De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Grootsheid die niet is klein te krijgen. De verhalen van vader, moeder, grootvader en grootmoeder!

zondag 11 juni 2017 20:58
Spread the love

“Vader en moeder zult gij eren”, zo klonk het. Momenteel wil ik schrijven over iets dat ik van kindsbeen af heb zien wegen op landgenoten, dat misschien te maken heeft met een bepaalde stijl van opvoeden. Ik bemerkte een grote persoonlijke onzekerheid, ik zag hoe mensen beïnvloedbaar bleken voor reclamejongens, dokters, pastoors, de persmannen en de waan van de dag, voor de in banale gewoonten en pronkstukken waar de buren mee uitpakken. Verlossing van de nood aan schijn komt misschien ook juist uit onverwachte hoek: van de uitstraling van je vader en moeder, van de “getuigenissen en verhalen” die thuis werden verteld. De momenten dat moeder, vader of grootmoeder aan “voorlezen” deed, dat is wel zeker uiterst vruchtbaar bestede tijd!

Ik ben meestal best tevreden vijftiger, ook al is mijn bestaan lang niet altijd over rozen gegaan. Het is, eerlijk gezegd, wel met vlag en wimpel het interessantste bestaan van alle mensen die ik persoonlijk ken. Ik constateer ook dat lezers en gesprekspartners geregeld moeten opmerken, hoe kan het toch dat u als schrijver en debater zo zeker bent van uw standpunten? Als ik daarover nadenk, kom ik uit bij de vader en de moeder, onze afkomst is wat atypisch, origineel. Iets in onze opvoeding lijkt onweerlegbaar krachtig en positief: de vele doorleefde verhalen en getuigenissen van de ouders in onze eerste levensjaren. De kindersprookjes die bij onze cultuur en die van het Midden Oosten horen en die aan ons als kleine jongens werden voorgelezen: dat die de basis uitmaken van een tevreden en voldoening gevend leven, en dit met relatief beperkte middelen.

Om dit stukje te schrijven ben ik even in de papiermand gedoken. Ik duikel de snippers op van de glossy reclame die in de weekendkrant zat, vier grote middenpagina’s, die ik na een blik met afschuw had verscheurd en weggegooid. Het betreft reclame voor een nieuw model van een automerk: “Sterke statements hoeven niet luid te zijn” klinkt het straf. “Grootsheid die niet is klein te krijgen”. “Kijk naar de nieuwe Insigna, die je met zijn natuurlijke charisma (sic) in alle subtiliteit imponeert”. Als ik persoonlijk aan de Natuur denk, die ik in vele landen en in ons land heb verkend, en aan charisma, dat mensen wel eens zeggen dat ik bezit, dan kan ik dat koppelen aan veel, maar niet  aan een onbezield tuig, een wagen die de lucht vervuild en in de files eindigen zal. Een tuig dat de grondstoffen van Moeder Aarde tot nooit om te keren uitputting brengt.

Carlos, een vriend uit Florida die in Leuven theologie studeerde, merkte het een paar jaar geleden op als ik over de heilige koe van tegenwoordig sprak: “You are very detached…!”. Hoe komt het dat ik minder dan tijdgenoten in de vallen loop die veel mensen te pakken krijgen? Er zijn de laatste jaren meer dan 200.000 gezinnen zo vernam ik, in de schuldbemiddeling gejaagd… Waarom is het zo dat welstellende & geleerde vrienden opmerken dat zij mijn persoon als voorbeeld aanhalen als iemand die “gelukkig is zonder veel bezit”? Wat heeft er mij laten doorgaan,  intussen zesenvijftig jaar lang? Wat was mijn kompas, hoe kon ik als schrijver een boei, een vuurtoren zijn?

 

Misschien wel vooral de op het eerste zicht gewone verhalen die vader ons vertelde, toen ik vanaf het einde van mijn eerste levensjaar  bij hem mocht zitten in onze gelijkvloerse kamers met tuin aan de Tweewaters in Leuven. Daar heb ik nog levendige en gedetailleerde herinneringen aan. De man had zijn eigen vader verloren nog voor hij twee jaar oud was. Die was getorpedeerd in de eerste wereldoorlog toen hij actief was als officier op een slagschip.

