Hervorming gehandicaptenzorg is verborgen inkrimping zorg
Nieuws, Samenleving, België, Gehandicaptenzorg, Analyse -

Hervorming gehandicaptenzorg is verborgen inkrimping zorg

Jozef Pouseele, vader van een 31-jarige zoon met een handicap, was op 28 mei één van de ongeveer 300 gasten op een info-avond van de organisatie Mivalti in Tielt (W.Vl) over de nieuwe beleidsplannen van de Vlaamse Gemeenschapsregering voor de gehandicaptenzorg. Hij heeft daar heel wat kritische bedenkingen bij.

zaterdag 1 juni 2013 18:30
Spread the love

Een dikke proficiat voor de inrichter(s) van deze info-avond in Tielt: een goede ruimte, een prima moderator en een interessant panel. Ik heb mij echter vaak geërgerd aan de uitspraken van de ‘officiële’ vertegenwoordigers en werd boos bij de schrijnende voorbeelden van wat men aandoet aan personen met een handicap. Daarom deze kritische bedenkingen bij de uitspraken van de experten van het panel op de info-avond (de citaten staan in cursief lettertype).

Gehandicaptenzorg: een intro

De diensten van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) bepalen in eerste instantie of een aanvrager erkend kan worden als een Persoon met Handicap (PmH). De erkende persoon met een handicap kan zich daarna aanmelden op een provinciale lijst. Daarop wordt vermeld of de ‘hulp’ die men vraagt actueel nodig is of in de toekomst nodig zal zijn.

Personen met een handicap met een actuele zorgvraag doen vervolgens een aanvraag bij de Regionale Prioriteiten Commissie (RPC). Naargelang het beschikbare budget worden dan prioriteittickets uitgereikt.

Het landschap van de gehandicaptensector is danig aan het veranderen.  Eerst werd het plan ‘Perspectief 2020’ in elkaar gestoken, dat binnen zeven jaar gerealiseerd zou moeten worden. Er werd fundamentele kritiek geuit op het plan tijdens een hoorzitting met het platform Werk Wachtlijsten Weg voor de Commissie Welzijn van het Vlaams parlement. Onlangs werd tevens een Conceptnota Persoonsvolgende Financiering voor Personen met een handicap goedgekeurd en zal men starten met de uitvoering van dit plan.

Uitspraken van de leden van het panel op de info-avond in Tielt

Jean-Pierre Van Baelen, veranderingsmanager: “De Persoonsvolgende Financiëring (PVF) van personen met een handicap kan zowel in ‘cash’ als in ‘natura’ opgenomen worden. Dat bedrag is voor beide vormen even hoog voor de betrokkene.”  Als de grootte van die PVF overeenkomt met de reële kosten, is dat een goede zaak. Maar er is nu al geen budget voldoende, dus zal men op de PVF beknibbelen.

“Er zullen altijd collectieve voorzieningen nodig zijn voor personen met een handicap”. Nog niet zolang geleden werd en mocht dat niet gezegd worden, want zo’n uitspraak deed afbreuk aan de opgelegde ‘inclusiviteit’ (het principe dat de zorg voor een persoon met een handicap de verantwoordelijkheid is van de hele samenleving en niet alleen van gepsecialiseerde diensten of voorzieningen, nvdr). Waarom nu die beginnende ommezwaai? Heeft men eindelijk ingezien dat groepsopvang goedkoper is?

“De nodige budgetten zullen er nooit in voldoende mate zijn waardoor steeds wachtlijsten zullen blijven.” Er zijn daar ook creatieve oplossingen voor zoals de zorgbon, de zogenaamde deelstaatlening. Men heeft er echter geen oren naar. De gehandicaptensector is geen bank, zoals het vroegere Dexia … Men pretendeert dat we in een zorgzame (deel)staat leven, maar de allerzwaksten worden wel geweerd wegens te kostelijk!

