Analyse -

Grieks referendum gaat over de vraag: “Is de EU een sociale of economische unie?”

Veeleer dan een onverwacht gevolg van een ondoordacht beleid is de huidige impasse over Griekenland het gevolg van bewuste keuzes die erop gericht zijn een einde te maken aan de sociale welvaartsstaat. De vraag is niet “Hoe is het zover gekomen?” maar “Hoe geraken de Europese instellingen hier al zolang mee weg?"

maandag 29 juni 2015 15:35
Spread the love

Volgens berichtgeving in de media
werden de lidstaten van de Eurogroep totaal verrast door de toespraak
die Grieks eerste minister Alexis Tsipras hield in de nacht van zaterdag 27
juni om 1 uur ‘s morgens (Brusselse tijd). Hij had de eurogroep
echter al twee dagen eerder op 24 juni achter gesloten deuren op de
hoogte gebracht dat hij dit zou doen, maar de eurogroep rekende er
blijkbaar op dat het bij bluffen zou blijven.

Tijdens de vergadering van de eurogroep op 25 juni bevestigde de Griekse
minister van Financiën Yanis Varoufakis deze beslissing voor een referendum op 5 juli over het
voorstel van de instellingen. Hij vroeg daarbij om in afwachting van
dat referendum de huidige leningsovereenkomst nog enkele dagen tot
een paar weken te laten lopen (na de einddatum van 30 juni).

Dit werd categoriek afgewezen door de
18 andere ministers van de Eurogroep. Het idee dat het Europees
austeriteitsbeleid voor het eerst in zijn bestaan zou worden
beoordeeld door een specifiek referendum was voor hen een brug te
ver. Dit is immers een ‘gevaarlijk’ precedent, dat in heel wat andere
EU-lidstaten navolging zou kunnen vinden.

Alles zal in de komende dagen afhangen
van wat de Europese Centrale Bank (ECB) zal doen. Deze zogenaamd
onafhankelijke instelling heeft in het verleden meermaals bewezen
vooral door politiek-ideologische motieven geleid te worden.

Medialandschap

De vraag is in hoeverre de Griekse
bevolking zich kan informeren over wat precies het huidige voorstel
van de Europese instellingen van 25 juni inhoudt. Er bestaat in
Griekenland immers geen normaal medialandschap dat diversiteit en
pluraliteit van informatie aanbiedt.

Zowat de hele pers is eigendom van
oligarchen. Die betalen tot vandaag nog steeds geen enkele
uitzendbelastingen (zoals dat in elk ander EU-lidstaat het geval is).
Ze willen bovendien niets weten van de geplande wettelijke regulering
van de media door de regering. Van deze media moet dus geen degelijke
informatie verwacht worden over wat op tafel ligt. Zij zullen keihard
de JA-kaart trekken en verdedigen. Ondanks hun grote dominantie is hun invloed
niet zo groot, want de meeste Grieken, hebben “zich mentaal al
volledig los gemaakt van de mainstream media”.

Het morele gezag van deze media is met
andere woorden zo goed als nihil. Dat geldt ook voor een groot deel
van de zogenaamde ‘pro-EU-betogers’. Wat zij in feite eisen is een
terugkeer naar de toestand onder de vorige regeringen, met een
keiharde aanpak van de sociale rechten van de arme meerderheid en
voor het overige een voortzetting van de corruptie, de massale
belastingontwijking en vooral, het onberoerd laten van de privileges
van de oligarchie, allemaal zaken waarvoor de Eurogroep nooit op
enige hervormingen heeft aangedrongen.

Zij zeggen met andere woorden Ja aan
het Europa dat het Grieks probleem heeft gecreëerd. Zij zeggen Ja
aan de terugkeer van een fiscaal non-systeem dat toelaat dat corrupte
elites – met medewerking van hun collega’s in de andere
EU-lidstaten – alle regels aan hun laars lappen. Zij zeggen Ja aan
een Griekenland waar 64 procent van de fiscale inkomsten van de staat
uitsluitend komt van werknemers en gepensioneerden.

Vernedering

Het echte drama is ondertussen dat het
referendum het grootste deel van de Griekse bevolking een keuze laat
tussen verdere armoede onder Europese voogdij of verdere armoede
onder eigen vleugels. Opiniepeilingen – die in Griekenland altijd
voorzichtig moeten bekeken worden, welke media organiseerden ze, hoe
werden de vragen geformuleerd – geven een JA-stem bij het
referendum een meerderheid van ongeveer 57 procent.

