Gewapend voor een vergeten oorlog
Nieuws, Europa, Politiek, Wapenstilstand, Armenië, Opper-Karabach, Azerbeidjan, Vergeten oorlog -

Gewapend voor een vergeten oorlog

In Opper-Karabach heerst al negentien jaar wapenstilstand maar de oorlog is officieel nog niet ten einde. Dus wordt de bestandslijn nog steeds bemand door soldaten: gewapend in een oorlog die door de rest van de wereld lijkt te zijn vergeten.

maandag 4 maart 2013 15:19
Spread the love

Het is een zoveelste mistige dag in Opper-Karabach, de kleine regio tussen Armenië en Azerbeidzjan die bevolkt wordt door Armeniërs. De hoofdstad Stepanakert telt 50.000 inwoners en ligt op 400 kilometer van de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe en op 350 km van Jerevan, de hoofdstad van Armenië.

De stad Agdam, ooit een thuis voor 30.000 mensen, ligt in puin. De plek was de inzet van een conflict tussen Armeniërs en Azerbeidzjanen ten tijde van de Sovjet-Unie. In 1936 had Stalin de regio aan de Republiek Azerbeidzjan gegeven maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie (in 1991) eisten de inwoners meer autonomie.

Ze beschuldigden Bakoe van inmenging en wilden nog liever aansluiten bij het nieuwe onafhankelijke Armenië. Toen ze uiteindelijk de onafhankelijke Republiek Opper-Karabach (Nagorno-Karabach, NKR) uitriepen, stuurde Azerbeidzjan zijn tanks.

Wapenstilstand met scherpschutters

In 1992 en 1993 werd zeventig procent van NKR veroverd door Azerbeidzjan, waarop de Armeniërs de tegenaanval startten en bijna al het verloren gegane terrein heroverden, inclusief een bufferzone van enkele kilometer op Azerbeidzjaans grondgebied. Azerbeidzjan behield de controle over een kleine noordelijke provincie.

De oorlog kostte het leven aan 30.000 mensen en bracht een miljoen vluchtelingen op de been. In 1994 werd een wapenstilstand uitgeroepen, maar officieel werd de oorlog nog niet beëindigd en zijn beide legers nog steeds op post.

“Geen foto’s hier”, zegt de luitenant van de NKR-defensiemacht, zoals het leger hier heet. Hij salueert zijn commandant, luitenant-kolonel Arzvik, een stevig gebouwde man van 45 met groene ogen, twee gouden tanden en een jachtgeweer. “Je hebt geluk vandaag, het is mistig dus er zijn geen scherpschutters actief. Gisteren werden onze soldaten nog twee keer beschoten maar ze misten. Hou voor de zekerheid je hoofd toch laag.”

Hij wijst op de weg die naar Bakoe leidt. “We blijven hier sinds de wapenstilstand die al negentien jaar duurt. We zijn niet geïnteresseerd in het veroveren van Azerbeidzjaans grondgebied. We behouden onze posities zo lang als nodig, en geen dag langer.”

De soldaten zijn nauwelijks hun tienerjaren ontgroeid. Het is duidelijk dat de meeste onder hen liever op zoek gaan naar een baan of gaan studeren. Zij zijn de eerste generatie van een republiek van 150.000 burgers met een eigen parlement, ministeries en een president, die door niemand erkend worden.

Opruimen van mijnen

De economie van deze regio steunt op Armeens geld, niet op buitenlandse investeringen of steun. De enige weg in en uit is via een bergpas door Armenië op een hoogte van 2500 meter. Velen verhuizen naar Armenië, op zoek naar werk of een beter loon.

De enige internationale ngo die hier te vinden is, is het Britse Halo Trust, die zich bezighoudt met het opruimen van mijnen. Sinds het einde van de oorlog in 1994 vonden 350 mensen de dood door een mijn of door clustermunitie. Halo Trust schat nog vijf jaar werk voor de boeg te hebben om alles mijnenvrij te maken. De afgelopen twee jaar is de groep van 280 plaatselijke medewerkers met de helft afgebouwd.

Een van de pogingen om tot vrede te komen werd ondernomen door de Minskgroep, opgericht in 1992 door de Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa (OVSE) en voorgezeten door de VS, Rusland en Frankrijk. Het initiatief strandde in 2011.

Geklemd tussen twee ruziënde buren, kan Opper-Karabach niet genieten van de voordelen van de snel transformerende EU-gerichte Armeense economie, noch van de voordelen van de olie van Azerbeidzjan. Voor de wereld werd het conflict ondertussen irrelevant.

Kwestie oplossen door vertrouwen

De hoop is nu gesteld op Serzh Sargsyan, de president van Armenië die op 18 februari herverkozen werd. Hij verklaarde dat hij de kwestie wil oplossen door middel van “creatieve” vertrouwenwekkende stappen.

Bakoe is ondertussen zijn olierijkdom aan het benutten om zijn internationale eisen kracht bij te zetten. Ilham Aliyev, de president van Azerbeidzjan, zou zich met het oog op de verkiezingen in oktober van dit jaar, kunnen laten verleiden door nationale trots om meer steun te krijgen van de tien miljoen burgers die steeds meer ontevreden worden.  

Dat kan zich vertalen in een meer defensieve houding langs de kant van de Azeri’s ter hoogte van de bevroren bestandslijn die onder meer bemand wordt door luitenant-kolonel Arzvik en zijn jonge soldaten.

take down
the paywall
steun ons nu!