klimaatbetoging
Foto: Han Soete
Analyse -

Frustratie en woede na de klimaattop in Glasgow. Kunnen we de race tegen de tijd nog winnen?

One point five to keep the planet alive, dat was de inzet van deze top. Na veertien dagen onderhandelen is de woede bij klimaatactivisten en landen uit het Zuiden groot en terecht. Hoe moet het nu verder?

maandag 15 november 2021 16:48
Spread the love

 

De belangrijkste kwesties en (ontbrekende) resultaten

1.5°C. De eindtekst vermeldt expliciet dat gestreefd moeten worden om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C en dus niet tot 2°C. Dat is een goede zaak, maar dat gaat enkel over het streven, over de doelstelling. Met de huidige nationale plannen van alle landen samen stevenen we af op een catastrofale opwarming van 2,4°C.

Jaarlijkse revisie. Tot nu was er om de vijf jaar een grote klimaattop. Die zal vanaf nu jaarlijks worden gehouden. Elk land wordt dan verplicht om zijn klimaatplannen te toetsen aan de doelstellingen en dat zo nodig te verbeteren en ambitieuzer te maken. Op zich is dat een goede zaak. Alleen zullen arme landen die veel minder verantwoordelijk zijn voor de historisch uitstoot en over veel minderen middelen beschikken, nu onder even zware druk komen als de rijke landen.

Met de huidige nationale plannen van alle landen samen stevenen we af op een catastrofale opwarming van 2,4°C.

“Fossiele brandstoffen”. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar sinds de ondertekening van het Kyoto-protocol in 1997 werd in geen enkele top expliciet verwezen naar de afbouw van fossiele brandstoffen. Dat is nu voor het eerst wel het geval. Er waren op de top ook nieuwe beloften en allianties om geleidelijk een einde te maken aan het gebruik van fossiele brandstoffen. Een blik op de details leert echter dat zij op korte termijn weinig of geen verandering teweeg zullen brengen.

Om een klimaatcrisis te voorkomen zou vanaf nu de olie- en gasproductie onmiddellijk en gestaag moeten afnemen met 3 procent per jaar. In plaats daarvan stijgt de productie nog steeds jaar na jaar (met uitzondering van het covid-jaar 2020).

Subsidies. Er werd afgesproken om de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk af te schaffen. Jaarlijks krijgt de sector nog liefst 5.900 miljard dollar aan subsidies. Dat moet niet ‘geleidelijk’ maar wel onmiddellijk en drastisch naar beneden. 5.900 miljard dollar is ruimschoots meer dan wat nodig is om een snelle groene energietransitie mogelijk te maken.

Vlaanderen wilde de tekst niet ondersteunen die de internationale publieke subsidies voor bepaalde fossiele energieprojecten in het vizier neemt.

Om een klimaatcrisis te voorkomen moet de olie- en gasproductie onmiddellijk afnemen met 3 procent per jaar. In plaats daarvan stijgt de productie nog steeds jaar na jaar.

Onder de grond houden. Om onder de 1,5°C te blijven moet volgens het wetenschappelijk tijdschrift Nature 89 procent van de bewezen steenkoolreserves, 58 procent van de oliereserves en 59 procent van de gasreserves in de ondergrond blijven. De lobbyisten van de fossiele brandstofsector deden er alles aan om daarover geen bindende afspraken te laten maken. Ze haalden hun slag thuis.

Steenkool. Steenkool is de grote boosdoener, maar heel wat landen uit het Zuiden zijn er extreem afhankelijk van. India bijvoorbeeld is voor 70 procent van zijn energie afhankelijk van steenkool, voor China is dat bijna 60 procent. Mede onder invloed van die landen werd de slottekst afgezwakt: ‘uitfaseren’ (phase-out) van het verbranden van steenkool werd vervangen door ‘afbouwen’ (phase-down).

De directeur van het Internationaal Energieagentschap (IEA) hoopt “dat de geavanceerde economieën het voortouw zullen nemen en een voorbeeld worden voor de groeilanden. Als zij dat niet doen, moeten zij niet verwachten dat groeilanden het wel zullen doen.” Vlaanderen heeft, samen met Polen, geprobeerd om Europa te verhinderen om toe te treden tot de high Ambition Coalition. Deze coalitie streeft o.a. naar een uitfasering van fossiele brandstoffen.

Methaan. Meer dan 100 landen sloten een overeenkomst om de uitstoot van methaan tussen 2020 en 2030 met 30% te verminderen. Dat is was het laaghangend fruit van de top. Het kan de gemiddelde temperatuur wereldwijd tegen 2050 met ongeveer 0,1°C doen dalen. We moeten wel beseffen dat dit maar evenveel is als de opwarming die we hebben gekend sinds COP21 in Parijs in 2015.

Klimaatrechtvaardigheid. Om een nulemissie te bereiken is er volgens het IAE tot 2030 jaarlijks 4.000 miljard dollar nodig aan investeringen. Zo’n 70 procent daarvan, of 2.800 miljard dollar moet gaan naar de groeilanden en de ontwikkelingslanden. Dat is nodig om de energietransitie daar te kunnen realiseren, om de opgelopen schade als gevolg van de opwarming te vergoeden, en om die landen in staat te stellen zich aan te passen aan de klimaatopwarming.

