Hawija en de omliggende dorpen zijn vervuild door straling en overgebleven munitie uit een Amerikaanse legerbasis.
Nieuws, Politiek, Irak, Oorlogsmisdaden, George W. Bush, Protestbeweging, Uraniumwapens, Chemische wapens, Oorlog in Irak -

Hawija: een kroniek van Iraaks verzet, uranium en oorlogsmisdaden

Hawija is niet zomaar een Iraakse stad. Het is een van de meest opstandige steden in Irak. Hawija heeft een zware prijs betaald voor haar fel verzet tegen de bezetting sinds 2003. En nu sterven de kinderen van Hawija langzaam, als gevolg van verontreiniging door chemische en uraniumwapens, achtergelaten op afvalterreinen door de Verenigde Staten.

vrijdag 3 mei 2013 14:35
Spread the love

Hawija na het bloedbad van 23 april 2013

De parlementaire onderzoekscommissie naar het bloedbad dat werd aangericht tijdens een vreedzame demonstratie in Hawija en waarbij meer dan 50 doden vielen, onthulde op dinsdag 30 april dat 90 procent van de slachtoffers van de aanval door het Iraakse SWAT-team in het hoofd, de buik en de borst was geschoten.

Sommige demonstranten werden doodgeschoten terwijl hun handen achter hun rug gebonden waren. Het verslag bevestigt dat het protestgebied vrij van wapens was. Dit bevestigt de claim van de organisatoren van de demonstratie, die het vreedzame karakter van het protest benadrukten en het bezit van wapens of aanzetten tot geweld ontkenden.

Voorzitter van de Iraakse parlementaire commissie voor mensenrechten, Salim Al-Jabouri, bevestigde dat ‘hoge Iraakse officieren’ betrokken waren bij de raid op Hawija. Hij beweerde dat deze officieren orders to kill hadden gegeven aan hun soldaten.

“Het probleem houdt niet op bij een legerraid, het gaat verder dan dit. Hier is sprake van gerichte executies en moorden, en een aantal van de gewonden werd zelfs specifiek geviseerd. Dit is een misdaad tegen de menselijkheid”, voegde hij eraan toe.

Minister van Industrie en Mineralen, Ahmad Nasir Dilli al-Karbuli, minister van Onderwijs, Mohammed Tamim, en minister van Wetenschap en Technologie, Abd al-Karim al-Samarrai, hebben ontslag genomen als reactie op het bloedbad.

“We zijn tot nu toe terughoudend gebleven, maar als regeringstroepen ons blijven aanvallen, weet niemand wat er zal gebeuren in de toekomst, en de dingen kunnen uit de hand lopen”, zei Abdul Aziz al-Faris, een stamhoofd in Hawija.

Een westerse diplomaat zei op voorwaarde van anonimiteit: “De bottom line is dat het er naar uitziet dat buitensporig geweld werd gebruikt en veel ongewapende mensen werden vermoord. Er zijn meer mensen gedood dan er wapens waren”.

Het Global Forum for Islamic Parliamentarians (GFIP) sprak zijn diepe spijt uit na de schokkende moorden in Hawija. In een persverklaring op 24 april, zei de GFIP: “De gewelddadige overval is een flagrante schending van het Handvest van de Verenigde Naties en alle internationale normen en verdragen inzake mensenrechten.”

Op 25 april slaagde personeel van het Internationale Rode Kruis (ICRC) erin om de stad Hawija te bereiken om de situatie te beoordelen en medische hulp en materieel te bezorgen aan de lokale gezondheids- en zorgcentra.

“In veel dorpen langs de weg zagen we begrafenisplechtigheden en in het ziekenhuis werden vele gewonden nog steeds behandeld”, zei Anis Gandeel, ICRC-afgevaardigde die de missie leidde.

De reactie van de Iraakse regering

De regering probeerde zoals gewoonlijk om het geweld te bagatelliseren en viseerde de media. De exploitatievergunningen van de pan-Arabische zender Al Jazeera en negen Iraakse tv-kanalen werden opgeschort. Ze werden ervan beschuldigd om escalerende sektarische spanningen te veroorzaken. 

Het is evenwel het virulente sektarisch beleid van premier Nouri al-Maliki dat het Iraakse volk heeft vervreemd van het politiek proces en in opstand heeft gedwongen. Sinds 25 december hebben vreedzame demonstranten geëist dat hun fundamentele rechten zouden worden gerespecteerd.

Honderdduizenden werden jarenlang opgesloten, velen zonder aanklacht, in gevangenissen gerund door sektarische milities. Meer dan 1.400 mensen wachten op executie. De autoriteiten onder leiding van premier Maliki hebben op deze vreedzame demonstraties meermaals gereageerd met bedreigingen en gewelddadige tussenkomsten, in Ramadi, Baquba en andere plaatsen.

