Fukushima, mon amour: een dubbel vrouwenportret

‘Fukushima, mon amour’: dubbel vrouwenportret in donker kader

Zes jaar na de tsunami en de kernramp beleeft 'Fukushima, Mon Amour' zijn première. De tussen komedie en drama balancerende film van Duits cineaste Doris Dörrie brengt milieuproblematiek samen met de desastreuze ecologische gevolgen van dergelijke rampen. Dit is tegelijk een zedenstudie en een dubbel vrouwenportret met veel liefde voor Japanse cultuur en een satirische kijk op Westers narcisme.

woensdag 15 maart 2017 08:00
Spread the love

Fukushima, mon amour (Duitse titel Grüsse aus Fukushima, een cinefiele verwijzing naar de legendarische Hiroshima Mon Amour van Alain Resnais van 1959) is de eerste in het rampgebied van het Japanse Fukushima gedraaide speelfilm. Doris Dörrie, regisseur van Männer (1985), Nackt (2002en Cherry Blossoms (2008) heeft zich echter niet laten verleiden tot ramptoerisme.




De gevolgen van de meltdown van de kerncentrale na de aardbeving en de tsunami van 11 maart 2011 komen zichtbaar in beeld (zo liggen de vuilniszakken met besmette aarde nog altijd opgestapeld langs de weg in het verwoeste gebied) maar werden ook verstrengeld met het verhaal.  

Westerse clown, Japanse geesten

Het verhaal van Fukushima, mon amour draait rond de voor haar eigen problemen vluchtende jonge Duitse Marie die in het Japan van 2011 met de fictieve organisatie Clowns4Help de pijn van de bewoners van Fukushima wil verlichten. Al snel blijkt ze daar eigenlijk niet voor geschikt is. Daarop wil ze terug naar Europa.

Wanneer de bejaarde Geisha Satomi terug wil keren naar haar huis in het verlaten ‘spookgebied’ rond de rampcentrale besluit Marie toch te blijven en een handje toe te steken bij het (letterlijk en figuurlijk) puinruimen. De spoken uit Satomi’s verleden botsen daarbij met de geesten (lees: trauma’s) waar Marie mee worstelt.

Fukushima, mon amour volgt het ‘vreemdeling in een vreemd land’ stramien dat vaak in Amerikaanse avonturenfilms opduikt met hier een Duitse jonge vrouw in de rol van de ontwortelde en door westers centrisme geleidde Amerikaanse die zich moeilijk kan aanpassen aan de gebruiken van een ‘vreemde’ cultuur.

Dörrie schetst een bijtende portret van een chauvinistische vrouw die zelfs niet eens tracht het onbekende te doorgronden. Dat is een persoonlijke frustratie van de Duitse cineaste die reeds in het romantische drama Cherry Blossoms (2008) haar liefde en respect voor Japan en de Japanse cultuur toonde. 

Ontreddering en onbegrip

Het idee voor de film ontstond toen de cineaste 8 maanden na de kernramp het gebied bezocht en met een ontredderde oude man sprak temidden de ruïnes van zijn huis. “Zes maanden na het gebeuren begreep hij nog altijd niet wat er was gebeurd,” aldus Dörrie, “hij had zijn familie, zijn huis, zijn bezittingen en zijn gehele leven verloren, maar kon niet vatten wat er gebeurd was.”

Dit onbegrip vertaalt de cineaste via de indringende zwart-wit beelden van cameraman Hanno Lentzs (net als de titel een verwijzing naar Alain Resnais’ klassieker Hiroshima, mon amour) in een naïeve onbegrijpende Europese vrouw die wil opgaan in een cultuur waar ze de tekens niet van begrijpt en een Japanse bejaarde vrouw die met magie flirt en leven en dood laat spoken. 

Contemplatieve cinema

Het narcisme van Marie en het relativeringsvermogen van Satomi worden duidelijk onderstreept. Dörrie maakt er gelukkig geen dik in de verf gezette metafoor van. Fukushima, mon amour is een sereen en rustig verteld verhaal, kalme contemplatieve cinema, geen nadrukkelijke morele les. Ook al eindigt de film met quasi-documentaire beelden waarin zowel een ‘No Nukes‘ mondmasker als een ‘Don’t forget Fukushima‘ spandoek in beeld komen. De realiteit is nooit ver weg in deze fictie. 




Fukushima, mon amour is vooral het portret van twee vrouwen die ondanks de onderlinge culturele verschillen zowel pijn als een last uit het verleden (“je draagt een geest mee op je rug”) meetorsen. Twee vrouwen ook die samen tot het besef komen dat “herinneringen pijnlijk zijn” en dat “er geen uitweg is. Dit is het.” Twee levendige vrouwen die dichter tot elkaar komen via een louterende trip door de wereld van de doden.

Dit klinkt morbide maar Fukushima, mon amour is een vrij optimistische, bij momenten grappige, poëtische en lichtjes surrealistische film. Een boeiend dubbel vrouwenportret in een donker, apocalyptisch kader. Op smaak gebracht met een snuifje poëzie en een gepaste dosis humor.

FUKUSHIMA, MON AMOUR: Doris Dörrie, D -J 2016, 104′, met Rosalie Thomas, Kaori Momoi, Nami Kamata, Moshe Cohen, Aya Irizuki, Naomi Kamara, Thomas Lettow, dis. Cinemien, release 15 maart 2017, info: www.cinemien.be. Trailer: 

take down
the paywall
steun ons nu!