Hague drukte zijn “oprechte spijt” uit over de misbruiken en zei dat de Britse overheid in totaal 23,2 miljoen euro zou uitkeren aan de 5228 slachtoffers die verdedigd worden door een Brits advocatenkantoor.

De misbruiken vonden plaats tijdens de zogenaamde Keniaanse Noodtoestand tussen 1952 en 1960, toen Mau Mau-strijders het opnamen tegen Britse doelwitten en paniek zaaiden onder blanke kolonisten.

Geen precedent

Woensdag al had een advocaat voor de slachtoffers gezegd dat er een akkoord was bereikt, zonder het bedrag te noemen. “De onderhandelingen gingen over iedereen met voldoende bewijs van foltering, dat zijn ongeveer 5200 mensen.” Die krijgen nu een schadevergoeding van ongeveer 4500 euro.

De onderhandelingen startten nadat een Londense rechtbank in oktober vorig jaar oordeelde dat drie Keniaanse burgers die mishandeld waren door Britse troepen en hun Keniaanse bondgenoten, de Britse staat konden vervolgen. Paulo Muoka Nzili werd gecastreerd,  Wambugu Wa Nyingi zwaar geslagen en Jane Muthoni Mara werd seksueel misbruikt in een gevangenkamp.

Omdat de partijen buiten de rechtbank tot een akkoord zijn gekomen, is er geen juridisch precedent voor andere volken rond misbruiken onder koloniaal bestuur.

Maar volgens Caroline Elkins, hoogleraar geschiedenis aan Harvard, die als deskundige optrad in het proces, gaat het toch om een historische primeur voor Groot-Brittannië als koloniale macht. “Dit zou als een triomf gezien moeten worden”, zegt Elkins.