Gastarbeiders uit Sub-Sahara Afrika worden in toenemende mate het slachtoffer van racistische aanvallen in rebellengebied (foto: FIDH)
Nieuws, Wereld, Afrika, Politiek, Racisme, Niger, Libië, Frankrijk, Egypte, Soedan, Internationaal Strafhof, Tsjaad, IDP, Afrikaanse Unie, Tunesië, Rebellenbeweging, Kolonel Muammar Khaddafi, Benghazi, OCHA, Gastarbeiders, NAVO-bombardementen, Libische Nationale Overgangsraad (CNT), Vluchtelingenstromen, Internationale Federatie van Mensenrechtenorganisaties (FIDH), François Soudan -

‘Gastarbeiders’ uit Sub-Sahara Afrika slachtoffers van racistische aanvallen in Libië

De meest vergeten groep in de Libische burgeroorlog zijn ongetwijfeld de talrijke 'gastarbeiders' uit Sub-Sahara Afrika. Zij zitten vaak letterlijk tussen twee vuren en worden hoe langer hoe meer het slachtoffer van racistische aanvallen in de gebieden die door de rebellenbeweging worden gecontroleerd. Niemand schijnt zich hun lot aan te trekken, schrijft FIDH in een ontluisterend rapport.

dinsdag 5 juli 2011 17:40
Spread the love

François Soudan, redactiedirecteur van Jeune Afrique, klaagt in zijn laatste redactioneel – heel terecht – de totale stilzwijgendheid aan van de internationale diplomatie over het lot dat tienduizenden Afrikanen moeten ondergaan in de oostelijke gebieden die onder controle staan van de Libische Nationale Overgangsraad (CNT).

Niemand bekommert zich om lot ‘gastarbeiders’

“Noch de Afrikaanse staatshoofden van de Afrikaanse Unie die zich vorig weekend op hun top in Malabo (Equatoriaal-Guinea) bogen over de Libische kwestie, noch president Abdoulaye Wade van Senegal die op bezoek ging bij de rebellen in Benghazi, noch de Turkse diplomatie die zondag de rebellen erkende als enige vertegenwoordigers van het Libische volk, maar ook niet de Franse tenoren (Nicolas Sarkozy, Alain Juppé of Bernard-Henri Lévy) die er als eersten voor pleitten om het regime van kolonel Khaddafi aan te vallen omdat het zich tegen zijn eigen burgers keerde, en al zeker Khaddafi zelf niet in zijn bunker”, schrijft Soudan.

Het rapport dat de Internationale Federatie van Mensenrechtenorganisaties (FIDH) op 30 juni publiceerde, is ronduit ontluisterend. Op basis van een grondig terreinonderzoek heeft FIDH kunnen vaststellen dat de echte ‘verworpenen der aarde’ de immigranten uit Afrika ten zuiden de Sahara zijn.

Door de burgeroorlog in Libië en de feitelijke opsplitsing van het land zijn deze arbeidsmigranten, die door kolonel Khaddafi naar Libië waren gehaald om als zo goed als rechteloze arbeiders het vuile werk te doen dat de Libiërs liever aan zich lieten voorbijgaan, helemaal tussen wal en schip beland.

Ten prooi aan racistische gruweldaden

Op de vlucht voor het geweld en de NAVO-bombardementen vallen ze ten prooi aan racistische gruweldaden – moorden, verkrachtingen, lynchpartijen en systematische plundering van hun schaarse middelen van bestaan. In bijna alle gevallen worden ze door hun Libische werkgevers ontslagen, vaak zonder dat ze het loon krijgen uitbetaald waarop ze recht hebben.

De gruwelijke aanvallen tegen vooral Tsjadiërs, Nigerianen, Soedanezen en Nigerezen in het ‘bevrijd gebied’ dat door de rebellen van de CNT wordt gecontroleerd, zijn “grove en systematische mensenrechtenschendingen”, schrijft de FIDH, dat ze gemakkelijk kunnen worden omschreven als “oorlogsmisdaden zoals ze door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag worden vastgesteld en gevonnist”.

De belangrijkste reden voor de aanvallen tegen de Afrikaanse arbeidsmigranten is van zuiver racistische aard. Wie een zwarte huidskleur heeft, wordt meteen geassocieerd met ‘huurlingen’ in dienst van het gehate Khaddafi-regime.

“Bron van alle kwaad”

Maar de afkeer gaat ook verder: de radicale afwijzing van de Afrikaanse politiek van de Grote Leider van de Libische revolutie vertaalt zich in een irrationele afkeer van iedereen die er zwart uitziet. Zij worden gezien als de “bron van alle kwaad, van de verspreiding van aids, drugshandel en de verspilling van oliedollars”, schrijft het rapport.

