Volgens Montasser AlDe'emeh is er altijd één constante: “Deze jongeren zijn op zoek naar hun identiteit.” (Foto © Liesbeth Knaeps)
Reportage -

Geopolitieke context oorzaak van radicalisering?

Tijdens de tweede van drie tweegesprekken over de beweegredenen van en remedies voor radicalisering, georganiseerd door Centrum Pieter Gillis, lieten journalist Jef Lambrecht en onderzoeker Montasser AlDe’emeh hun licht schijnen op de geopolitieke context van het fenomeen ‘radicalisering’.

zaterdag 14 maart 2015 21:19
Spread the love

Ludo De Brabander, Midden-Oostenkenner en woordvoerder van Vrede vzw, leidde de gespreksavond in met de vaststelling dat het effect van het imperialistische discours van grote Westerse mogendheden nog te onderbelicht is en dat de zoektocht naar de wortels van radicalisering ons al te vaak bij stimuli bracht als: integratie, segregatie, socio-economische context…

Volgens De Brabander onderschatten we de enorme impact van de geopolitieke component. Als voorbeeld verwijst hij naar de speeches van Osama Bin Laden waarbij gretig gebruik werd gemaakt van de geopolitieke context die in vele gevallen zelfs doorslaggevend waren als mobilisatiefactor. Ook de inconsistente houding van het Westen grijpt Ludo De Brabander aan als belangrijke katalysator in de aantrekkingskracht van onder meer IS. “In Irak zagen we in het verleden sjiitische milities die zich soms even schuldig maakten aan barbarij tegen soennieten als IS vandaag. Waar was de verontwaardiging toen”, vroeg De Brabander zich af.

Soennieten

Jef Lambrecht, voormalig journalist bij de openbare omroep, begon zijn betoog met een historische geopolitieke schets. “Het Midden-Oosten is de bakermat van drie wereldgodsdiensten. Alle drie kennen ze echter een conflictueuze geschiedenis. In de Arabische wereld nam het nationalisme toe sinds de Westerse bemoeienis in hun regio en sinds de ‘gebiedsroof’ door Israël. Ook de ‘ontdekking’ van een zeer uitgestrekt oliegebied in de Golf dreef deze geopolitiek op de spits”, stelt Lambrecht.

Volgens de oud-journalist speelt Hamad, de voormalige emir van Qatar, een sleutelrol in de geopolitieke context in het Midden-Oosten. “Qatar stond bekend als de ultieme bemiddelaar tijdens vele geopolitieke conflicten. Ze had ook veel macht door haar inmiddels wereldberoemde omroep Al Jazeera, waardoor de stem van de emir tot in de uiteinden van de Arabische wereld kon worden gehoord.”

Het kantelmoment kwam er volgens Lambrecht tijdens de uitbraak van de Arabische revolutie. “Qatar zag hierin een kans om met haar Plan 2030 de regio’s in het Midden-Oosten politiek te herschikken. Ook het Westen koos eieren voor haar geld door vele allianties te smeden in het Midden-Oosten en in te spelen op de polarisatie tussen sjiieten en soennieten.”

De houding van Amerika zou naar eigen zeggen steeds de soennitische verzuchtingen hebben genegeerd. “De Amerikanen installeerde een sjiitisch bolwerk op het soennitisch ressentiment waarmee IS opereert. Wanneer de soennitische bevolking niet kan terugkeren naar Tikrit en hun verzuchtingen niet worden gehoord, ziet het er enorm slecht uit en moeten we in het Westen best ook in eigen boezem durven kijken”, concludeert Lambrecht

Jihadist

De tweede spreker, Montasser AlDe’emeh, herdefinieerde eerst Vlaanderens meest geliefde term ‘Jihadist’. “Zijn er hier Jihadisten in de zaal? Eerst en vooral, weten we wel waarover we het hebben als de term ‘Jihadist’ valt?”, vroeg AlDe’emeh zich af. Hij begon doelbewust met deze vraag om nadien te stellen dat de media specifieke woordenschat moet hanteren in de berichtgeving. “Een Jihadist is niet hetzelfde als een ‘gewapende’ Jihadist.”

AlDe’emeh hekelde het feit dat sommige moslims beweren dat ‘de gewapende Jihad’ geen onderdeel zou zijn van de islam. “Zo kom je ongeloofwaardig over en je bent met zo’n uitspraak ook gewoon fout, want de gewapende Jihad is wél toegestaan volgens de islam, net zoals dat legitiem is volgens het internationale oorlogsrecht dat we allemaal erkennen, maar het kent uiteraard specifieke condities waaronder het feit dat je je als ‘onderdrukt volk’ mag verzetten tegen jouw onderdrukker”, stelde AlDe’emeh. “De gewapende Jihad moet in eerste instantie worden uitgelegd en we gebruiken best specifieke terminologieën om nieuwsfeiten weer te geven.”

Profiel Syriëstrijder

Tijdens AlDe’emehs onderzoek over de Syriëstrijders kwam hij in aanraking met zowel uitzichtloze jongeren als met jongeren die ooit studeerden aan de Universiteit Antwerpen. Hij ondervond op een gegeven moment zo veel verschillende oorzaken en profielen, dat hij tot de vaststelling is gekomen dat het profiel van de Syriëstrijder gewoonweg niet bestaat.

Ondanks de verschillende beweegredenen, bleek er volgens AlDe’emeh wel altijd één constante te zijn. “De jongeren waren op zoek naar hun identiteit.” De identiteit die geen van hen hier dus vond. “Wij gaan nooit kunnen tegenhouden dat mensen vertrekken. We mogen hun geen reden geven, maar ze zullen altijd wel ‘hun’ redenen hebben. Net zoals de minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, de collaboratie afkeurde, maar tegelijk erkende dat zij hun redenen hadden”, stelde AlDe’emeh.

Jeruzalem

De oorlog in Gaza en andere geopolitieke conflicten spelen volgens AlDe’emeh een fundamentele rol in het radicaliseringsproces. Met name door de passieve houding van het Westen. Dat, terwijl AlDe’emeh in de overtuiging leeft dat de oplossing net in Jeruzalem ligt.

“De geopolitieke context speelt zo’n grote rol in het radicaliseringsproces. Kijk maar naar filmpjes van Sharia4Belgium waarin ze het vaak over de geopolitieke realiteit hebben. Op een gegeven moment voelen sommige jongeren zich nog alleen nuttig als zij zich inzetten voor dat geopolitieke doel.”

Identiteit jongeren

Om af te ronden somde Montasser AlDe’emeh enkele werkpunten op voor de beleidsmakers, de media en het (hoger) onderwijs. “Jongeren hebben behoefte aan een volledige ontwikkeling van hun identiteit. We moeten geloofwaardige rolmodellen creëren die een andere zienswijze op de islam, gebaseerd op haar eeuwenoude erfgoed, kunnen verduidelijken en verspreiden onder de jongeren en dus zo in dialoog treden.”

“Verder moeten we hen ook meer betrekken bij het beleid. Ik ken veel moslimjongeren die niet gingen stemmen omdat zij zich niet vertegenwoordigd voelen in de politiek en evenmin door de moslimgemeenschap. Als wij deze jongeren kunnen stimuleren in hun identiteitsontwikkeling, en hun het gevoel geven dat ze erbij horen, dan en alleen dan kunnen wij hen hier houden.”

© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – Tekst: Khalid El Jafoufi, foto’s: Liesbeth Knaeps

take down
the paywall
steun ons nu!