The Guardian meldde op 18 april: “Troepen ondersteund door helikopters zijn op zoek naar Izzat Ibrahim al-Douri, hoofd van Saddams nu verboden Baath-partij, in de dorpen rondom de stad Tikrit. (…) Woordvoerders van de Veiligheidsdiensten die betrokken zijn bij de Douri-operatie zeiden dat ze geloofden dat hij zich bewoog tussen Tikrit en de steden Dour en Hawija.”

Zou dat de reden zijn waarom deze specifieke protestsite werd aangevallen? Misschien, maar er zijn belangrijker redenen voor de dodelijke raid op Hawija.

Hawija is niet zomaar een Iraakse stad. Het is een van de meest opstandige steden in Irak. Ze heeft een zware prijs betaald voor haar fel verzet tegen de bezetting sinds 2003. En nu sterven de kinderen van Hawija langzaam, als gevolg van verontreiniging door chemische en uraniumwapens, achtergelaten op afvalterreinen door de Verenigde Staten.

Chemische en uraniumwapens doden kinderen in Hawija

Eind augustus 2011 bracht de Organisation for Women’s Freedom in Iraq (OWFI) een vernietigend rapport uit over belangrijke milieu- en gezondheidsproblemen, veroorzaakt door een Amerikaanse militaire basis in de Iraakse stad Hawija.

Het rapport, getiteld ‘US Army Base transformeert de binnenstad van Hawija in een crisiszone: honderden verlamde kinderen en tieners met kanker’ beschrijft hoe “in een stad van 109.000 mensen er een generatie is van kinderen die lijden aan poliomyelitisverlamming en gevallen van hersenbeschadiging of atrofie.”

“412 van deze kinderen en tieners zijn patiënten in de kliniek, terwijl de werkelijke aantallen hoger liggen dan 600. Kanker verspreidt zich als een epidemie onder alle leeftijdsgroepen, maar vooral onder tieners, die wachten op hun dood vermits de Iraakse en Amerikaanse regeringen geen pogingen ondernemen om enige behandeling of medicijnen te verstrekken.”

Nog aldus het rapport is “de Amerikaanse regering verantwoordelijk voor de straling door het gebruik van hun wapenarsenaal om te oefenen met munitie en explosieven in een veld dat slechts anderhalve kilometer verwijderd was van een woonwijk en niet ommuurd of omheind was teneinde blootstelling van burgers, kinderen, en herders te voorkomen.”

Verder werd in het rapport, dat niet werd opgemerkt door de reguliere media, geconstateerd dat afvalterreinen in Hawija en de omliggende dorpen zijn vervuild met straling en overgebleven munitie uit een Amerikaanse legerbasis, wat een menselijke tragedie heeft veroorzaakt.

Tot op de dag van vandaag wordt dit ontkend door de zowel Iraakse als de Amerikaanse regering. Bovendien doen de twee regeringen er alles aan om ervoor te zorgen dat de kwestie top secret blijft, ondanks de dagelijkse tragedies waarmee de bewoners van het gebied geconfronteerd worden.

Evan Al-Darraji (The War Resisters League Blog) schreef in haar artikel: ‘Meerdere Methodes, Eén Moord’: “Het vreemde is dat de VS nog steeds beweren dat de oorlog tegen Irak ‘clean’ was! Kun je een wrede oorlog die moord, vernietiging en ontheemding heeft veroorzaakt ‘clean’ noemen? Zij ontkennen het, ondanks alle bewijzen tegen hen, wat hun leugens en schendingen van internationale verdragen en protocollen nog wat meer in de verf zet. Verschillende internationale verdragen verbieden het gebruik van bacteriologische en chemische methoden van oorlogvoering.”

“Wat is het nut van al deze verdragen en resoluties? Zijn ze enkel maar clichés en versieringen, terwijl mensenrechten massaal geschonden worden in Irak?”

“Wie is verantwoordelijk om onze meest fundamentele rechten te verzekeren en diegenen die ze schenden ter verantwoording te roepen? Waar is de overheid, en welke maatregelen neemt ze om ons recht op leven te verdedigen, onze gezondheid, en de toekomst van de burgers van Irak, in het licht van deze schandalige humanitaire crises?”

“Wie is verantwoordelijk? Aan wie moeten we onze grieven uiten?”

