Foto: Markus Winter, Universiteit van Heidelberg
Interview - Anneleen Van Offel

Fania Oz-Salzberger: “Geen enkel politiek vredesproces kan werken zonder wederzijds inzicht”

Op woensdag 17 september 2014 houdt de Joodse schrijfster en hoogleraar Fania Oz-Salzberger de openingslezing van de 22e SHARP-conferentie in Antwerpen. Thema is 'Religies van het Boek’. Samen met haar vader Amos Oz schreef Oz-Salzberger het boek Joden en Woorden. Een interview. Kan de Joodse teksttraditie context geven aan het hedendaagse conflict? Ligt de toekomst in handen van het verleden? Of zijn de bergen van onbegrip te hoog geworden?

dinsdag 16 september 2014 14:13
Spread the love

Een
groepje Israëli’s op een berg, hun handen als een dakje boven de
ogen. In de verte de explosies in Syrië. Het beeld van de
oorlogstoeristen die in het noorden van Israël op daguitstap gaan om
naar het geweld in Syrië te kijken, ging de afgelopen week viraal.
Ze hadden op een Bijbelse berg kunnen staan. Zo’n exemplaar waar
ooit twee kleitabletten met goddelijke woorden voor het Joodse volk
uit de hemel neerdaalden. In de tweeduizend jaar die tussen deze twee
bergen ligt, waren de Joden de zwarte schapen van de geschiedenis,
werden ze vervolgd en verjaagd, vermoord. Het contrast kan nauwelijks
groter zijn.

In
het recent vertaalde Joden en woorden van Amos Oz en zijn
dochter, historica Fania Oz-Salzberger, schrijven deze twee
Israëlische autoriteiten in hun vakgebied over het bloed dat door de
Joodse aderen stroomt. Of beter: de woorden. Want, zo betogen ze, de
genealogie van de Joden is er geen van genen, maar van woorden. Het
voortbestaan van het Joodse volk is niet te danken aan een centrale
plaats of held, maar aan een rijke traditie van debat, literatuur en
Bijbelstudie.

Overwinbaar

Waarom
moest dit boek nu geschreven worden?

“Allereerst
willen we aantonen dat oeroude teksten nog steeds relevant kunnen
zijn, door ze te herlezen, door erover te debatteren, door ze in
vraag te stellen. Daarbij hoort dat we in ons verhaal duidelijk
willen stellen dat de Joodse traditie op haar best is wanneer ze
alles ter discussie stelt, tot de hoogste autoriteiten toe. Inclusief
God. Ten tweede willen we, vanuit onze Joodse traditie, een lans
breken om kinderen van jongs af aan vertrouwd te maken met boeken.
Literatuur is de manier waarop culturen kunnen voortbestaan, waarmee
waarden kunnen doorgegeven worden. En vooral, we wilden ons verhaal
met de subtiele humor vertellen die ons volk tot een kunst heeft
verheven. De kunst om te overleven.”

U
schrijft dat Joden en Palestijnen hetzelfde verdriet delen, het
verdriet om een wereld die verloren is gegaan. Zou dit boek in het
Arabisch moeten vertaald worden?

“Ik
zou ontzettend gelukkig zijn mocht dit boek in het Arabisch vertaald
worden. Afgezien daarvan zou er absoluut een boek moeten geschreven
worden over Palestijnen en woorden, maar dat kan alleen door een
Palestijn geschreven worden. We delen niet alleen een intens
verleden, maar vinden elkaar ook in de oude teksten. Elk conflict is
overwinbaar als je woorden boven geweld kiest.”

Hoe
realistisch is dat? Kan literatuur een rol spelen in het
vredesproces?

“Dat
kan ze absoluut. Mijn vader zegt wel eens dat schrijven betekent dat
je de schoenen van iemand anders aantrekt. Literatuur geeft zowel
schrijvers als lezers de mogelijkheid om een diepe blik te werpen in
het leven, de emoties, angsten en hoop van de andere. De mogelijkheid
om dat te doen heeft een groot politiek potentieel. Wanneer
Palestijnen het werk van mijn vader lezen, kunnen ze in de psyche van
een Joodse staat duiken, en wanneer Joodse Israëli’s bijvoorbeeld
Sari Nusseibeh lezen krijgen zij een inzicht in de Palestijnse ziel.
Geen enkel politiek vredesproces kan werken zonder zo’n wederzijds
inzicht.”

U
bent als historica op een academische manier met de werkelijkheid
bezig, uw vader verwerkt de werkelijkheid tot fictie. Op welke manier
heeft die verschillende benadering het boek beïnvloed?

“Ook
al ben ik als historica gebonden aan de feiten, ik voel dat
literatuur diepe waarheden vertelt over onze menselijke natuur, onze
driften en verlangens. De Bijbel bijvoorbeeld is fantastische
literatuur, het is geen heilige tekst. Het is geschreven door mensen,
en het vertelt ons veel over de maatschappij waarin het geschreven
werd. Een samenleving die gedreven werd door de zoektocht naar
rechtvaardigheid. Tussen rijk en arm, tussen Joden en niet-Joden,
tussen mannen en vrouwen.”