“De nieuwe voorzieningen, MultiFuncionele Centra (MFC) zijn iets minder aan regels onderworpen, waardoor er meer creatieve oplossingen van opvang mogelijk zijn.” Waarom worden dan niet alle voorzieningen omgevormd tot MFC? 

“Enkel met creativiteit en flexibiliteit raken we van het probleem van de ellenlange wachtlijsten af.” Creativiteit en flexibiliteit worden hier in feite gebruikt als een verbloeming van de regel ‘trek je plan’.

Los van de bovenstaande uitspraken van de veranderingsmanager, stel ik mij de vraag waarom hij er in augustus 2013 mee ophoudt. Zijn werk is nog allesbehalve af. Mij lijkt het dat hij de ideeën niet kan verwezenlijken wegens politieke onwil en daarom opstapt, net zoals RPC-leden opstapten omdat ze gewetenloos moesten handelen en dit niet meer wilden. 

Janick Appelmans, zorgregisseur: “De schaarste aan middelen moet verdeeld worden.” En dus was het motto dat RPC-leden kregen van hogerhand: zet uw geweten opzij als je beslissingen moet nemen. Beschamend en een warme, rechtvaardige samenleving onwaardig!

“We werken, om zo objectief mogelijk te zijn, met een lijst van ‘checkpoints’.” Zo’n lijst kan een start zijn, maar confrontatie met de persoon en zijn netwerk moet er ook zijn. Maar dat kan en mag nu niet. Zou het geweten van de RPC-leden dan protesteren en een eerlijker proces eisen van de overheid?

“Personen met een handicap die nursingbehoeften hebben, gaan in de regel voor.” Er zijn voldoende gevallen aan te tonen waar dat niet het geval was. Zelfs indien een gezin twee nursingkinderen telt, is de situatie nog niet schrijnend genoeg.

“Er worden voldoende prioriteit-1-tickets uitgedeeld om de allerschrijnendste gevallen op te lossen.” Men vergeet er wel bij te zeggen dat daaraan vaak geen budget gekoppeld is en daardoor dit dus per definitie niet kan leiden tot een noodzakelijke opname in een voorzieningsinstelling, m.a.w. deze tickets zijn niets waard en de wachtlijst wordt wel korter.

“We willen zo transparant mogelijk werken.” Waarom wordt dan de ‘checkpoints’-lijst niet aan de betrokkene gegeven? Waarom is de motivatie van de beslissing dan in de meeste gevallen gewoon onbestaande? Waarom werken de diverse RPC’s dan volgens verschillende criteria en allesbehalve uniform? Waarom is er in een bepaald RPC betwisting van de beslissing mogelijk, en in andere niet? Waarom stappen gewetensvolle personen uit de RPC’s? En zo kunnen we nog even doorgaan …

Hebben de RPC’s de macht om iets te doen veranderen? Natuurlijk wel! Als de leden gezamenlijk vertrekken, dwingen ze de minister tot zinvolle maatregelen i.p.v. hem lippendienst te bewijzen. In dat verhaal wil deze zorgregisseur echter niet meestappen. Onwil dus! Wil men de RPC zonder vertrokken ledengroep alsnog laten doorgaan, dan mag men er zeker van zijn dat de daarna goedgekeurde dossiers zullen leiden tot rechtszaken wegens het onwettelijk karakter van de beslissingen.

Uitspraken van de officiële overheidsambtenaren: “Zelfs een PAB’er (een persoon met een Persoonlijk AssistentieBudget), die zoekt naar een woonvorm, laat men best superviseren door hem/haar te koppelen aan een voorzieningswoonvorm.” Eigenaardig, PAB’ers hadden het van oudsher helemaal niet voor voorzieningen. Als er echter problemen opduiken, dan zijn het wel de diensten van die voorzieningen die meer dan een handje moeten toesteken.

