De advocaten van de Spanjaard Erik Padrón Montolla, die door het Openbaar Ministerie in de Dominicaanse Republiek wordt beschuldigd twee Nederlanders omgebracht te hebben, is waarschijnlijk helemaal niet schuldig aan de dubbele moord. De twee Nederlandse burgers werden gevonden in een gezamenlijk, ondiep graf. Maar gemakzucht en verkeerde conclusies uit een slecht verricht onderzoek wijzen er op dat de verkeerde persoon werd aangehouden.

De twee juristen Eduardo Jorge Prats en Miguel Valerio zijn het erover eens dat de politie de beschuldiging bij het makkelijkste slachtoffer probeert te leggen. Bij de presentatie van het bewijsmateriaal voor de tijdelijke straf die in dit land opgelegd wordt hangende een onderzoek, het voorarrest, wordt duidelijk geen verbinding gelegd tussen de verdachte en de misdaad, zo delen ze mee in een openbaar document.

De heren baseren hun mening op bewijsmateriaal dat werd gepresenteerd door de vertegenwoordigster van het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor deze zaak, Kenia Lorenzo, voor de rechter van Instructie in de plaats El Seibo. Het gaat daarbij om de verhuur van een toeristische villa en een reis naar Curaçao. “We hebben begrepen dat het hier gaat om oud materiaal uit een onderzoek dat in het verleden verricht is.” Aldus de advocaten.

De Spanjaard Erik Padrón Montolla wordt ervan beschuldigd de beide Nederlanders Rachid Benbouker, 34 oud, en Cuma Ceviz, van 36 te hebben vermoord. Hij werd gearresteerd in Casa de Campo, een luxe villadorp bij La Romana, Dominicaanse Republiek.

Padrón Montilla is een vastgoedhandelaar die de verhuur onderhandelde van de villa waar de twee vermoorde Nederlanders verbleven, samen met twee mannen uit Curaçao die ook worden verdacht, maar die nu voortvluchtig zijn. Wie is de werkelijk dader? De Spanjaard die geen band heeft of had met de slachtoffers, de twee voortvluchtigen uit Curaçao of is er toch nog een persoon betrokken bij de dubbele moord?

Jorge Prats en Miguel Valerio zijn er van overtuigd dat het hier gaat om het onbestraft laten van een misdaad om iemand te beschermen. De hoorzitting voor de presentatie van het bewijsmateriaal voor het voorarrest vindt vandaag, maandag om 11 uur plaatselijke tijd plaats voor de rechter Sindy Reyes Het Provinciaal Openbaar Ministerie eist een jaar gevangenis tijdens het lopende het onderzoek tegen de beschuldigde.

De politie in de Dominicaanse Republiek is slecht uitgerust, vrijwel zonder opleiding en wordt slecht betaald, corruptie viert hoogtij. Het is vaak makkelijker de eerste de beste persoon op te pakken en voor het gerecht te brengen dan het ingewikkelde proces van bewijsvoering volgens de regels te volgen en te completeren. Het gebrek aan opleiding en de slechte bezoldiging zorgt bovendien voor een corrupte politiemacht. De agenten moeten van alles doen om hun familie te voorzien van voldoende geld om de gewone boodschappen te kunnen doen. Nachtwakers en bewakers van banken zijn vaak politieagenten. Maar er wordt ook verteld dat veel agenten zelf betrokken zijn bij misdadige activiteiten.

Dat corruptie in de Dominicaanse Republiek meer een feit is dan bijvoorbeeld in Nederland, blijkt wel uit het geval Odebrecht. Dat is een bedrijf dat diverse openbare werken en projecten verricht in het land. Medewerkers van Odebrecht hebben toegegeven steekpenningen te hebben betaald aan hoge, officiële vertegenwoordigers van de regering, om zo contracten te verkrijgen voor projecten.

Er worden in de Dominicaanse Republiek verschillende mensen in voorarrest vastgehouden in de zaak Odebrecht, waaronder een ex-minister Het geval Odebrecht heeft een internationaal allure gekregen toen bleek dat het bedrijf in diverse zuid- en midden Amerikaanse landen actief was, en is. Ook daarbij is sprake van corruptie, vaak  op hoog niveau. De eigenaar van het bedrijf is in Brazilië gearresteerd wegens corruptie, het witwassen van geld en valsheid in geschrifte.

Aanvulling:

De rechtbank heeft besloten drie maanden voorarrest op te leggen, omdat er ‘aanwijzingen zijn dat de beschuldigde betrokken is hetgeen zich heeft afgespeeld.’

Behalve de familileden van de beschuldigde, wiens moeder de steun nodig had van andere aanwezigen tijdens de uitspraak, was ook de ambassadeur van Nederland, Robert de Leeuw aanwezig, samen met enige Spaanse residenten in Santo Domingo, de pers had geen toegang.

Het gebruik van de term ‘aanwijzingen’ “indicios” in het Spaans en het feit dat de lengte van het voorarrest veel korter is dan het jaar dat door het openbaar ministerie geeist werd, zouden er op kunnen wijzen dat ook de rechter, Sindy Rosario niet helemaal zeker is dat de beschuldiging ook zal blijven staan in een rechtzaak.