Geen onderwijs van sociale segregatie, maar één voor handen, hoofd en hart

maandag 8 juni 2015 17:22
Spread the love

De Standaard kopt vandaag: “sociale klasse
overrulet talent”. De krant wijst op een onderzoek van FOD economie, waarin de
situatie van 340.000 jongeren in 2001 en 2011 wordt vergeleken. Daaruit blijkt
dat de kansen om een diploma hoger onderwijs te behalen vooral afhankelijk zijn
van sociale afkomst en niet van talent. Nooit was de kans op mobiliteit tussen
de klassen kleiner. Dagelijks worden zo kansen van jongeren ontnomen, enkel en
alleen op basis van het gezin waarin zij zijn geboren. De maatregelen van de
regering vergroten deze ongelijkheid. Het is tijd dat minister Crevits haar
verantwoordelijkheid neemt.

De mythe van de meritocratie

Jongeren met laagopgeleide ouders,
jongeren met buitenlandse roots en kinderen van alleenstaande en gescheiden
ouders, hebben twee tot vier keer minder kans op een diploma hoger onderwijs
dan andere jongeren. Een patroon dat we duidelijk kunnen onderkennen in deze resultaten, is dat kinderen die thuis minder mogelijkheden hebben tot ondersteuning, ook minder kans hebben op een diploma hoger onderwijs. Dat heeft alles te maken met de keuzes die verschillende opeenvolgende regeringen hebben gemaakt over ons onderwijssysteem.

De cijfers zijn namelijk het resultaat van een
onderwijssysteem waarin sociale ongelijkheid wordt bestendigd, en zelfs wordt versterkt.
Dat heeft alles te maken met de meritocratische visie op onderwijs die sterk
leeft, en die haar uitwerking vindt in het watervalsysteem. Een kind van zes
jaar met hoogopgeleide ouders, heeft in het eerste leerjaar een voorsprong op
een kind van zes jaar met laagopgeleide ouders. Toch wordt daar weinig rekening
mee gehouden. Men kijkt naar de vermeende capaciteiten van de kinderen in
kwestie, en op basis daarvan wordt een schoolcarrière uitgestippeld. Kinderen
van laagopgeleide, gescheiden en alleenstaande ouders en jongeren met
buitenlandse roots, krijgen dan ook disproportioneel vaak het advies om af te
zakken naar TSO en BSO. De onderzoekers noemen het watervalsysteem niet voor
niets een ‘grote ongelijkheidsmachine’. Als die jongeren dan toch het hoger
onderwijs bereiken, hebben ze ook daar minder kansen dan anderen. Hier speelt
het feit dat veel van deze jongeren naast hun studies moeten bijklussen een
grote rol.  

Maatschappelijke
verantwoordelijkheid

Alle onderzoekers halen aan dat deze
ongelijkheid nog zal vergroten als we niets doen. We dreigen een samenleving te
creëren van volledige maatschappelijke segregatie tussen hoog- en
laagopgeleiden. Als we de maatregelen van de regering en de voorstellen van
verschillende rectoren wat nader bekijken, lijkt dat wel de toekomst die zij
voor ons in petto hebben.

Hoog tijd om dit probleem echt aan te
pakken dus. Hoog tijd voor minister Crevits om hier hoogste prioriteit aan te
geven. Het watervalsysteem, dat al zo lang onder vuur ligt, moet worden
afgeschaft. We kunnen voorbeeld nemen aan het Finse onderwijssysteem, waar de
leerlingen hoge resultaten behalen, en waar de sociale ongelijkheid klein is.
Daar volgen jongeren tot hun 16de hetzelfde curriculum. De
mogelijkheid om vooroordelen en sociale achtergrond te laten spelen in de
suggesties naar jongeren, bestaat daar dus niet tot de leeftijd van 16 jaar.
Nadien bestaat de mogelijkheid tot specialisatie. We moeten ook méér middelen
geven aan onderwijs in het algemeen, en aan kansengroepen in het bijzonder. Ten
slotte moeten we alle drempels die de toegang tot (hoger) onderwijs
bemoeilijken, doen verdwijnen.

Onze minister en de rectoren van VUB en
KU Leuven pleiten jammer genoeg voor maatregelen die de sociale segregatie
zullen versterken. Het zijn de jongeren die thuis minder omkadering krijgen,
die slechter scoren. Door de ongeziene besparingen op onderwijs van 800 miljoen
euro, wordt in die omkadering nog maar eens geknipt. De minister schrapt ook
expliciet middelen voor kansengroepen (denk maar aan de GOK-middelen en het
aanmoedigingsfonds). 

Paul De
Knop, rector van de VUB, verdedigde onlangs in een interview met het
studentenblad Moeial de maatregelen
van de regering. Hij vergeleek de prijs van een jaar studeren met die van een
iPhone en sprak over beursstudenten in een Land Rover. De hierboven geschetste
sociale ongelijkheid in acht genomen, is dat niet enkel oneerlijk, maar ook
wereldvreemd. Rik Torfs, rector van de KU Leuven, pleit ondertussen duchtig
voor meer selectie aan het hoger onderwijs. En wil ons doen geloven dat die
selectie op basis van de capaciteiten van studenten zal plaatsvinden. Excuseer?
Van rectoren van grote universiteiten in het land, verwacht ik op zijn minst
dat ze de maatschappelijke context in dat land kennen, begrijpen en daar ook
rekening mee houden. 

Een
ander onderwijs is mogelijk

Ons onderwijs is er een van sociale selectie, die begint van in de wieg en wordt verdergezet tot aan de hogeschool
of universiteit. Met een watervalsysteem, besparingen op onderwijs en middelen
voor kansengroepen, de verhoging van het inschrijvingsgeld en strengere
selectie aan de poort, zijn we maar twee stappen verwijderd van een samenleving
die volledig gesegregeerd is naar sociale klasse. 

We hebben de keuze, we kunnen de regering haar
gang laten gaan. Dan opteren we voor die maatschappelijke segregatie en een
elitair onderwijs, waar een grote groep op basis van haar sociale achtergrond
uit de boot valt. We kunnen ook streven naar een samenleving waarin iedereen
gelijke kansen krijgt, te beginnen bij onderwijs. Een samenleving waarin
onderwijs echt een herverdelende functie kan opnemen. Waar wordt geïnvesteerd
in onderwijs voor handen, hoofd en hart, in plaats van erop te besparen. Aan u
de keuze. Ik ken de mijne.

take down
the paywall
steun ons nu!