Ex-VS-marinier getuigt: “Oorlog Syrië begon met invasie van Irak”

-
woensdag 21 december 2016 12:17
Vincent Emanuele, ex-marinier getuigt (warisacrime.org)

Amerikaan Vincent Emanuele is voormalig marinier. Hij volbracht twee missies in Irak, maar weigerde een derde missie uit te voeren. Sindsdien reist hij de VS rond om lezingen te geven over wat zijn land in werkelijkheid doet in het Midden-Oosten. Dit is zijn getuigenis.

In 2013 was ik in Sydney, Australië voor het promoten van de prachtige film On the Bridge van Olivier Morel. Het is een documentaire met in de hoofdrollen Amerikaanse veteranen, waaronder ikzelf. Die trachten opnieuw hun plaats te vinden in het burgerleven en worstelen daar mee, nadat ze zijn teruggekeerd uit onze illegale en immorele oorlogen in Irak en Afghanistan.

In datzelfde jaar kon bijna niemand voorspellen wat voor een buitenmaatse rol Syrië zou gaan spelen in het globale geopolitieke landschap. Nu in december 2016 gonst de ether van de verhalen over Syrië. Hashtags over Syrië overspoelen de sociale media. Progressieve en liberale media kunnen daarbij nauwelijks hun totale afkeer voor Poetin en Rusland verbergen.

Syrië, een tikkende tijdbom

Tijdens de Democratische voorverkiezingen in 2015/2016 was de ‘liberal’ elite van de VS meer dan bereid om een potentieel nucleair conflict met Rusland te riskeren, zodat ze wat extra politieke puntjes kon scoren tegen Trump en de Republikeinen.

Dit, mijn vrienden, is het ware schandaal, en niet de zogenaamde Russische bemoeienissen in Amerikaanse zaken. Die zogenaamde inmenging was voorspelbaar, maar behoorlijk miniem in vergelijking met de wereldwijde totale overmacht van de Amerikaanse inlichtingendiensten wat betreft staatsgrepen en inmenging in de democratische aangelegenheden van andere soevereine staten.

Tijdens mijn verblijf in Sydney ontmoette ik filmmaker Sean McAllister, een gezette Brit met een doorgroefd en ernstig gezicht. Die vertelde me toen: “De VS heeft van Syrië een tikkende tijdbom gemaakt.” Ergens tussen zijn vele biertjes door, vervolgde hij nog: “Jullie [hij bedoelde het Amerikaanse leger] hebben de hele godverdomse regio opgeblazen!” Ja-knikkend bestelde ik nog een rondje en stelde hem nog meer vragen.

De goelags van Assad

“Wanneer ging je voor het eerst naar Syrië? Wat denk je over de huidige situatie? Waar kunnen mensen terecht voor betrouwbare informatie? Sean was echter niet geïnteresseerd in mijn vragen. Hij bleef maar door razen over de brutaliteiten van Syrisch president Assad en wat het betekende om een gevangene te zijn in de ‘moderne goelags’ van diens regime, zoals hij ze noemde:

“Wie denken die mensen godverdomme wel dat ze zijn om mij te zeggen dat mijn ervaringen niet tellen? Ik word niet betaald door de Britse regering. Ik ben niet een of andere spion. Ik heb geluk gehad. Ik heb slechts twee weken in de Syrische staatsgevangenissen vastgezeten. Ik heb daar gehoord hoe mensen geslagen werden en gemarteld en hoe ze schreeuwden. Jij weet hoe dat is. Jij was in Irak. Ik ken de oorlogsveteranen. Ik kan aan geen kanten slapen. Elke nacht heb ik minstens een paar biertjes nodig om te kalmeren en te kunnen slapen. Dat soort dingen, weet je, het blijft je de rest van je leven achtervolgen. Mensen begrijpen dat niet.”