“Voorzieningen moeten woon- en overnachtingsruimte voorzien voor dringende, al of niet korte, opvang.” Vanuit de overheid staan daar echter helemaal geen centen noch faciliteiten tegenover. Uit de al krappe toegekende en procentueel nooit volledig uitbetaalde budgetten moet nog maar eens geput worden om de problemen die de (deel)staat niet wil oplossen, op te lossen. Voorzieningen zijn geen banken die het spaargeld wettelijk 75 maal kunnen uitgeven zonder failliet te gaan!

Uitspraken van een vertegenwoordiger van een vrijwilligersorganisatie: “Vindt men hiervoor wel voldoende vrijwilligers?” Ja en nee. Voor kortlopende, concrete projecten is dat geen probleem. Het wordt moeilijker als het om langdurige en intensieve taken gaat. Vrijwilligers hebben ook limieten en het moet klikken tussen de persoon met een handicap en de vrijwilliger. Van vrijwilligers kan men ook geen professionaliteit eisen.  Ze zijn er per slot van rekening niet voor opgeleid. Bovendien, sommige taken mogen vrijwillgers of bepaalde reguliere diensten niet uitvoeren: pillen geven, spuiten zetten, … 

De overheid vindt dat het vrijwilligerswerk veel taken i.v.m. gehandicaptenzorg op zich moet nemen, maar vergeet erbij te zeggen dat een pak taken enkel door professionelen mogen uitgevoerd worden. Blijkbaar wil men vrijwilligerswerk institutionaliseren uit besparingsoverwegingen, waardoor het geen vrijwilligerswerk meer is, maar wel onbezoldigd (zwart)werk dat werk afneemt van wie een job zoekt.

De conceptnota van de minister is een miskleun

Van deze bewuste conceptnota bestaat een lange (oudere) versie en een korte (recentere) versie. Elkeen zou denken dat de meest recente versie de correcte is, maar niets daarvan. De langere versie werd/wordt in het Vlaamse parlement en de diverse overlegorganen gebruikt.

In die versie staan nuanceringen, verduidelijkingen, financiële elementen en voorbeelden. De reentere verise van deminister heeft dat allemaal niet (zie document in bijlage hieronder). Het is een ‘gekuiste’ versie, die de Vlaamse regering goedkeurde en inhoudelijk op diverse punten niet overeenkomt met de langere versie. Welk politiek spelletje wordt hier gespeeld?

De conceptnota’s baseren zich op het model van de American Association of Mental Ratardation (AAMR). Deze vereniging heeft nu een andere naam, de American Association on Intellectual and Developmental Diabilities (AAIDD) én een bijgewerkt model. Blijkbaar maken medewerkers aan de nota hun huiswerk niet. Zo’n verouderde en foute info in een bachelordocument schrijven is al goed om een ‘onvoldoende’ te krijgen.

De conceptnota’s brengen eigenlijk niets nieuws aan, behalve de stap1-strategie. Die bestaat er in dat elke erkende persoon met een handicap een vaste vergoeding van tussen 300 à 400 euro zou ontvangen om te besteden aan reguliere diensten.

Dat is natuurlijk een aalmoes want daarmee kan je enkel 15 à 20 uren per maand inkopen. Bovendien mag men die niet gebruiken om in een voorzieningsinstelling hulp te krijgen. Het gevolg is dat wie continu zorg behoeft gewoon uit de boot valt.

De politieke wereld wilde die stap1-strategie echter doorduwen en de indruk wekken naar oplossingen gezocht te hebben om niets te moeten doen aan de echte problemen, aan de stap2-procedure, die moet leiden naar een opname in een voorzieningsinstelling. Deze laatste zal nog moeilijker te verkrijgen zijn met als uiteindelijk doel de afbouw van de voorzieningen.

De Vlaamse regeringsbeslissingen bulken van inconsequenties

Het ‘meest nabije netwerk’ moet nu veel meer financiële en zorgtaken voor de persoon met een handicap op zich nemen. Dit betekent concreet zelf betalen en de eigen tijd hiervoor gebruiken. Tegelijk moeten we wel met z’n allen meer, harder en langer werken.

