wekker schijnen niet happig te zijn op zo’n pogingen om de antiracistische analyses consequent door te trekken. Misschien moeten we in het geval van Gloria Wekker en nogal wat van haar collega’s spreken van “academic innocence”? Van academici die denken dat antiracistische actie kan volstaan met pedagogisch werk en zelfreflectie over ons koloniaal verleden, binnen de veilige grenzen van hun universitaire carrière? En wel op zo’n manier dat de burgerij niet voor het hoofd wordt gestoten met onaangename stellingen over hun rol in de mondiale uitbuitingsverhoudingen vandaag?

Wat die blinde vlek genereert, is voer voor discussie. Wat ook de diepere beweegredenen zijn van dat reductionisme – een tunnelvisie van een antropologe, een afwezigheid van inzicht in het historisch materialisme, wat dan ook: het moet overwonnen worden, willen we de antiracistische strijd verdiepen en aansluiting vinden bij strijdbewegingen die in de praktijk voor verandering zorgen en waarvan Black Lives Matter een voorbeeld par excellence is.

Ludo De Witte is auteur van o.m. Crisis in Kongo (1996), De moord op Lumumba (1999), Wie is bang voor moslims? (2004) en Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op. Het kapitalisme versus de aarde (2017). Hij publiceerde ook ‘Over wit, zwart en doeltreffend antiracisme’ bij Apache.be.

take down
the paywall
steun ons nu!