Nieuws, Samenleving, België -

Hema op een bananeschil? Mogelijk, maar velen delen in de klappen!

Hoe komt het toch dat een genuanceerd debat over de hoofddoek zo moeilijk ligt? Kan er nu echt niet in genuanceerde termen over gesproken worden?

woensdag 9 maart 2011 18:47
Spread the love

Hema ontsloeg een Vlaamse moslima die er via Randstad en zonder hoofddoek was komen werken, maar die er na een tijdje wel een wou dragen. Dat mocht van Hema. Maar vele klanten leken dat niet te waarderen. Daarop zegde Hema haar contract op, ‘omwille van die klanten’, zo luidde het. Ondertussen lijkt het erop dat Hema’s arbeidsreglement niets zegt over een uniform! Ontbrekend beleid? Erger, voor Hema, is dat er nu misschien sprake is een illegale reden voor dat ontslag! Hoewel prof. Blanpain dat tegenspreekt. Hema zit waarschijnlijk wel met wat gebakken peren.

Maar ook de integratie van moslims, het streven naar professioneel en respectvol samenwerken op de werkvloer en het vreedzaam samenleven tussen alle groepen in onze samenleving lijken in de klappen te delen.

Recent onderzoek bevestigt immers dat de hoofddoek een uitermate complex symbool is. Het is én een religieus symbool, én een politiek symbool, én een cultureel gebruik, én ook een middel bij de onderdrukking van de vrouw! Een grootschalige Duitse studie (Muslim Life in Germany) ondervroeg 12.000 mensen, waaronder 3000 moslima’s, over islam en integratie. Zo’n 43% daarvan zegt dat de hoofddoek gedragen wordt tegen een gevoel van onveiligheid en voor 15% is het ook een bescherming tegen agressie van moslim-mannen. En voor bijna allen is het, voor die moslima’s die een hoofddoek draagt, een religieus gebod. De hoofddoek wordt dus door 1000-en moslima’s in Europa gedragen uit vrije wil, maar ook door 1000-en onder dwang en druk!

Ook de politieke symboliek is niet min. Om dat te begrijpen moeten we kijken naar die moslims die  het sterkste voorrang willen geven aan de religieuze regels, de sharia. In Groot-Brittanië zou, volgens diverse onderzoeken, zo’n 30 à 60% van de ondervraagde moslims de invoering van de sharia vragen. De 30% slaat daarbij op die moslims die dat ook willen in al die gevallen waarin de sharia tegenstrijdig is met fundamentele regels van de burgerlijke rechtsorde!

En die tegenstrijdigheden zijn niet min. Enkele decennia geleden stelde de Britse topjurist Sebastian Poulter al dat officiële erkenning van de sharia daarom niet kon. Een overkoepelende organisatie van moslims (UMO) had dat gevraagd aan de regering, maar die trad Poulter’s  advies bij. De onverzoenlijkheden tussen de sharia en burgerlijk recht zijn immers te talrijk en te verregaand. Verdeel maar eens een erfenis van een moslim met 2 zonen en 2 dochters op een manier die beide normen respecteert. Volgens de sharia krijgt elke zoon dan één derde (33,33%) en elke dochter één zesde (16,66%). Volgens ons recht echter moet elk kind, dus ook elke dochter, minstens één vijfde krijgen (dus minstens 20%). Beide normen kunnen dus niet tegelijk gerespecteerd worden.

En zo zijn er nog wel meer grote en kleine struikelstenen. Omwille daarvan oordeelde ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2003 en 2004 dat de sharia onverzoenbaar is met fundamentele aspecten van onze democratie.

Het is dus kiezen of delen voor vele moslims. Dat maakt dan ook een behoorlijk existentiële crisis uit. Het lijkt erop dat daarbij slechts een minderheid onvoorwaardelijk voor de sharia kiest, maar dat een grotere groep gewrongen zit tussen twee tegenstrijdige en onverzoenbare hoogste normen.Die minderheid radicaliseert echter wel. Ze toont ook een hard en diepgaand misprijzen en gebeurlijke agressie tegenover alle niet-moslims én andersdenkende moslima’s.

Onderzoek bevestigt voorts ook dat het proseletisme bij nogal wat geslueirden, en zeker bij vele bekeerlingen-met-hoofddoek behoorlijk problematisch uitvalt. Ze lijken ongesluierde moslima’s al eens stevig onder druk te durven zetten. In een eigen onderzoek over meerdere jaren vond ik daarbij geen enkele werkzame, laat staan afdoende bescherming voor die moslima’s die geen hoofddoek willen dragen maar op onbegrip stoten.

Het ligt dus met dat éne symbool en haar véle betekenissen veel genuanceerder en veel moeilijker dan wat velen menen.

Zorgwekkend is daarbij dat zovele politici en zelfs academici die complexiteit straal negeren. ‘Extreem-rechts’ ziet enkel druk, geweld en onderdrukking, en ‘links’ – met onze verontschuldigingen voor al die veralgemeningen- ziet enkel een onschuldig religieus symbool. Zo komen we er natuurlijk niet. Hoog tijd voor een ernstige analyse en een genuanceerde benadering. Daarbij moeten alle problemen die het vreedzaam samenleven op de werkvloer, in scholen, winkels en op straat aangepakt worden. Onze bedrijven kampen nu al met zo’n grote problemen (krapte, loonlasten, …). Sectarisme, zelf-uitsluiting en uitsluiting kunnen we daarom missen als kiespijn.
Om Meryem Almaci te parafraseren, het is hoog tijd om de clichés over de islam die ieders keuze zogezegd respecteert te dumpen gezien de sentimenten en connotaties van vele gesluierden en hun medestanders in véél teveel gevallen absoluut niet zo netjes liggen!

Het feit dat naast die sharia-gerichte minderheid en de grote groep twijfelaars een grote groep wel resoluut kiest voor de democratie bevestigt ondertussen wel dat we er wel kunnen geraken! Het is nu dus aan de twee eerste groepen moslims om onvoorwaardelijk en integraal voor de democratie te kiezen! Tegelijk moeten ook onze overheden en alle andere autoriteiten stoppen met éénzijdige benaderingen van deze uitdagingen.
Voor meer analyse en enkele voorstellen, zie hier (115 p.) of, voor enkele kortere teksten, hier .

Rudi Dierick
Specialist competentie- en diversiteitsbeheer, echtgenoot van een praktiserende, niet-gesluierde moslima, zelf gelovig katoliek, en ook politiek secretaris van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen. Bijdrage in eigen naam.

take down
the paywall
steun ons nu!