Haïti: kroniek van een aangekondigde ramp
Nieuws, Wereld -

Haïti: kroniek van een aangekondigde ramp

Bijna twee maanden geleden werd Haïti getroffen door een zware aardbeving. Dit was een aangekondigde ramp, schrijft Marc Vandepitte.

maandag 8 maart 2010 16:30
Spread the love

Op 12 januari 2010 werd Haïti getroffen door een zware aardbeving, vlakbij de hoofdstad Port au Prince, waar zo’n drie miljoen mensen wonen. De stad werd zo goed als helemaal vernield. Het precieze aantal slachtoffers is nog niet gekend. Er zijn op dit moment al 230.000 doden geteld, maar het aantal kan oplopen tot 300.000. Ook zijn 1 miljoen mensen dakloos geworden. Het leven is een ware nachtmerrie geworden. De elektriciteit werd vernield, er is geen drinkbaar water, er is voedseltekort …

Een aardbeving wordt veroorzaakt als onderaardse platen elkaar aanraken. Het gaat over enorme rotslagen, zogenaamde tektonische platen, met een dikte van 5 tot 10 km, die heel traag bewegen op vloeiende lava, in het geval van Haïti tussen de 5 en 10 cm per jaar. Als twee zo’n platen elkaar ontmoeten veroorzaakt dat een grote spanning en uiteindelijk een beving. Dat gebeurt meestal tussen 3 en 600 km onder de aardoppervlakte. Hoe dieper onder de grond hoe minder het gevoeld wordt. In Haïti was het op 13 km onder de oppervlakte, vandaar de hevigheid.

De plaatsen waar zo’n tektonische platen elkaar ontmoeten, zijn ook vaak gebieden waar gas en olie naar boven gestuwd worden door de aardkorst. Haïti ligt, samen met buurland Cuba, wellicht op een van de grootste onverkende olie- en gasgebieden en misschien ook nog andere waardevolle mineralen.

De ene aardbeving is de andere niet

In Japan was er in 1995 een aardbeving met een gelijkaardige kracht nabij de stad Kobe, waar 1,5 miljoen mensen woonden. Er waren daar slechts 6.000 doden. In Haïti zijn dat er tientallen malen zoveel. Hoe komt dat? In Japan zijn de huizen veel steviger gebouwd en voorzien tegen grote aardschokken. De staat is goed georganiseerd en voorbereid op natuurrampen. Er zijn moderne ziekenhuizen en is er veel medisch personeel. De wegen zijn goed onderhouden zodat hulpploegen snel tussenbeide kunnen komen.

Veel mensen in Haïti zijn gestorven omdat de hulp niet snel kwam. In Japan zijn er geld en middelen genoeg om daklozen op te vangen, de mensen van eten en drinken te voorzien, te voorkomen dat er besmettelijke ziektes uitbreken, enz. In Haïti is dat er allemaal niet. In Japan zijn de mensen gemiddeld 60 maal rijker dan hun Caraïbische collega’s. Ze leven er gemiddeld meer dan twintig jaar langer. In Haïti leeft 80% van de bevolking onder de armoededrempel terwijl de 10% rijksten meer dan 70 maal rijker zijn dan de 10% armsten. Bijna 60% van de mensen is ondervoed, bijna de helft heeft geen drinkbaar water. 55% van de jongeren is werkloos.

Een lange geschiedenis van bezetting, dictatuur en onderdrukking.
Haïti is een van de armste landen van de wereld. Hoe dat komt is het resultaat van een lange geschiedenis van armoede, buitenlandse bezetting en dictatuur. In 1492 werd het land ontdekt en veroverd door Columbus. Door ontbering en ziektes was de oorspronkelijke bevolking (indianen) na minder vijftig jaar zo goed als uitgeroeid. Er werden dan maar slaven uit Afrika aangevoerd om op de plantages te werken. Halverwege de zeventiende eeuw werd Haïti een Franse kolonie. Het was op dat moment een van de rijkste kolonies van het westelijk halfrond.

In 1789 was er een belangrijke revolutie in Frankrijk: het begin van de democratie in West-Europa. De leuze was: vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. De zwarte slaven vonden dat die leuze ook op hen toepasselijk was. Ze waren de uitbuiting en hun brutale behandeling beu en kwamen twee jaar later zelf in opstand, in 1791 dus. Er brak paniek uit bij de koloniale heersers. Een groot deel van de rijkdom uit de kolonies was gebaseerd op slavenarbeid. Als de opstand in Haïti zou slagen dan waren ze hun gratis arbeidskrachten kwijt en bovendien zou die opstand kunnen overslaan naar andere kolonies. Dat moest kost wat kost vermeden worden.

