Griekenland heeft geen probleem van liquiditeit dat opgelost kan worden met meer leningen, maar wel van kredietwaardigheid, zeggen de Argentijnse experts. Daarom moet er snel opgetreden worden om ‘s lands schulden weer betaalbaar te maken, en dat moet gebeuren met internationale hulp.
“Als een schuld onbetaalbaar is, halen bezuinigingsplannen niets meer uit”, zegt Fausto Spotorno, hoofdeconoom van het consultancybedrijf Orlando Ferreres y Asociados. “In Spanje kunnen economische aanpassingen wel helpen: dat land bevindt zich in een nog vroeger stadium.”
Herschikking onvermijdelijk
De herschikking van de Griekse schuld – niet de volledige bedragen terugbetalen, de looptijd van Griekse obligaties verlengen of Griekse papieren met een korting omzetten in obligaties met een Europese waarborg – zou Griekenland als wanbetaler brandmerken en ook de speculatie tegen andere zwakke eurolanden kunnen aanwakkeren. Maar volgens Spotorno is een herschikking “onvermijdelijk”. Om ervoor te zorgen dat de operatie minder traumatisch wordt en efficiënter verloopt dan in Argentinië, mag er volgens de Argentijnse expert geen tijd verloren worden en is de steun van de schuldeisers nodig.
Ook Ramiro Castiñeira, een econoom van het adviesbedrijf Econométrica ziet het zo. “Griekenland is bankroet. Nu proberen financiële wanverhoudingen te corrigeren, is alleen goed om tijd te winnen voor de schuldeisers.” Zowel Castiñeira als Spotorno zijn van mening dat de Europese Unie met dat tijdrekken probeert “de banken te redden, niet de Grieken.” De hulp dient niet om de economie opnieuw op te starten, maar wel om het wegtrekken van kapitaal te financieren.
IMF zit fout
De Argentijnse opinies zijn opvallend gelijkluidend. “Een systematisch verlies van concurrentiekracht van een economie kan je niet ombuigen met meer leningen”, zegt Roberto Lavagna, een voormalige Argentijnse minister van Financiën. Onder het bewind van president Néstor Kirchner (2003-2007) was hij verantwoordelijk voor de eerste Argentijnse schuldherschikking, maar dan wel na een pijnlijk faillissement. Lavagna vindt dat Griekenland zijn schulden moet herstructureren, maar “zonder de terugbetaling te verminderen en met methodes die minder duur en efficiënter zijn” dan de geïmproviseerde oplossingen die Argentinië uit zijn mouw moest schudden.
Nu gaat het met Griekenland de verkeerde kant uit, waarschuwt Lavagna. “Het Internationaal Monetair Fonds (IMF), Duitsland en de Europese Centrale Bank verwarren de kredietwaardigheidscrisis met een liquiditeitscrisis.”
Argentinië groeit weer
Het Argentijnse voorbeeld is heel interessant, al was het maar omdat het land het negen jaar na de crash weer heel goed doet. Argentinië moest in december 2001 erkennen dat het zijn schulden niet meer kon terugbetalen, na drie jaren van recessie, oplopende werkloosheidscijfers, toenemende armoede en een almaar groter begrotingstekort dat de staat dwong steeds meer te lenen. Het IMF stelde Argentinië steeds meer geld ter beschikking, maar dat hielp niets. Na het faillissement koppelde de regering de peso los van de Amerikaanse dollar. De Argentijnse munt viel als een baksteen, maar dat was wel het begin van het herstel van de Argentijnse concurrentiekracht. In 2002 kromp het Argentijnse bruto binnenlands product nog met 11 procent, maar daarna ging de Argentijnse economie er tot 2008 weer met gemiddeld 8 procent per jaar op vooruit. De armoede, die in 2002 de helft van de toen 38 miljoen Argentijnen trof, nam snel af.
2009 en 2010 waren moeilijk door de internationale crisis, maar voor dit jaar voorspellen de VN weer een groei van 8,3 procent. Argentinië, een landbouwgrootmacht, profiteert van de hoge prijzen voor levensmiddelen die op de wereldmarkt worden betaald.
Argentijnse fouten
Toch heeft Argentinië fouten gemaakt, zeggen de experts. Na het faillissement duurde het vier jaar voor een eerste deel van de schuld herschikt was en de schuldeisers een deel van hun geld konden terugzien. Ook nu zijn er nog altijd oude schulden waarvoor geen regeling is. “Dat duurde allemaal te lang, en bovendien deed het land het zonder de steun van het IMF”, zegt Spotorno. Argentinië kan daardoor nog altijd niet opnieuw internationale obligatieleningen uitgeven zoals andere landen dat doen.
Er zijn wel verschillen tussen Argentinië en Griekenland, geven de Argentijnse experts toe. De Argentijnse schuld bedroeg in 2001 maar 60 procent van het bruto binnenlands product van het land, terwijl de Griekse staatsschuld de grens van de 150 procent al voorbij is. Bovendien kon Argentinië zijn munt devalueren, terwijl Griekenland dat met de euro niet kan. Naar de drachme terugkeren, vindt Spotorno geen goed idee. “Dat zou enorme kosten met zich mee kunnen brengen.”
– – – – – – – –
Auteur: Marcela Valente