“Van Tobruk tot Benghazi beschouwen mensen ons als honden of nog erger”, zei een Tsjadische landarbeider. “Wat we nu meemaken gaat veel verder dan de vernederingen die we vroeger ondergingen. De dictator heeft ons altijd gebruikt als gedweeë en goedkope arbeidskrachten zonder rechten, die als veiligheidsklep konden dienen waarop de Libiërs hun frustraties en gebrek aan vrijheid konden botvieren. Eens zondebok, altijd zondebok.” Maar de regelrechte pogroms waarvan de zwarte arbeidsmigranten nu in rebellengebied het doelwit zijn, gaan heel wat verder.

Rebellen doen niets tegen aanvallen

Tijdens de bijna vijf maanden dat de rebellen de controle uitoefenen in de gebieden in het oosten van Libië is er nog niet één formeel onderzoek geopend naar deze zware schendingen van mensenrechten gebaseerd op racisme.

De CNT heeft nog geen enkele verklaring waarin ze het geweld afkeurt, uitgevaardigd. Integendeel, de heersende opvatting is dat mensen met een donkere huidskleur niet anders dan ‘mourtazaka’ (‘huurling’) kunnen zijn.

“Voor de leiders die zich graag laten voorstaan dat ze het nieuwe en democratische Libië belichamen, is dit een zeer verontrustende houding”, vindt Soudan.  Hoofdaanklager Luis Moreno-Ocampo van het Internationaal Strafhof in Den Haag heeft een internationaal aanhoudingsmandaat uitgevaardigd tegen Muammar Khaddafi en enkele hooggeplaatsten uit zijn directe omgeving.

Maar dezelfde doortastendheid ontbreekt blijkbaar als het om de veroordeling gaat van het geweld en mensenrechtenschendingen aan de kant van de rebellen. Het FIDH-rapport roept het ICC daarom ook dringend op om rechtszaken te openen tegen deze racistisch geïnspireerde aanvallen.

Geblokkeerd in tentenkampen aan de grens

Bovendien hebben ook de buurlanden boter op het hoofd. Aan de grensovergangen tussen Libië en Egypte en Libië en Tunesië zitten grote groepen arbeidsmigranten uit Sub-Sahara Afrika te wachten tot ze worden doorgelaten.

De voorbije maanden zijn de grensovergangen bijna constant geopend geweest om in de eerste plaats Egyptische en Tunesische staatsburgers toe te laten uit Libië weg te komen. Ook mensen met een Libisch paspoort konden via die weg vluchten, maar de anderen blijven in uiterst precaire omstandigheden in tentenkampen aan de grens vastzitten.

Volgens recente cijfers van OCHA, het agentschap dat de humanitaire acties van de VN coördineert, zijn er in totaal sinds de opstand tegen Khaddafi in februari begon al 950.000 mensen op de vlucht geslagen voor het oorlogsgeweld en de NAVO-bombardementen.

700.000 mensen zouden het land hebben verlaten (onder wie 100.000 mensen met Libische nationaliteit), 250.000 zijn officieel volgens het VN-jargon ‘verplaatste personen’ (IDP) in Libië. 71.500 Nigerezen zijn naar Niger teruggekeerd en 43.800 mensen zijn de grens met Tsjaad overgestoken. De grootste groepen buitenlanders die Libië hebben verlaten, zijn de Egyptenaren (108.000) en Tunesiërs (64.000).

Klein aantal vluchtelingen naar Italië en Malta

In tegenstelling tot het beeld dat de media graag naar voren schuiven, is de vluchtelingenstroom naar Europa beperkt gebleven. Volgens de OCHA-cijfers zijn er 19.500 vluchtelingen naar Malta en Italië gekomen.

Kolonel Khaddafi speelde tot einde 2010 maar al te graag het Europese spel mee om in ruil voor commerciële contracten het vluchtelingen onmogelijk te maken om vanuit Libië (illegaal) naar Europa over te steken. Khaddafi als ideale gatekeeper voor Fortress Europe.

Het rapport van FIDH geeft ook de Europese landen een flinke veeg uit de pan. Frankrijk stond als eerste te dringen om uit ‘humanitaire overwegingen’ ten oorlog te trekken tegen Libië, maar het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken toont zich helemaal niet bereid om extra vluchtelingen uit Libië op te nemen.

Groep vluchtelingen kan geen kant op

Nochtans is er een groep die werkelijk nergens naar toe kan: mensen die al de onderdrukking en de oorlogstoestanden in hun land waren ontvlucht en in Libië een tijdelijk onderkomen hadden gevonden in de hoop ooit eens de oversteek naar Europa te wagen.

Vluchtelingen uit Darfur, Somalië, Eritrea en Ethiopië kunnen onmogelijk worden teruggestuurd naar hun landen van oorsprong, maar ook EU-landen staan niet te springen om hen op te vangen. Zij blijven helemaal aan hun lot overgelaten achter in de Libische woestijn.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!