Vader stroomde over van verhalen, ook al vond hij als buitenlander slechts na lange maanden werk. Hij bracht dag aan dag verhalen, anekdotes en getuigenissen die ik gretig aanhoorde en overdacht. Over Karl May alias Old Shatterhand; over Göring, de chef van de Duitse Luchtmacht, die zo geweldig “stolz” over zijn uniformen kon zijn. Over Goebbels, die even zo invloedrijk was en over Hitler. Die ongeziene daden had gesteld, het gebroken land had verenigd en perspectief geboden, die aan elk gezin een Volkswagen had beloofd, Duitsland van de eerste autostrades had voorzien, maar die ook een harde dictator was, en zijn natie naar het grote verlies en de totale vernedering had geleid, ontelbare mensen de dood had ingejaagd. Over de superbandiet, Al Capone, over Frank Sinatra, van wie ik in de sixties en seventies de warme, gloeiend-mannelijke stem graag mocht beluisteren op de radio met lampen, maar over wie vader na gesprekken met passagiers op het cruise schip “Stella Polaris” wist dat de zanger banden had met de maffia in Chicago en New York.

Een bewering die later, bij de dood van Sinatra op 14 mei 1998, juist bleek. Over Leni Riefenstahl, de vernieuwende cineaste die het kikker- en het arendsperspectief introduceerde in het vak, maar die verbrand raakte door haar toewijding aan Hitler’s zaak, die persoonlijk met papa had conversaties gevoerd.  Riefenstahl, die voorbij de zestig nog met diepzeeduiken begon, op zoek naar haar eeuwige vlam: Schoonheid. Leni werd 101 jaar oud, en stierf op 8 september 2003, een paar maanden nadat ik haar een e-mail zond en antwoord ontving.

 

Ook moeder had fascinerende verhalen en getuigenissen te vertellen aan beide zonen. Zoals Maria was er geen tweede in de jaren vijftig en zestig. Zij vertrok na jaren werken op kantoor in Brussel en Leuven, zelfstandig naar het Hoge Noorden om gouvernante te zijn in grote families. Later begeleidde zij Britse toeristen naar Joegoslavië, voor ons waren de anekdotes niet van de lucht.

Vanuit Griekenland vertrokken, voor zij Istanboel bereikte, had moeders legendarische globetrottersgeluk haar tijdelijk verlaten. Zij was in West Turkije zwaar ziek geworden, en zweefde tien dagen in half comateuze toestand tussen leven en dood, door onbaatzuchtige, zorgzame en gastvrije lokale mensen zo goed mogelijk verzorgd en bijgestaan door haar reisgezel Chris. Ik merkte als jongen dat moeder  een uitgebreide, toegewijde, vriendenkring en een heel eigen genie bezat. Zij smeedde sterke, langdurige vriendschappen, was een interessante persoonlijkheid.

Verhalen van de ouders, over succes en falen: uiterst vormend voor de kinderen

In Oslo, of was het Helsinki, logeerde moeder kort na de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 op uitnodiging bij de familie van haar vriendin Rita Knutinen, en zij bleef daar ook tijdens de harde winter.  Daarop ontbood de chef van de contra spionage van de hoofdstad tijdens een sneeuwstorm onze moeder, en vroeg haar dringend een verklaring voor haar langdurige verblijf in het land, als enige West-Europese in heel de stad in de winter! Op haar eenvoudige verklaring dat zij uitgenodigd was, en bij vrienden logeerde, kon hij niet anders dan uitroepen “Ik heb anders niet zulke gastvrije vrienden in West Europa!?”

Het werd mij op die manier als kind duidelijk dat iets in de aard van moeder zich soms moeiteloos kon meten met autoritaire figuren. Met mannen van standing met  ruime bevoegdheden en middelen. Moeder had onmiskenbaar iets eigenzinnigs, een sterk wereldbeeld dat uniek was, uitzonderlijk geworteld, zonder dat die opvattingen daarom in woorden werden uitgedrukt.

 

Mijn visie op het menselijke bestaan werd dus vorm gegeven door moeders en vaders persoonlijke verhalen, en door hun sterke ‘persoonlijke oriëntatie’ in het bestaan die uit deze verhalen naar voor kwam. Vader bleek als steward nog straffer te hebben gedaan, hij had alle uithoeken van de planeet bereist. Ik bekeek de dia’s van ontmoetingen in Yokohama, Ottawa, New York en Caïro.