Falah Alwan van de Federatie van werknemers en vakbonden in Irak (FWCUI) schrijft: “Er zijn honderden mensen met ziekten, waaronder kanker. Mensen kunnen zich geen goede medische behandeling veroorloven; FWCUI en OWFI eisen dat het testen van wapens stopt, dat de site wordt gesaneerd en dat mensen toegang krijgen tot adequate medische behandeling”.

Hawija, het verhaal van een stad in verzet

Hawija is een stad in de buurt van Kirkuk ten noorden van Bagdad. Ze ligt in de provincie Kirkuk, ongeveer 30 mijl ten zuiden van Kirkuk. Er leven ongeveer 450.000 mensen in en rond Hawija. De stad zelf heeft ongeveer 150.000 inwoners.

Tijdens de bezetting hebben Amerikaanse en Iraakse troepen tal van dodelijke aanslagen te verduren gekregen in dit opstandig gebied. Vanaf maart 2006 werd Hawija beschouwd als een van de gevaarlijkste steden van heel Irak. Amerikaanse soldaten en de buitenlandse pers in Bagdad noemden Hawija het ‘Anbar van het Noorden’.

Amerikaans leger voortdurend onder vuur

De dichtstbijzijnde Amerikaanse Forward Operating Base (FOB) nabij Hawija is FOB McHenry, opgericht in 2003 door de Alpha Company 1-12-infanterie en gevestigd in een verlaten school in de stad Hawija. Vanaf mei 2005 was FOB McHenry de thuisbasis van ongeveer 500 Amerikaanse soldaten.

In maart 2006 werden soldaten van het 1ste Bataljon 327-infanterieregiment in FOB McHenry geconfronteerd met 3 tot 5 bermbommen per dag. Vanaf 1 november 2005 tot en met maart 2006 behandelden medici zo’n 120 gevallen van trauma. Negen leden van de brigade zijn omgekomen in gevechten in Hawijah.

Dat 1ste Bataljon 327-infanterieregiment werd vervangen in augustus 2006 door de 2-27 ‘Wolfhounds’. Hun 15 maanden durende verblijf in FOB McHenry, was voor de Amerikaanse troepen één van de dodelijkste van de oorlog. Naar schatting werden van de 250 tot 300 soldaten die regelmatig op missie gingen, 18 gedood in actie. De dodelijkste dag was op 6 december 2006. Vijf soldaten werden gedood toen hun ‘humvee’ getroffen werd door een bermbom.

Veel van de Amerikaanse militaire operaties waren tegen Hawija gericht. De eerste was operatie ‘bajonet lightning’, een militaire actie in een vroeg stadium van de oorlog, die werd gehouden om wapens, materialen, en mensen te zoeken die voor de coalitietroepen als ‘een bedreiging’ werden beschouwd.

De gezamenlijke operatie van Iraakse en Amerikaanse troepen, duurde ongeveer 16 uur en werd uitgevoerd op 2 december 2003. Er namen 1.200 soldaten van de 173ste ‘airborne brigade’, de 4de infanteriedivisie, en Iraakse militairen aan deel.

“Verscheidene andere militaire campagnes tegen Hawija volgden, maar dat kon het verzet niet ontmoedigen. Het is onmogelijk om na te gaan hoeveel Irakezen werden gedood in Hawija tussen 2003 en 2013. Geen journalist, geen enkele soldaat heeft melding gemaakt van burgerslachtoffers in deze stad, maar we kunnen aannemen dat veel inwoners van Hawija tijdens deze periode het leven hebben verloren”

‘Embedded’ journalisten schrijven over Hawija

In een artikel van 8 juli 2006 getiteld: ‘Hoe los je een probleem zoals Hawija op?’, schrijft reporter Shelby Monroe: “Niet ver van Kirkuk ligt het stadje Hawija. Hawija lijdt een ogenschijnlijk vreedzaam bestaan. Het is een landbouwgebied, vol met groen, ondanks maanden zonder regen.”

“Rijen met zonnebloemen zomen de percelen af. De schapen hebben velden om te grazen, in tegenstelling tot de schapen in Kirkuk die genoegen moeten nemen met wat voedsel dat zij vinden in het afval van de straten. Je veronderstelt een ??leven van rustige eenvoud tussen deze geïrrigeerde velden en bloemen, maar niets is eenvoudig in Irak. In Hawija stierven al meer soldaten dan in Kirkuk.”

Victor Vasquez beschrijft Kirkuk als vergelijkbaar met het Chicago van de jaren 1920, en Hawija is het Wilde Westen. Volgens majoor Kelly Kendrick, zijn “de meerderheid van de aanvallen tegen onze soldaten in Hawija gepleegd door mensen die zich verzetten tegen onze aanwezigheid, maar die geen deel uitmaken van een georganiseerd terroristisch netwerk.”