‘God is overal’ maar de gewone sterveling kan enkel op één plaats tegelijk zijn. Meteen is het duidelijk: het ‘meest nabije netwerk’ moet maar de gevolgen dragen van het hebben van een persoon met een handicap. Alsof ze hierom gevraagd hebben!

Voorzieningen moeten veel creatiever en flexibeler met hun budgetten en structuren omgaan, maar in de meeste gevallen zijn de opgelegde regels en structuren er de oorzaak van dat zoiets niet kan. Alle Belgen en dus ook alle Vlamingen zijn gelijk voor de wet. Vergeet dat maar. De RPC’s werken onderling volgens verschillende spelregels en procedures. Je zal maar pech hebben met de RPC van de provincie waar je woont …

Men reikt prioriteitsticketten uit zonder een daaraan gekoppeld budget. Daarmee wordt men wel uit de wachtlijst geschrapt, maar kan men nergens terecht. Voorzieningen kunnen hun personeel en infrastructuur nu eenmaal niet betalen met … niets. Er werd voor deze budgetten een jaarlijks groeipad van 3 % uitgestippeld, alhoewel grondig onderzoek duidelijk aantoonde dat dit tussen de 6 à 7 % moet zijn. Ongeloofwaardig, geen wonder dat de wachtlijsten alsmaar langer worden! Zoiets heet: het financieel tekort institutionaliseren.

Er is steeds geld te kort, maar kan dat tekort ietwat verkleind worden? Zeker! De eerste oplossing bestaat erin dat men minder echelons creëert en efficiënter werkt. De tweede is een interne herschikking van de middelen. Wie nu slechts nood heeft aan een dagcentrum, moet niet voor een dagcentrum én woonvorm geholpen worden. Wel moet die persoon, zodra het nodig is, onmiddellijk het volledig plaatje kunnen krijgen. Meteen gaan meer professionelen op de werkvloer staan én meer mensen geholpen worden.

De conceptnota werd goedgekeurd door de Vlaamse regering, maar mag geen financiële repercussies hebben. Nochtans weten politici dat elke nota financiële repercussies heeft. Dus kunnen we met zekerheid beweren dat er duidelijk politieke onwil is bij alle regeringspartijen om de ideeën uit de plan Perspectief 2020 en de Conceptnota te realiseren. Gehandicaptenzorg is nu eenmaal niet ‘sexy’ en personen met een handicap zijn electoraal al helemaal niet interessant.

Wat willen de persoon met een handicap en zijn netwerk eigenlijk bekomen?

Er zijn in feite vier basisuitgangspunten of speerpunten, waarvoor personen met een handicap en hun netwerk gaan:

  1. Gewoon leven waar kan (= ‘inclusief’ leven in de gewone maatschappij) en aangepast waar nodig (= kwaliteitsvol leven in een voorzieningsinstelling).
  2. Gepersonaliseerde zorggarantie en zorgcontinuïteit in de vertrouwde omgeving.
  3. De instap van personen met een handicap in het Buitengewoon Onderwijs gekoppeld aan een MFC, alsook de overgang naar de volwassenenwerking, ten vroegste op 18 jaar en ten laatste op 21 jaar zonder uitstel.
  4. Eenmaal ouders van een persoon met een handicap, die niet zelfstandig kan leven, de leeftijd van 70 bereikt hebben, moet die persoon met een handicap door de maatschappij opgevangen worden in een passende voorzieningsinstelling. Brussen noch netwerk (vrienden, vrijwilligers, …) kunnen tot die opvang gedwongen worden.

Slechts wanneer deze punten gerealiseerd zijn, kunnen we spreken van een warme, zorgzame maatschappij!

Jozef Pouseele

Vader van een gehandicapte zoon

Lid platform Werk Wachtlijsten Weg, contactadres info@pwww.be 

vzw ‘Iedereen beZORGd’

take down
the paywall
steun ons nu!