Naargelang wat de komende dagen gaat
gebeuren, kan dat nog in alle richtingen veranderen. Critici van de
regering gaan ervan uit dat de sluiting van de banken en
kapitaalcontrole’s de panieksfeer gaan vergroten en de JA-stem
vooruit stuwen. Ze gaan er echter aan voorbij dat er ook heel wat Griekse
kiezers zijn die nu al geen geld hebben op hun lopende rekening,
laat staan spaargeld. Heel wat Grieken leven immers al in een
informele overlevingseconomie van ruilhandel. Een strenge aanpak van
de Europese Centrale Bank kan even goed als een vernedering worden
beschouwd die de Neen-stem zal doen toenemen.

Dat de Griekse kiezers dus een keuze
heeft tussen twee slechte oplossingen is echter niet de schuld van
deze regering. Dit is het resultaat van “veertig jaar corruptie en
politieke incompetentie en van vijf jaar economische wurging door het
IMF, de ECB en de Europese Commissie”.

Bankroet

De woorden ‘bankroet’ en
‘faillissement’ vallen regelmatig in perscommentaren. Daarbij wordt
verwezen naar historische precedenten van vorige staten die eveneens
failliet gingen (waaronder Griekenland zelf). Hier dient benadrukt te
worden dat de legale termen ‘bankroet’ en ‘faillissement’ niet van
toepassing zijn op staten. Een bedrijf kan failliet gaan en ophouden
te bestaan, een staat niet.

Wat wel kan, is dat een staat in een
financieel noodlottige situatie terechtkomt en de controle over de
eigen begroting kwijtraakt. Griekenland houdt met andere woorden na
30 juni niet op te bestaan, het land wordt niet in beslag genomen of
iets dergelijks. Bovendien, Griekenland is de facto reeds vijf jaar
zijn eigen controle over de overheidsbegroting kwijt. Financiële
onafhankelijkheid is een van de cruciale kenmerken van een soevereine
staat.

Ongetwijfeld weten de meeste
economische journalisten wel dat het concept ‘bankroet’ voor een
staat niet opgaat. De term wordt vooral om zijn sensationeel
klinkende connotatie gebruikt. Dat de media zo meewerken aan het
veroorzaken van een paniekstemming is onmiskenbaar. Daar zijn
historische voorbeelden genoeg van. De Grote Depressie is het meeste
bekend voorbeeld maar niet het enige.

Bovendien, waarom zou de
niet-terugbetaling van een lening van 1,9 miljard euro op 30 juni het
‘bankroet’ van Griekenland veroorzaken? Dat bedrag vertegenwoordigt
0,79 procent van de totale lening van 240 miljard euro die
Griekenland vanaf 2010 heeft ontvangen. Toen stond het deficit van
Griekenland op 120 procent van het BNP, vijf jaar Europese
besparingsmaatregelen later is dat tekort gestegen tot 180 procent .

Hoe meer ‘bankroet’ kan Griekenland
zijn na 30 juni? De algemene werkloosheid staat op 26 procent (meer
dan 50 procent voor min-25-jarigen), de economie is met 25 procent
gekrompen en wie wel nog werk heeft verdient nu gemiddeld 40 procent
minder dan vijf jaar geleden. Vooral overheidsambtenaren hebben zwaar
ingeleverd. In tegenstelling tot de wilde stadsverhalen die
voortdurend blijven herhaald worden, heeft Griekenland 14 nochtans 14 procent minder ambtenaren dan het gemiddelde van de OESO-landen.

De beleidskeuzes van de Europese
instellingen hebben manifest gefaald. Hoe je het draait of keert, hoe
eens of oneens je het bent met het regeerprogramma van Syriza: dit
kan onmogelijk de verantwoordelijkheid zijn van deze regering. De
grote EU-lidstaten Frankrijk, Duitsland en Italië blijven echter
onverminderd aandringen op meer van hetzelfde.

Wat ook de uitslag van het referendum
van 5 juli zal zijn, deze situatie heeft de legitimiteit van het
Europese integratieproces vernietigd. De Eurogroep heeft beslist dat
de EU een zuiver economische unie is, geen sociale.

Memorandum

De Eurogroep heeft vanaf de allereerste
vergadering met de nieuwe Griekse regering verkeerd ingeschat hoe zij
hiermee moest omgaan. Vijf jaar lang waren Griekse politici van
PASOK en Nieuwe Democratie – de twee partijen die sinds de val van
de militaire dictatuur in 1973 elkaar aan de macht hadden
afgewisseld1
– de revue gepasseerd.