Een alliantie van koloniale troepen landde op het eiland op de opstand de kop in te drukken. Het ging om Franse, Nederlandse, Duitse en Zwitserse soldaten. Ook de Britten kwamen zich in de strijd mengen. Na zeer hevige gevechten verkreeg Haïti zijn onafhankelijkheid. Maar het land zat aan de grond: de landbouw was vernield en bijna een derde van de bevolking was in de strijd omgekomen. Bovendien werd aan het nieuwe land door de westerse mogendheden een heel zware schuld opgelegd. Indien ze die zouden aflossen zou de internationale coalitie terug binnenvallen en oorlog herstarten. De afbetaling duurde zo maar eventjes 120 jaar en was een van de hoofdoorzaken dat het land een van de armste van de regio werd.

De Verenigde Staten komen zich moeien

Het land was nu politiek wel onafhankelijk, maar de economie kwam bijna volledig in handen van buitenlanders, ter plaatse gesteund door een kleine elite. Als Haïtianen al werk hadden, kregen ze daarvoor een schandalig laag loon. De grote winsten verdwenen in de zakken van de buitenlanders en een kleine elite.

Tussen 1915 en 1934 werd het land militair bezet door de Verenigde Staten. Er werd dwangarbeid ingevoerd en de economie ging nog meer achteruit. De Noord-Amerikanen richtten een modern leger op om ervoor te zorgen dat het volk niet in opstand zou komen. Ook richtte de CIA doodseskaders op. Er zijn bewijzen dat belangrijke legerofficieren en kopstukken van die doodseskaders betaald en opgeleid werden door de CIA. Dat de VS veel belang hecht aan het eiland kan je zien aan het feit dat hun ambassade in Port au Prince de vijfde grootste is ter wereld.

Vanaf dat moment leefde de bevolking onder het schrikbewind van het leger en de doodseskaders. In 1957 kwam er een vreselijke dictatuur o.l.v. François Duvalier, die later opgevolgd werd door zijn zoon, Jean-Claude Duvalier. Onder hun bewind voerden ze een asociaal en neoliberaal beleid. Grote delen van de economie werden geprivatiseerd, tot en met gezondheidszorg, onderwijs. Handelsbelemmeringen werden opgeheven waardoor het land werd overgeleverd aan de wereldmarkt. De rijstboeren konden niet op tegen de zwaar gesubsidieerde rijst uit de VS. Begin de jaren tachtig kon het land zichzelf nog voorzien van voldoende rijst, vandaag voert het 75% van de rijst in. Er ontstond een massale plattelandsvlucht. Vandaag leeft één op drie van de bevolking in de hoofdstad.

Even hoop met Aristide

In de jaren tachtig pikten de mensen het niet langer en kwamen in opstand. Hun leider was de priester Aristide. Ze verjoegen de dictator. Deze vertrok met het grootste deel van de schatkist en vond onderdak in Frankrijk, waar hij tot op de dag van vandaag royaal leeft en bescherming geniet. In 1991 werd de populaire Aristide verkozen tot president. Maar het leger liet niet begaan, met steun van de VS pleegde het enkele maanden later een staatsgreep. Er kwam grote chaos in het land. De VS vielen het land binnen in 1994 en herstelden de orde. Zij bepaalden ook grotendeels wat er moest gebeuren.

In 2001 werd Aristide opnieuw verkozen tot president, deze keer zelfs met 92% van de stemmen. Hij koos voor een sociale politiek en wou een einde maken aan het neoliberaal beleid. Zo trok hij het minimumloon op. Hij vroeg aan Frankrijk om de historische schulden terug te betalen en schaftte het leger af. Ook liet hij een witboek samenstellen om de gekende vindplaatsen van grondstoffen in kaart te brengen. Hij wou ervoor zorgen dat de natuurlijke rijkdommen niet zouden uitverkocht worden, maar zouden dienen voor de ontwikkeling van het land en de armoedebestrijding.

Semi-kolonie

Dat was natuurlijk allemaal niet naar de zin van de Westerse mogendheden en de lokale elite. Er kwam een boycot van de grote Internationale Instellingen: geen leningen meer en een vermindering van de zeer belangrijke ontwikkelingshulp. Aristide nam ook niet altijd verstandige beslissingen. Er kwam onrust in het land. In 2004 begonnen paramilitaire groepen, gesteund door de rijke elite, het land helemaal te destabiliseren. Aristide werd door VS mariniers ontvoerd en op een vliegtuig gezet richting Afrika. Er kwam een troepenmacht van de Verenigde Naties om de rust te herstellen. Er was wel een regering, maar die had en heeft nauwelijks greep op het land.

