Herinneringen oorlogsjaren: jeugd in oorlogstijd
Nieuws, Politiek, Cultuur, België, Recensie, Boekrecensie, Achiel van acker, Herinneringen oorlogsjaren -

‘Herinneringen Oorlogsjaren Achiel Van Acker’: hoe dichter bij de kogel, hoe minder tucht

Op zijn tiende van school af maar wel doctor honoris causa aan de universiteit van Rijsel, vier keer eerste minister en stripheld in Nero-albums. De Vlaamse socialist Achiel Van Acker (1898-1975) geeft in dit boek zijn herinneringen aan de vlucht van 1914.

dinsdag 1 januari 2013 10:00
Spread the love

Zo onbeholpen als hij zijn kon in de andere landstaal, zo leep bleek hij in de politiek. Flink wat handigheid kweekte hij tijdens de Eerste Wereldoorlog. In de jaren ’60 verscheen een boekje met Van Ackers wedervaren tijdens ’14-’18. Dat boekje is nu (erg slordig) heruitgegeven.

Een 16-jarige op de vlucht

Dat ‘Herinneringen’ zo onaf is, ligt niet aan de verteller. Van Acker’s verhaal steekt in oktober 1914 van wal, twee maanden na het uitbreken van de oorlog, wanneer België al grotendeels door Duitse troepen onder de voet is gelopen. Achiel, dan amper 16, gaat met een paar maten vanuit Brugge op de vlucht voor het aanstormende leger. Bleutjes zijn het, zonder enig benul van wat hen te wachten staat.

Halsoverkop weg van huis, ‘het leek ons aangenaam’, schrijft Achiel. In Bredene horen ze voor het eerst schieten, maar de incidenten lijken schermutselingen uit een operetteoorlog. Er vliegt een Duitse Taube over, de Belgen vuren erop met hun geweren, ‘alsof ze de maan willen treffen met een klakkebus.’

De vlucht gaat tot in Noord-Frankrijk, waar Achiel ontnuchtert en vaststelt dat de Fransen niet de goddelozen zijn waarvoor ze in de Belgische pers worden versleten. Integendeel, in een afspanning, ‘waar de vluchtelingen als haringen in een ton liggen opgepropt’, verschijnt s’avonds ‘de eigenaar met een bollantaarn om… het avondgebed voor te lezen.’

De adolescent Achiel is niet hulpeloos. Hij heeft zakgeld meegekregen, hij spreekt een woordje Frans, hij schijnt geen ontbering te lijden. Hij wordt tot over zijn oren verliefd, schrijft voor haar karamellenversjes, ‘en dan? Dan niets meer. Toen ik drie maanden geschreven had, was de historie uit. De pap was gekoeld zonder blazen.’

Achiel heeft zijn ogen niet in zijn zakken. Het gebied rond de frontlinie militariseert. Soldaten wonen bij de burgers in. Niet iedereen is even eerlijk. Onder de Franse troepen zijn er ‘donkere gestalten die hardop babbelend door elkaar liepen. Vreemde taal. Zwarten. Senegalezen.’ Vluchtelingen, ook Achiel en zijn gezellen, worden ‘opgeëist voor noodwerk.’

Na een paar weken dringt het tot ze door dat ze in een kring lopen, nooit heel ver van het front vandaan. Ze willen naar huis, maar worden teruggestuurd aan de militaire versperringen. Pas vijf jaar later wordt Achiel Van Acker gedemobiliseerd. Hij heeft als losser en scheepsjongen over de kanalen van de Westhoek en Noord-Frankrijk gezworven, hij marchandeert met garen en lint, hij werkt aan een steenoven en wordt uiteindelijk op zijn achttiende zelf onder de wapens geroepen. Hij houdt zich van de domme, doet zich als ongeletterd voor en maakt het slot van de Grote Oorlog mee in een kazerne in Frankrijk, ver van het strijdgewoel.

Een staatsman relativeert zijn kennis

Niets in dit relaas kondigt aan dat Achiel Van Acker zich de volgende decennia tot een staatsman zal ontpoppen. Ik begrijp dat het relaas lang na de feiten op schrift is gesteld maar Van Acker is bijzonder karig met beschouwingen. Deze passage is een uitzondering: ‘Hoeveel ik ook las, ik wist weinig van wat op het spel stond en vooral begreep ik weinig van de ware toedracht.

Dat juist verschrikt me nu, na zo veel jaren, omdat het mij doet inzien hoe weinig jongeren, ik bedoel jongeren die lezen en zich voor bepaalde vraagstukken interesseren, iets van het huidige gebeuren begrijpen’ (p154). Van een prominent Belgisch politicus als Van Acker zou je meer Lessons Learned verwachten.

Grote literatuur zijn deze ‘Herinneringen’ evenmin. Dat hoeft ook niet. Achiel Van Acker houdt de voeten op de grond, vertelt wat hij heeft meegemaakt, zonder uitzonderlijke luim of emotie, niet bijzonder meeslepend, maar de lezer krijgt een beeld mee van hoe ‘achterlijk’ deze contreien een eeuw geleden waren.

Een van de vele verhalen

Op zich is ‘Herinneringen. Jeugd in oorlogstijd’ dus één van de vele gewone verhalen, niet meer en niet minder, die achteraf uit eerste hand over de Eerste Wereldoorlog zijn verteld. Een tijdsdocument, dat wel, maar zeker geen ‘uniek document’ zoals de uitgever Tempus/The History Press op de achterflap beweert.

Die uitgever schiet serieus tekort. Hij had ons minstens wat houvast omtrent de figuur van Achiel Van Acker en deze uitgave mogen geven maar een voorgeschiedenis ontbreekt totaal. Uit wat voor een gezin kwam Achiel Van Acker? Wat voor jeugd had hij achter de rug toen de oorlog begon? Hoe verging het hem na de oorlog? Een paar van die data hadden in een voorwoord moeten staan.

De uitgever had ons ook over de ‘Herinneringen’ zelf moeten informeren. In de kleine lettertjes van het colofon staat dat de eerste druk dateert van 1967. Was deze oorlogsepisode deel van een langer verhaal? Zoek het zelf maar uit. Een résumé met die referenties had dit boekje boven een banale heruitgave uitgetild.

Achiel Van Acker, Jeugd in oorlogstijd 1914-1918. Herinneringen oorlogsjaren,Tempus/The History Press, 2012

Je kan je dit  boekje aanschaffen via onze webshop

take down
the paywall
steun ons nu!