Uit het onderzoek van de parlementaire
onderzoekscommissie die door Syriza werd ingesteld over de
wettelijkheid van de Griekse schuld is onder meer gebleken dat de
‘hervormingsvoorstellen’ waarmee Griekse ministers sinds 2010 naar
Brussel kwamen, in werkelijkheid waren opgesteld door de ambtenaren
van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB)en het
International Muntfonds (IMF), tot voor kort de ‘trojka’, nu de
‘instellingen’.

Griekse ministers bleken soms die
voorstellen pas zelf te lezen tijdens de betrokken Eurogroep. Het
vierhonderd pagina’s lange memorandum dat in 2010 de
leningsovereenkomst voor Griekenland vastlegde, werd ondertekend door
ministers die de tekst niet gelezen hadden.

Het was dan ook een schok voor de
Eurogroep om vast te stellen dat deze regering met voorstellen kwam
die ze zelf had opgesteld en die bovendien van heel andere premissen
uitging. Zo stelde Syriza vanaf februari 2015 met voorstellen kwam om de
fiscale voordelen van de oligarchie aan banden te leggen. Dat werd
dan steevast vertaald tot ‘niet-constructieve voorstellen’ of ‘géén
voorstellen’.

Desondanks ging de Eurogroep er
verkeerdelijk van uit dat ook deze Griekse politici uiteindelijk wel
zouden plooien en hun electorale beloften zouden laten vallen. Een
dubbele koppigheid – een weigering om fiscale hervormingen toe te
laten die nieuwe inkomsten zouden genereren en het halsstarrig vasthouden aan een
keuze voor uitsluitend sociale besparingen door de overheid –
gepaard met ongeloof over zoveel inhoudelijke consistentie van hun
gesprekspartners heeft gemaakt dat de situatie zo kon vastlopen.

Legitimiteit

Meer dan ooit maakt dit duidelijk hoe
ver de Europese instellingen zijn afgegleden. Het idee van een
regeringsleider die niet bereid is zijn land te verkopen om toch maar
aan de macht te blijven is voor deze instellingen en de politici die er de leiding van hebben onvatbaar.

Eerste
minister Alexis Tsipras doet wat alle politieke leiders van de EU
zouden moeten doen: zich houden aan de beloftes die hij voor de
verkiezingen heeft gemaakt. Mede daarom is de vastberadenheid van de
Eurogroep zo groot om deze Griekse regering te laten mislukken.

Het referendum van 5 juli zou volgens
de tegenstanders in de Eurogroep in feite alleen maar over het
lidmaatschap van de eurozone gaan. Ook dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Het verdrag van
de Europese Monetaire Unie (EMU – de termen ‘eurogroep’ en
‘eurozone’ zijn geen officiële benamingen) heeft echter niets
voorzien om een lidstaat uit te sluiten, evenmin bevat het regels die
een lidstaat zelf toelaten er uit te stappen. Griekenland kan met
andere woorden niet zomaar uit de EMU verdreven worden.

Meer dan over de toekomst van de
Griekse regering, gaat dit over het voortbestaan van de Europese
Unie. Van de openlijk beleden idealen van vrijheid en democratie
blijft zo goed als niets over. Wat de Eurogroep van 25 juni duidelijk
maakte is dat de EU wordt geleid en bestuurd door politici, die nooit
hun huidige beslissingen aan de kiezer hebben voorgelegd. Daarbij
worden ze bijgestaan door een aantal supranationale instellingen die
geen enkele democratische legitimiteit hebben.

Er bestaat in de geschiedenis geen
enkel voorbeeld van een land dat zich uit een dergelijke diepe
depressie heeft verlost door overheidsbesparingen. Er bestaan echter
talloze voorbeelden van het omgekeerde. Dat de Eurogroep desondanks
blijft vasthouden aan haar huidig beleid, versterkt de vermoedens dat
de anti-sociale gevolgen van dit beleid niet zozeer onverwachte
neveneffecten zijn maar reële doelstellingen. Dit beleid is met
andere woorden gericht op het beëindigen van de rol van de staat als
sociaal beschermer, op het einde van de sociale welvaartsstaat.

Bronnen:

Greece
referendum: did the euro just die at 4pm?

Do
Not Blink, Greece

Greece
Referendum: Why Tsipras Made the Right Move

1 Dat
deden ze niet door het behalen van electorale meerderheden maar met
een kieswetgeving die 50 extra zetels geeft aan de grootste partij.
Dit systeem kon hun monopolie over de regeringsmacht handhaven tot
januari 2015. Ook Syriza heeft geen meerderheid van de Griekse
kiezers achter zich (36 procent). Samen met de kleine ANEL-partij (4
procent) hebben ze wel een meerderheid aan zetels in het parlement.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!