Greenpeace verraste de onderhandelaars voor de nieuwe Brusselse Gewestregering deze namiddag met een origineel cadeau: een verbrandingsmotor, omgetoverd tot museumstuk. De milieuorganisatie pleit om van Brussel een voorbeeldstad te maken die resoluut kiest voor een sociale en klimaatvriendelijke mobiliteit, zonder auto’s op fossiele brandstoffen.
Actievoerders van Greenpeace leverden het museumstuk af in het Brussels Parlement, waar vandaag de onderhandelingen starten over een nieuw Brussels regeerakkoord. Ze vragen een rijverbod voor dieselwagens vanaf 2025 en benzinewagens vanaf 2030.
“Deze verbrandingsmotor als museumstuk staat symbool voor de achterhaalde auto-mobiliteit en voor het einde van de fossiele diesel- en benzineauto’s. Onze hoofdstad staat voor een kruispunt. Het nieuwe regeerakkoord moet van Brussel een stad maken die – zoals steeds meer steden – niet langer kiest voor een mobiliteit op maat van auto’s, maar wel op maat van mensen én het klimaat. De nieuwe hittegolf kan de onderhandelaars eraan herinneren dat de klimaatopwarming niet wacht, en ambitieus beleid vereist in deze legislatuur”, zegt Joeri Thijs, woordvoerder bij Greenpeace.
De vorige Brusselse Gewestregering kondigde een verbod op dieselwagens aan vanaf 2030 ten laatste. Daarnaast wilden ze onderzoeken wanneer dat voor benzinewagens kan. [1] Greenpeace roept de nieuwe bestuursploeg op om nog meer ambitie te tonen en ook over de grenzen te kijken. Een kaart die Greenpeace begin juni publiceerde, toont dat steeds meer steden en landen engagementen nemen die het afscheid van fossiele wagens versnellen. [2] Zo besliste men in Parijs vorig jaar al om vanaf 2024 geen dieselwagens meer toe te laten. Vanaf 2030 zijn ook benzine- en CNG wagens er niet meer welkom. [3]
Greenpeace wijst op de klimaaturgentie en de gezondheidsimpact van luchtvervuiling als redenen om dezelfde ambitie te tonen, maar dringt aan op sociale begeleidende maatregelen. “We kunnen niet anders meer dan snel gaan. Maar we vragen de onderhandelaars wel om de sociale dimensie te bewaken. Wij bepleiten een fonds voor massale investeringen in alternatieven voor de auto, gerichte sociale subsidies voor de aankoop van elektrische deelwagens of fietsen, en compensaties voor het inleveren van een nummerplaat. Ook de autofabrikanten moeten stevig aan dit fonds bijdragen, zoals in Duitsland. [4] Zij dragen immers een grote schuld in de problemen met luchtvervuiling en klimaatopwarming”, besluit Thijs.
Noten:
[1] https://environnement.