Wat dat laatste betreft kon ik Sean meer dan gelijk geven: de mensen weten dat niet. Politieke situaties worden alsmaar complexer wanneer er extreme emoties bij komen kijken. Wanneer mensen gemarteld worden, wanneer ze hun familieleden en vrienden hebben zien vermoorden of verminken, dan wordt het zeer moeilijk om nog op een rationele manier complexe politieke situaties te verwerken – de emoties krijgen immers de bovenhand.

Om deze situaties op een correcte manier te kunnen behandelen, moeten we echter proberen zo rationeel te blijven als menselijk mogelijk is.

Geen ‘goede opties’ in Syrië

Sinds dat gesprek met Sean heb ik aan heel wat bijeenkomsten, spreekbeurten en paneldiscussies deelgenomen over de oorlog/het conflict/de burgeroorlog/de proxy-oorlog in Syrië. Eén ding is me daarbij overduidelijk:

Kritisch blijven en genuanceerd denken is enorm moeilijk geworden in tijden waar mensen gemakkelijke antwoorden willen.

Laat me duidelijk zijn: er bestaan geen ‘goede opties’ in Syrië. Drie jaar geleden verweten mensen me op publieke bijeenkomsten dat ik een handlanger van de Amerikaanse regering was, omdat ik het had over de vele wreedheden en misdaden van president Assad. Ik citeerde toen dikwijls uit mijn gesprekken met Sean. Tegelijk weigerde ik ook Russisch president Poetin de hemel in te prijzen als een of andere anti-imperialistische strijder tegen Westerse agressie.

Tegenwoordig word ik er zowaar van beschuldigd een handlanger van Assad én Poetin te zijn, omdat ik me verzet tegen ‘no-fly zones’ en omdat ik weiger de idee te accepteren dat de oppositie tegen Assad een of andere coherent eenheidsfront zou zijn dat niet wordt gedomineerd door extremisten en terroristen. Ik heb geen probleem met dit soort kritiek, maar wel met de tegenstrijdigheden die er in gebruikt worden.

“We moeten toch iets doen”

De idee dat de VS en het Westen simpelweg ‘iets moeten doen’ is compleet misleidend – zowel politiek als ideologisch – en is historisch ook zonder precedent, om het zacht uit te drukken. De VS en het Westen zijn voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor de ramp van Syrië.

Dat zijn ze niet enkel door de beslissingen die ze wel of niet hebben genomen over de laatste drie of vier jaren. Die beslissingen waren al verschrikkelijk genoeg, maar het is in de eerste plaats de invasie en bezetting van Irak die de voorloper van het conflict in Syrië. Het Westen is ook verantwoordelijk voor het creëren van een kader voor deze conflicten, aangezien honderden jaren kolonialisme en imperialisme het zaad hebben gezaaid voor de huidige onrust en voor het geweld.

De invasie en bezetting van Irak is de voorloper die het conflict in Syrië heeft veroorzaakt.

Het wordt hoe langer hoe moeilijker om te bepalen of te voorspellen wat nu het beste is voor Syrië als natie, omdat het debat niet langer over Syrië gaat. Sommigen beweren zelfs dat het nooit over Syrië heeft gegaan, noch over het Syrische volk.

Het debat legt de nadruk nu al een tijdje op interregionale conflicten (soennieten versus sjiieten), (Iran versus Saoedi-Arabië), (Israëlische belangen), bredere geopolitieke belangen, de globale machtsstrijd tussen Rusland en de VS, enzovoort. Sobere analyses en suggesties zijn nauwelijks te vinden wanneer het over Syrië gaat. Een van de weinige lichtpuntjes is de Amerikaanse activiste en politiek commentator Phyllis Bennis.