Al die gebeurtenissen brachten Haïti steeds verder naar de afgrond. Voordat de aardbeving kwam was het land dus eigenlijk al zo goed als vernietigd. En dan sloeg het noodlot helemaal toe in januari 2010.

Washington maakte van de gelegenheid gebruik om andermaal mariniers te sturen: 20.000, hetzelfde aantal als in 1994. Daarbij verhinderden ze zelfs de humanitaire operaties van diverse hulporganisaties. Er zijn twee redenen voor de militaire invasie: vooreerst de potentiële olierijkdommen. Nadat Aristide werd verbannen is een team van Texaanse geologen gestart met een ambitieus miljardenproject voor de ontginning van gas en olie in deze regio: niet alleen Haïti maar ook Cuba… Een tweede reden is Venezuela. De militaire aanwezigheid in Haïti pas perfect in de militaire omsingelingsstrategie van Venezuela door de regering Obama. (Zie kaartje.)

Belangrijke lichtpuntjes

Er zijn twee belangrijk lichtpuntjes. Vooral vanaf de jaren tachtig zijn de mensen zich meer en meer beginnen organiseren in volksorganisaties: vrouwenorganisatie, boerenbewegingen, vakbonden, wijkorganisaties, … Zij waren het die de dictator verdreven hebben en zij hebben er ook gezorgd dat er na de aardbeving geen totale chaos is uitgebroken. Zij zijn ook mee verantwoordelijk voor het ordelijk verloop van de hulpverlening.

Er is ook de toenemende steun van de landen van de ALBA, waarvan Haïti waarnemend lid is. Enkele voorbeelden. Sinds 1998 werden 13 miljoen Haïtianen medisch behandeld, voor door Cubaanse dokters. Bijna duizend jongeren konden gratis studeren in ALBA landen, momenteel zijn er zo’n 600 bezig aan hun studie. Er werden de afgelopen jaar 160.000 Haïtianen gealfabetiseerd.

Na de aardbeving richtte de ALBA een fonds op voor de heropbouw. Zij maken daar 120 miljoen dollar voor vrij, dat is in verhoudingen zeven maal zoveel als wat de VS of de Europese Unie aan hulp bieden (beloven). Venezuela, de belangrijkste schuldeiser van het land heeft alle schulden kwijtgescholden en levert nu gratis brandstof. Er is momenteel een medische ploeg van 1000 dokter en paramedisch personeel, waarvan 766 Cubaanse dokters. Ze hebben spoeddiensten opgericht in 14 ziekenhuizen en hebben mobiele brigades in tientallen wijken. De ALBA heeft ook een plan uitgewerkt voor de heropbouw van het onderwijs, de gezondheidszorg, de infrastructuur en voor het herstellen van de voedselveiligheid.

Bronnen
‘Agriculture et souveraineté alimentaire en Haïti : quelles alternatives aujourd’hui?’, 1/03/2007, http://www.medialternatif.org/alterpresse/spip.php?article5722.
‘Haiti’s Nightmare: Made in the USA’, Revolutionary Worker 28 maart 2004, http://rwor.org/a/1234/haiti.htm.
Chomsky N., Year 501: The Conquest Continues, New York 1993.
Engdahl F., ‘The Fateful Geological Prize Called Haiti’, 30/01/2010, http://www.engdahl.oilgeopolitics.net/Geopolitics___Eurasia/Prize_Haiti/prize_haiti.html;
Rougeau T., ‘Imperialism in Haiti’, 18/08/2005, http://www.gnn.tv/articles/1643/Imperialism_in_Haiti.
Scott H., ‘Haiti Under Siege. 200 years of U.S. imperialism’, International Socialist Review mei-juni 2004, http://www.thirdworldtraveler.com/Haiti/Haiti_Under_Seige.html.
Ziegler J., ‘Les plans du FMI ont été meurtriers’, 14/02/2010, http://www.alternatives.ca/fra/journal-alternatives/publications/dossiers/catastrophe-a-port-au-prince/article/haiti-jean-ziegler-les-plans-du?lang=fr
Juventud Rebelde
Le Monde Diplomatique

take down
the paywall
steun ons nu!