Recht en onrecht

De
ultieme vraag naar rechtvaardigheid was het creëren van een Joodse
staat in de twintigste eeuw. Maar op welk punt slaat recht voor het
ene volk om in onrecht voor het andere volk? Kan de Joodse staat
bestaan zonder haar Joodse ziel te verloochenen?

“De
Joden zijn het levende bewijs dat geschiedenis niet alleen door
winnaars geschreven wordt. Tweeduizend jaar lang zijn ze een geslagen
volk geweest, verdreven uit hun huizen, beroofd en vervolgd, met de
genocide als orgelpunt. Maar tot in de concentratiekampen toe zijn ze
hun verhalen blijven vertellen. Alleen zo hebben de Joden hun cultuur
kunnen redden. Ten tweede is het belangrijk om het verschil te maken
tussen Joden en Israëli’s. Slechts de helft van de Joden ter
wereld zijn Israëli’s, en niet alle Israëli’s zijn Joden.
Twintig percent van de Israëlische bevolking is niet Joods, de
meesten van die minderheid zijn Arabisch.”

“Het
belangrijkste verschil tussen Joden over de hele wereld en Israëli’s,
is het idee dat Joden ook fysiek in staat moeten zijn om zich te
verdedigen. Niet alleen door het verspreiden van hun verhalen. Het
zionisme is vandaag een misbruikt gedachtegoed, maar in de oorsprong
ging het niet om het verdrijven van de Palestijnen. Het ging niet
over verovering en oorlog. Het ging simpelweg over het creëren van
een kleine ruimte in het oude thuisland waar Joden in vrijheid konden
leven, op gelijke hoogte met hun Palestijnse buren, en dat ze indien
nodig in staat zouden zijn om zich fysiek te verdedigen.”

Daardoor
is de legerdienst vandaag diep ingeworteld in de Israëlische
maatschappij. Die verplichte dienst lijkt een contradictie met de
oude traditie van de discussie, het in vraag stellen van
autoriteiten.

“Mijn
tweelingzonen van 19 jaar oud zijn recent aan hun legerdienst
begonnen. Geloof me, ze discussiëren de hele tijd, met hun
medesoldaten, hun oversten, en onder elkaar. Anderzijds kan Israël
alleen door dat goed georganiseerde leger haar bestaan verzekeren, en
doet dat leger dingen waarmee ik het fundamenteel oneens ben. Meer
nog, sommige delen van Israël zijn volledig gemilitariseerd. En toch
blijft de Israëlische bevolking debatteren, we blijven onze overheid
in vraag stellen, onze politici, en onszelf. Ik hoop echt dat we dit
klimaat kunnen bewaken, want het is de sleutel naar de vrede. Dat
moeten we ook blijven doen wanneer vrede met onze Arabische buren is
bereikt. We zijn in staat om hier, in deze kleine uithoek van het
Midden-Oosten, een van de meest creatieve staten ter wereld te
vormen, en de enige manier waarop we dat kunnen doen is door die
cultuur van discussie te koesteren.”

In
welke mate kan Israël trouw blijven aan de oude Joodse waarden en
tegelijk haar bestaan van een leger laten afhangen?

“Israël
zou het beste van de Joodse cultuur moeten belichamen. Haar
intellectualiteit, rijke teksttraditie en inventiviteit combineren
met haar spitse zelfspot zou ideaal zijn. Zolang we ons kritisch
kunnen blijven opstellen moet dat mogelijk zijn. We moeten de
moraliteit van ons militair apparaat blijven in vraag stellen, we
moeten blijven streven naar rechtvaardigheid voor zowel Israëli’s
als Palestijnen. Dat is de voortzetting van onze traditie en niet het
tegenovergestelde ervan.”

Een mistige toekomst

In
het boek schrijven Oz en Salzberger dat de Hebreeuwse perceptie van
tijd omgekeerd is dan de Westerse: Joden benaderen de toekomst
taalkundig met de rug en staan met het gezicht naar het verleden. Dat
zou een metafoor voor het leven kunnen zijn, menen de auteurs. ‘Het
leven is als autorijden met een ondoorzichtige voorruit: je zult
moeten afgaan op wat je in je achteruitkijkspiegels ziet.’

Ligt
de oplossing voor het conflict in het verleden? Of zullen zowel Joden
als Palestijnen het verleden los moeten laten voor een vredevolle
toekomst?

“Wanneer
ik met Arabische vrienden discussieer over het verleden en we
allemaal een ander idee hebben over de manier waarop de feiten
gebeurd zijn, ben ik ervan overtuigd dat de enige manier om uit die
oeverloze discussies te geraken is door naar de toekomst te kijken.
Ik hou van het verleden, het is mijn beroep, maar om een toekomst te
verzekeren voor onze kinderen moeten we de pijnlijke herinneringen
vervangen door vergevingsgezindheid. We zijn ons allemaal bewust van
de beslagen ruiten, maar we moeten door die mistige toekomst heen
durven kijken. Uiteindelijk zitten we allemaal in dezelfde auto.”

Anneleen
Van Offel is schrijver en radiomaker. Ze werkt momenteel aan haar
debuutroman over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Informatie
over de SHARP-conferentie, die loopt tot zaterdag 20 september 2014,
vind je
hier.

take down
the paywall
steun ons nu!