Drie suggesties

Zij heeft drie suggesties voor alle Amerikanen en voor progressieve activisten in Amerika die oprecht willen dat het geweld in Syrië stopt. Vergeet immers niet dat Amerikanen concreet druk kunnen uitoefenen op wat HUN regering doet, maar niet op wat de Russische of Syrische regeringen doen. Daarom is het zo belangrijk om de focus te verleggen naar wat wel kan bereikt worden:

  1. Je kan terrorisme niet verslaan met oorlog. Stop er dus mee mensen te doden en steden te vernietigen in een zogenaamde poging anderen te doen stoppen met mensen vermoorden. Stop de luchtaanvallen en bombardementen, trek de troepen en de paracommando’s terug, maak ‘geen laarzen op de grond’ een realiteit. (‘No Boots on the Ground’ betekent ‘geen Amerikaanse soldaten ter plaatse’).
  2. Maak werk van een volledig wapenembargo aan alle kanten. Daag de Amerikaanse en wereldwijde wapenindustrie uit. Stop de trainings- en uitrustingsprogramma’s. Zorg ervoor dat Amerika’s bondgenoten geen wapens meer leveren aan Syrië. Maak hen duidelijk dat als ze daar toch mee doorgaan, dat ze dan alle toegang tot Amerikaanse wapens zullen verliezen. Wil je Rusland en Iran overtuigen te stoppen met wapens te leveren aan het Syrische regime, zal je kans op slagen zal een pak realistischer worden, als de VS en hun bondgenoten zelf stoppen met de andere kant te bewapenen.
  3. Creëer nieuwe diplomatieke, geen militaire, allianties met zowel machten buiten als binnen Syrië, ook met regionale regeringen en andere actoren. Ware diplomatie om de oorlog te beëindigen moet het middelpunt vormen van onze acties, geen vals diplomatiek overleg ontworpen om aan gemeenschappelijke bombardementscampagnes deel te nemen. Iedereen moet aan de onderhandelingstafel een plaats krijgen, ook de Syrische bevolking, zowel de vrouwen, het geweldloos verzet als de gewapende actoren. Steun Amerikaanse pogingen voor lokale staakt-het-vuren en voor nieuwe diplomatieke contacten.

De reden waarom ik denk dat deze suggesties van Bennis zo belangrijk zijn, is omdat ze dwars doorheen sektarische ideologieën en politieke geschillen snijden. Die hebben de linkerzijde kreupel gemaakt in haar capaciteit om de ongelukkige en complexe situatie in Syrië het hoofd te bieden. Het eerste waarmee de linkerzijde zich moet gaan bezighouden, is het eens geraken over een aantal principes. Daarin zijn we niet meer geslaagd sinds 9/11.

Van Wisconsin tot Libië

Ik herinner me dat ik in 2011 nog meeliep in manifestaties in Madison, Wisconsin, tijdens de protestdemonstratie tegen gouverneur anti-Walker en voor de vakbonden. Toen vroeg een vriend van mij bij de organisatie ‘Irakveteranen Tegen De Oorlog’: “Wat denk je over de situatie in Libië?” Mijn antwoord toen was heel simpel, en dat is het vandaag nog steeds:

“Als het Libische volk zelf Khaddafi kan afzetten, laten ze hem dan vooral afzetten en leven met de gevolgen. Dat is hun keuze. Als de vraag echter is: “Wat moet de VS daar aan doen?”, dan antwoord ik dat de VS zich zo weinig mogelijk moet mengen, want uiteindelijk zijn dat helemaal hun zaken niet.”

Het is niet omdat Khadaffi niet links is of geen vriend van linksgeoriënteerde politieke activisten of bewegingen, dat de VS het recht hebben om de Libische regering omver te werpen. Saddam Hussein was ook een verschrikkelijke heerser. Dat betekent daarom niet dat de VS, of eender wie trouwens, het recht hebben om de Iraakse regering omver te werpen. Hetzelfde geldt in Libië, Syrië, Iran, Afghanistan, enzovoort.

Nadat ik terugkwam van Madison, moest ik een lezing geven in Evanston, Illinois. Daar sprak ik over mijn ervaringen in Wisconsin. Ik vertelde ook waarom ik me verzette tegen het beleid van Obama in Libië en in heel het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Op het einde van mijn lezing stond een man op en hij vroeg me: “Wel, wat stel je dan wél voor !?”

“Wat stel jij dan voor?”