De in Kopenhagen in 2009 jaarlijks beloofde 100 miljard steun is maar een peulschil van wat nodig is, en die magere belofte wordt nu nog niet eens nagekomen. Deze top raakte niet verder dan een vage oproep om “de klimaatfinanciering uit alle bronnen te mobiliseren die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken van de overeenkomst van Parijs, met inbegrip van een aanzienlijke verhoging van de steun aan de ontwikkelingslanden, tot meer dan 100 miljard dollar per jaar.” Nergens wordt aangegeven hoe die financiering zal gebeuren en hoe hoog ze moet zijn.

Op zo’n tops wordt gemakkelijk gezwaaid met ronkende beloftes en beleefde oproepen. Wat ontbreekt is een actieplan op lange termijn en concrete toezegging van de deelnemers.

Ontbossing. Meer dan 100 wereldleiders hebben beloofd de ontbossing tegen 2030 een halt toe te roepen en om te keren. Het probleem met deze mooie belofte is dat ze noch afdwingbaar, noch transparant is. Er is ook geen financieringsplan voor en bovendien mag er ondertussen lustig verder gekapt worden.

Bilan

Zoals dat eigen is aan zo’n tops wordt er gemakkelijk gezwaaid met ronkende beloftes en beleefde oproepen. Wat doorgaans ontbreekt – en deze top vormt daar geen uitzondering op – is een actieplan op lange termijn en concrete toezegging van de deelnemers. Afdwingbaarheid is er al helemaal niet.

Het goede nieuws is dat er een consensus is bereikt en dat er afspraken zijn om elk jaar opnieuw samen te komen. Ook goed nieuws is dat China en de VS, de twee grootste uitstoters, ondanks de zeer gespannen sfeer tussenbeide afgesproken hebben om nauw samen te werken. Deze samenwerking is een belangrijke voorwaarde om in de toekomst belangrijke dossiers aan te pakken.

De grote overwinnaar van deze top is de fossiele sector. Met meer dan 500 lobbyisten vormden ze de grootste delegatie van deze klimaattop. De sector mag op beide oren slapen, ondanks de grote beloftes en allianties behoudt deze sector zijn greep op de wereldeconomie, althans op korte termijn.

De grote verliezers zijn de landen van het Zuiden. Zij dragen het minst verantwoordelijkheid voor de opwarming van de planeet maar vangen wel de zwaarste klappen. Zij hebben ook geen middelen om de nodige energietransitie waar te maken. Klimaatrechtvaardigheid was nochtans een van de hoofdeisen van de grote meerderheid van de landen en van de vele klimaatactivisten.

Met meer dan 500 lobbyisten vormden de fossiele energiesector de grootste delegatie van deze klimaattop.

De landen van het Noorden zijn niet bereid om de kosten te dragen van hun historische klimaatschuld. Dat maakt hen tot hoofdverantwoordelijken van de aan gang zijnde klimaatontaarding. Zonder een serieuze transfer van middelen – een veelvoud van wat ze nu beloven – stevenen we af op een klimaatramp.

Zeker, het resultaat had nog slechter gekund. Maar we kunnen niet om de vaststelling heen dat de regeringsleiders uiteindelijk gefaald hebben. Lia Nicholson, hoofdonderhandelaar voor Antigua en Barbuda en voorzitter van de 37 leden tellende Alliantie van Kleine Eilandstaten, verklaarde: “Wij zijn bijzonder teleurgesteld en zullen te gelegener tijd onze grieven kenbaar maken”.

De landen van het Noorden zijn niet bereid om de kosten te dragen van hun historische klimaatschuld. Dat maakt hen tot hoofdverantwoordelijken van de klimaatontaarding.

“Onze strijd is nog lang niet gestreden. We moeten inzien dat dit een strijd is die we niet mogen verliezen”, aldus Selwin Hart, assistent-secretaris-generaal voor klimaatverandering van de VN. Secretaris-generaal van de VN Guterres van zijn kant wijst andermaal op de urgentie: “Onze kwetsbare planeet hangt aan een zijden draadje. (…) Het is tijd om in de noodmodus te gaan. Anders zal onze kans om nulemissie te bereiken zelf nul zijn.”

Met die urgentie is Greta Thunberg het alvast helemaal eens. Samen met een aantal jonge klimaatactivisten uit de hele wereld diende zij een verzoekschrift in bij Guterres om een ‘klimaatnoodsituatie’ af te kondigen.

De echte strijd wordt niet op zo’n top geleverd maar erbuiten. Die strijd moet nog beginnen. Het is aan ons om andere krachtsverhoudingen op te bouwen en de regeringsleiders en de economische elite te dwingen een andere koers te varen. Een koers die niet de winsten van de grote kapitaalgroepen veilig stelt maar wel die van de planeet. Een koers die de kosten niet afwentelt op de gewone man of vrouw, of op de landen van het Zuiden.

“Onze kwetsbare planeet hangt aan een zijden draadje. Het is tijd om in de noodmodus te gaan. Anders zal onze kans om nulemissie te bereiken zelf nul zijn.”

Zeker in Vlaanderen is er nog heel wat werk voor de boeg. We zullen met zijn allen strijdvormen moeten zoeken die het voortbestaan van onze planeet op een rechtvaardige manier verzekeren.

 

Lees ook:

Acht zaken die je moet weten over de klimaatopwarming en de klimaattop in Glasgow

COP26: geen alarmstemming, maar vooral opschepperij

Wat hebben de meest kwetsbare landen gewonnen in Glasgow?

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!