“Wij proberen om de macht te ontnemen van degenen die ze misbruiken, maar ze willen zich niet overgeven zonder een gevecht. Wanneer een konvooi door het centrum van Hawija rijdt, staan de gedachten en de wapens op scherp. Het trage tempo van het verkeer door de smalle straatjes wordt zenuwslopend.”

“Hoewel de lokale bevolking zich gewoon gedraagt, zou het onverstandig zijn voor de soldaten om te stoppen en te praten, waardoor het moeilijk is om de perceptie te veranderen, laat staan ??relaties op te bouwen.”

Op 19 oktober 2006 schrijft Ben Murray in zijn artikel ‘Hawija: Een kleine stad met grote problemen’: “Deze stad zal je op de meeste kaarten van Irak niet vinden. Klein en enigszins geïsoleerd tussen Kirkuk en Beij, ongeveer 175 mijl ten noorden van Bagdad, bevindt zich Hawija, een wildgroei van gebouwen in een wirwar van straten.”

“Ze is de thuisbasis van ongeveer 40.000 mensen, ze heeft geen industrie, is ook niet van enige politieke betekenis, en de straten zijn bezaaid met afval en de sporen van herhaalde aanvallen van opstandelingen zijn duidelijk zichtbaar.”

“Het lijkt een ??onopvallend stadje te zijn in de buurt van de noordelijke Koerdische regio van Irak. Maar telkens de Amerikaanse troepen vertrekken uit hun Forward Operating Base McHenry nabij de stad, rijden ze rechtstreeks in de muil van een boze opstand, zo hevig dat vijf soldaten werden gedood in de eerste zes weken die het 2de bataljon, 27ste regiment infanterie hier doorbracht.”

“De werkloosheid is fenomenaal hoog in de stad, misschien wel 80 procent, mede als gevolg van de ontbinding van het oude Iraakse leger”, zei kolonel Fatah Mahmoud Yaseen, Hawija’s politiechef. “Velen in de stad zijn voormalige militairen die hun baan verloren toen Amerikaanse troepen het leger ontbonden in 2003.”

Deze twee voorbeelden geven een idee van de sterke weerstand die de coalitietroepen en de Iraakse strijdkrachten hebben ondervonden in Hawija sinds 2003.

Protesten duren voort

Het komt dus niet als een verrassing dat Hawija het eerste protestgebied was dat moest worden ‘opgeruimd’ en vernietigd door Maliki’s troepen. Hawija werd als ??voorbeeld gesteld voor de rest van de protestbewegingen in andere gebieden.

Maar de massale en vreedzame demonstraties tegen de regering duren onverminderd voort in alle provincies van Irak … al meer dan vier maanden nu, en miljoenen demonstranten blijven straten en pleinen bezetten.

In een wanhopige poging om de demonstraties te breken, heeft Nouri al-Maliki militaire versterkingen en anti-oproerpolitie gestuurd naar de provincie Anbar. Als reactie besloten stammen in Anbar tot het opzetten van gewapende eenheden om de demonstranten te beschermen.

Het is tijd om dit bloedvergieten te stoppen. Tijd voor Maliki en de overblijfselen van de Amerikaanse bezetting om op te stappen.

Roep de oorlogsstokers ter verantwoording!

Ondertussen willen Amerikaanse leiders nog steeds hun verantwoordelijk niet erkennen voor de vernietiging van Irak.

“Ik voel me goed bij het besluitvormingsproces. Ik denk dat de verwijdering van Saddam Hoessein de juiste beslissing was, niet alleen voor onze eigen veiligheid, maar om mensen de kans te geven om te leven in een vrije samenleving”, zei de voormalige Amerikaanse president George W. Bush.

“Wat mij betreft, is het debat voorbij. Ik bedoel, ik deed wat ik deed. En historici zullen uiteindelijk oordelen of die beslissingen goed of fout waren.”

Nee, meneer Bush, het debat is nog lang niet voorbij. De wereldgemeenschap houdt je verantwoordelijk en zal uiteindelijk oordelen over de misdaden die je tegen het Iraakse volk hebt begaan. Zolang je je verantwoordelijkheid niet wil aanvaarden, kan er geen gerechtigheid zijn.

Dirk Adriaensens

Dirk Adriaensens is coördinator van SOS Irak en lid van het uitvoerend comité van het BRussells Tribunal. Tussen 1992 en 2003 leidde hij verschillende delegaties naar Irak om er de effecten van de sancties te observeren. Hij was lid van het Internationaal organisatiecomité van het World Tribunal on Iraq (2003-2005).

take down
the paywall
steun ons nu!