In een circulaire economie worden materialen zoveel mogelijk hergebruikt om de afvalberg te verminderen.
Het European Environmental Bureau, Friends of the Earth Europe en Zero Waste Europe vroegen landen welke voorgestelde maatregelen vanuit de EU hun steun krijgen. In de komende weken wordt in Brussel onderhandeld over het Europese afvalbeleid.
In maart werden de maatregelen al goedgekeurd door het Europees Parlement. Het gaat dan onder meer om 65 procent recyclage van stedelijk afval, hergebruik van 10 procent van alle verpakkingsmaterialen, prepareren van producten voor hergebruik en een betere scheiding en inzameling van afval.
Achterblijvers
Tot de landen die tegen de meeste voorstellen zijn, behoren Finland en Denemarken, landen die vaak gezien worden als leiders op het gebied van afvalbeleid. Andere landen die niet warm lopen voor de Europese voorstellen, zijn Hongarije, Litouwen en Letland.
België, Nederland en Frankrijk steunen de meeste maatregelen.
Tsjechië, Italië, Zweden, Portugal, Luxemburg en Slowakije steunen het plan om minstens 65 procent van alle afval te recycleren, maar zijn naar verwachting tegen het verplichte prepareren van producten voor hergebruik. Ook zien ze het niet zitten minimaal 10 procent van alle verpakkingsmateriaal opnieuw te gebruiken.
Enkele landen die traditioneel gezien worden als achterblijvers, zoals Griekenland, Roemenië en Spanje, geven wel aan de doelstelling voor recyclage, afvalpreventie, gescheiden inzameling en prepareren van producten voor hergebruik te steunen.
Duitsland, Groot-Brittannië, Polen, Ierland, Slovenië en Kroatië wilden nog niets kwijt over hun standpunten.
Miljarden besparing
Afgevaardigden van de lidstaten komen deze maand bijeen om hun standpunten te definiëren en de koers van de Europese Unie op het gebied van de circulaire economie te bepalen. Eind mei gaan de onderhandelingen over de definitieve tekst van de nieuwe afvalwetgeving van start.
Volgens de milieuorganisaties kan de circulaire economie 800.000 banen opleveren en Europese landen elk jaar ongeveer 72 miljard euro besparen.