Spot nooit met sprookjes

Verder werd mijn visie op leven, mens en wereld stevig vorm gegeven door de sprookjes en verhalen die moeder mij met toewijding voorlas, voor en na school. Ik herinner mij tot op vandaag sommige tekeningen uit de fascinerende boeken. Van de sprookjes van Grimm en Andersen, tot Bretonse, Arabische, Iraanse, Indiaanse… Het verhaal van “Dwaze Hans”, komt mij vandaag voor de geest: een simpele, welmenende en toegewijde boerenknecht erft bij de dood van zijn baas een grote, gezonde koe. Hij gaat met haar aan het koord de wijde wereld in, en verruilt het dier voor achtereenvolgens een varken, een geit, een gans… De mannen die de transacties aangaan, spotten met hem, en prijzen zich gelukkig, zij zien de meerwaarde van wat zij verwerven. Maar de les is dat Hans telkens gelukkiger en gelukkiger is, want hij volgt zijn eigen waarden-systeem.

 

Mimetische begeerte

Als ik dan zie hoe vandaag veel mensen de kluts kwijt zijn, energie verspillen aan het bestrijden van gevaren en vijanden die dat niet hoeven te zijn, zoals minieme gezondheidsrisico’s, lichamelijke eigenheden of buren uit andere culturen afkomstig, en hoe mensen elkaar na-apen, gevangen in het bekende mechanisme van “mimetische begeerte”, en als ik merk hoe jong en oud vaak heel onzeker zijn over het al dan niet geslaagd zijn in het leven, en dat het bezit van een grote sportwagen daar eerlijk niets aan kan veranderen…

Als ik waarneem hoe mensen zich ter oriëntatie in het bestaan tussen wieg en graf vaak snel en onnadenkend vastklampen aan de boodschappen van pastoors, politici, reclamejongens, bijbel… of tijdschriften, en  wetenschappers allerhande, vooral medici… terwijl wij als zonen daar minder vatbaar voor blijken, dan ben ik dankbaar voor de nabijheid, de aandacht, de affectie en voor de verhalen en getuigenissen van de beide ouders.

In die jaren maakten familieleden overal in de wereld daar volop tijd voor, om gewoon bij elkaar te zitten, te vertellen, de ont-moeting te laten gebeuren.”

Overal zegt de mens: “De beste zaken zijn gratis”.

 

“Een mens kan niet “op wetenschappelijke wijze” door het leven gaan”

 

… En dat is nu net wat ik zie pogend gebeuren, op lucratieve manier ondersteund door de mediamachine: ik merk dat veel mensen dat proberen te doen. Ze halen ‘waarden’ bij “de wetenschap”, terwijl dat per definitie onbegonnen werk is. Omdat een mens altijd meer is dan een organisme dat je “gezond” kan behandelen, als een cultuur van cellen in een reageerbuis. Omdat een mens altijd leeft in een (familie en vrienden)kring, een context van Betekenissen.  Jouw aarden zijn altijd persoonlijk gefundeerde waarden. Die in de limiet terug gaan op associaties die je maakt, minder of meer bewust, op subjectieve manier, associaties die sporen met wat je mee hebt gekregen als kind.

 

Ik denk dan aan de mannen die graag in hun dagelijkse gewoonten, zoals bij het de baard scheren (nu geregeld terug met het traditionele scheermesje of zelfs met het grote plooimes), of in de kleding, of in de keuze van het vervoersmiddel (een old timer, een motorfiets)..aansluiting zoeken bij wat zij de vaders hebben zien doen.

De waarde of onwaarde van een ding is, als we helder kijken, vaak volkomen onafhankelijk van zijn prijs. Een prijs die door de macro -economie, een onpersoonlijk universum van vraag en aanbod, wordt bepaald. Beter gaan wij de waarde zelf te bepalen, in relatie met wat wij sinds de prilste levensdagen als waarde-vol hebben meegekregen en “gezien” Waardevol is voor mij wat ik hoorde in de verhalen, overtuigingen en getuigenissen van onze papa en mama, onze grootouders, ooms en tantes, leraars en leraressen.

…Tegen de druk in van het consumentisme en het economiSme.

Streven naar diepgang, het is wellicht niet eenvoudig, maar wel de beste garantie op een goede passage op aarde. Daarbij spelen verhalen een onvervangbare rol. En de familiebanden.

 

 

11 juni ’17, bij Vaderdag

 

Creative Commons gelden.

Delen mag, met bronvermelding en zonder wijzigingen aan de tekst aan te brengen.

 

640 keer gelezen op 20 II 2022, voor toevoeging van de foto van de grootmoeder die haar kleinkinderen voorleest.

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!