Opinie, Nieuws, Economie, Milieu, België, Biologische landbouw, GGO's, Opinie, Duurzame landbouw, Agrobusiness, Patenten, Wetenschappelijk onderzoek, Agrobiodiversiteit, Voedselvoorziening, Resistentie, Vervreemding, BioForum Vlaanderen, Esmeralda Borgo, Reductionisme, Commercialisering van de landbouw, Agro-ecologische landbouwproductie, Stikstofefficiëntie, Louis Bolk Instituut, Veredeling - Esmeralda Borgo

GGO’s uiting van totale vervreemding tussen consumenten, boeren, beleid en onderzoek

“Boeren zijn keikoppen, doorzetters en dwarsliggers.” Niet ik zeg dat, wel een tiental boeren in een opiniestuk dat vorig jaar werd gepubliceerd op DeWereldMorgen.be. De boeren ergeren zich aan de arrogantie van het merendeel van de wetenschappers, die hen oplegt wat nodig en nuttig zou zijn, zoals GGO's.

woensdag 9 mei 2012 10:15
Spread the love

Wetenschappers die onze planten en dieren reduceren tot cellen, moleculen en DNA-structuren, die onze planten uiteenrafelen tot de inhoud van reageerbuisjes. Wetenschappers maken een abstractie van de kennis van de boer over het lokale landbouwecosysteem en alle facetten van zijn boerderij. “We voelen ons op onze ziel getrapt”, zeggen deze boeren. 

Niet alleen boeren, maar ook sommige wetenschappers hangen aan de alarmbel. In een recent rapport bekritiseren professor Edith Lammerts van Bueren en haar collega’s het reductionisme, de specialisatie en de tunnelvisie in de landbouwwetenschappen.

“In de wetenschap wordt volop gereduceerd: het agro-ecosysteem tot een klein aantal componenten, de voedselketen tot aparte schakels zonder veel samenhang, voedsel tot voedingsstoffen die naar believen kunnen worden verwijderd of toegevoegd en voeding tot een biologische activiteit, los van zijn sociaal-culturele context. Voor het complete voedingsysteem met al zijn complexe biologische en sociale relaties is nauwelijks aandacht.”

Het gepolariseerde pro-contradebat over GGO’s is volgens mij niet meer dan een uiting van deze totale vervreemding tussen consumenten, boeren, wetenschappers en beleid. Wetenschappers die steeds meer afhankelijk worden van de industrie, die op haar beurt meer geïnteresseerd is in een patenteerbaar product dan in de lokale (agro)biodiversiteit of de wensen van de consument.

Jaar na jaar toont de Eurobarometer immers aan dat de grote meerderheid van de consumenten geen GGO’s op z’n bord wenst. Dit wordt helaas al te gemakkelijk afgedaan als ’emotioneel’ of ‘onwetenschappelijk’. Over de vraag welke wetenschappen we nodig hebben, voor welk type landbouw, mag je blijkbaar niet discussiëren!

Het kan nochtans ook anders

Biologische landbouw is een landbouwmethode waarbij het omringende landbouwecosysteem in al z’n facetten het uitgangspunt vormt. Idealiter passen agro-ecologische landbouwsystemen, zoals de biologische landbouwproductie, zich aan aan de veelheid van factoren uit de omgeving: de bodemgesteldheid, wisselende weersomstandigheden, het lokale microklimaat. Bij agro-ecologische landbouwproductie zijn robuustheid en veerkracht de sleutelwoorden.

De gewassen moeten sterk en veerkrachtig zijn om opgewassen te zijn tegen allerlei ziektes en diverse vormen van stress. Biologische veredeling focust zich op een veelheid van noodzakelijke eigenschappen: weerstand tegen verminderde mesttoevoer, weerstand tegen alle mogelijke ziektes en een goed aanpassingsvermogen aan de lokale omgeving.

Biologische veredeling heeft meer aan de inzet van genetische diversiteit dan aan het klassieke uniformiteitstreven bij de gangbare veredeling en zeker bij GGO’s. Een agro-ecologische landbouw heeft behoefte aan rassen die kunnen inspelen op nieuwe wijzigingen in het natuurlijk milieu, veeleer dan aan genetisch uniforme gewassen die dergelijke veerkracht ontberen.

De stap naar GGO’s een stap is er één naar nog meer uniformiteit en is dus een stap in de verkeerde richting. Agro-ecologische landbouw vertrekt immers van een totale benadering. De GGO-technologie gaat uit van de gereduceerde ‘één probleem – één oplossing’-aanpak. De natuur gaat daar slim mee om en omzeilt dergelijke éénzijdige oplossingen door bijvoorbeeld nieuwe resistenties te ontwikkelen.

Onder de noemer Bio-impuls bijvoorbeeld werkt het Louis Bolk Instituut samen met gangbare en biologische boeren aan een programma voor de biologische veredeling van aardappelen. Dit veredelingsprogramma staart zich niet blind op één probleem, maar focust zich, naast Phytophthora-resistentie, op meerdere eigenschappen zoals resistentie tegen schurft en Rhizoctonia, en tevens op genetisch complexere kenmerken, zoals bijvoorbeeld stikstofefficiëntie.

Dit laatste betekent dat men selecteert op rassen die snel voldoende wortels vormen, een goede wortelarchitectuur hebben en groeikrachtig zijn. Dergelijke kenmerken zijn afhankelijk van meerdere genen. Tegelijkertijd doet men er onderzoek naar de meest optimale teeltvoorwaarden voor aardappel.

Interessant kenmerk van dit, en gelijkaardig agro-ecologisch onderzoek voor andere soorten binnen dit Instuut, is dat het participatief gebeurt. In een sfeer van onderling respect werken wetenschappers nauw samen met zowel (kleine) veredelaars en boeren. Zo wordt alle beschikbare kennis op een optimale manier ingezet.

Helaas zijn de budgetten voor dit type wetenschap uiterst beperkt. Multinationals zijn er niet in geïnteresseerd en in hun kielzog geldt vooralsnog hetzelfde voor onze overheden.

Een slimme overheid zou daar nochtans de opportuniteit van moeten inzien. Meer investeren in agro-ecologisch onderzoek en veredeling leidt tot pluriformiteit in het onderzoek en nieuwe inzichten, mogelijks tot nieuwe oplossingen voor problemen waar gangbaar onderzoek (inclusief GGO-onderzoek) niet altijd duurzame oplossingen voor vindt.

Esmeralda Borgo

Esmeralda Borgo is medewerkster van BioForum Vlaanderen.

take down
the paywall
steun ons nu!