Die vraag was oprecht, maar hij zei ze alsof hij heel kwaad op me was. Het klonk alsof ik geen moer gaf om het Libische volk en alsof daarentegen al die goedbedoelende ‘liberals’ die voorstelden om Libië te bombarderen wel begaan waren met het leven van de Libische bevolking.

Toen, en nu nog steeds, stelde ik steeds dezelfde terugvraag: “Waar waren die ‘liberals’ toen de Saoedi’s hun eigen volk martelden en onthoofden?” Het is tenslotte nog maar recent dat president Obama de grootste wapendeal ooit op aarde ondertekende met het Saoedische regime. Is dat aanvaardbaar? Is het aanvaardbaar dat regime carte blanche te geven voor hun vernietiging van Jemen?”

De waarheid valt moeilijk toe te geven, maar is nog moeilijker te ontkennen: het verging Irak uiteindelijk beter met Saddam Hoessein aan de macht. Libië was beter af met Khaddafi aan het hoofd van het land. En Syrië was in betere doen met president Assad aan de top. Wil dat zeggen dat ik deze dictators en hun regimes steun? Helemaal niet.

“Welcome to the club”

Feit is dat het Westen zich niet te bemoeien heeft met de zaken van andere naties, tenzij natuurlijk, het Amerikaanse volk er ook geen problemen mee heeft dat andere landen zich zouden gaan bemoeien met onze zaken. Dat willen Amerikanen echter helemaal niet, toch niet als ik de onophoudelijke en absurde reacties van diezelfde ‘liberals’ hoor. Die willen nu graag hun verkiezingsnederlaag op de zogenaamde inmenging van de Russen schuiven. Amerikanen houden immers niet van de idee dat invloeden van buitenaf zich komen mengen in onze zogenaamd ‘democratische processen’.

De VS is al decennia actief met het omverwerpen van democratisch verkozen regeringen. Nu krijgen de Amerikanen dus een voorproefje van waarmee hun eigen regering al meer dan eeuw bezig is in andere landen. Zoals men dan pleegt te zeggen “Welcome to the club.”

Jammer genoeg heeft de linkerzijde een lange traditie van steun aan falende ideologieën en politieke regimes. Veel links denkende mensen steunden de invasie en bezetting van Afghanistan (1979-89) door de Sovjet-Unie. Veel links denkenden steunden ook Stalin, Lenins waanzin, Mao’s wreedheden en Pol Pots krankzinnigheid. Ik loop nog steeds mensen tegen het lijf die geloven dat de Sovjetunie een of ander alternatief vormde voor het kapitalisme en het imperialisme. Als deze mensen het niet zo ernstig meenden, dan zou dat grappig zijn. Hun ideologische fantasieën zijn in feite gevaarlijk.

Dit soort politieke standpunten toont onder andere waarom links gerichte politieke bewegingen zo weinig succes hebben gehad in tegenstelling tot hun rechts gekleurde tegenhangers. Dat was voornamelijk omdat linkse politieke bewegingen meermaals gekken steunt die zich op hetzelfde niveau bevinden als de rechtse gekken waar we zo tegen zijn.

Kritisch tegenover macht, elke macht

Iedereen die Assad of Poetin ophemelt kan niet ernstig links worden genoemd. Echte linksen blijven kritisch ten opzichte van macht, waar die macht zich ook situeert. Regeringen vormen het probleem. Multinationals vormen het probleem. Machtige individuen zijn het probleem. Banken zijn het probleem. Legers. Georganiseerde religie. Geen enkele van deze fenomenen beperkt zicht tot een specifieke locatie, regio of natie. Deze problemen hebben invloed op alle culturen en maatschappijen.

Waar is de linkse cultuur van het internationalisme gebleven? Een van de hoofdredenen waarom ik oorspronkelijk betrokken geraakte bij linkse politieke bewegingen in de VS was vanwege hun bereidwilligheid om rabiaat en onkritisch nationalisme te verwerpen, dat overal begon door te dringen in de jaren na 9/11.

De tijd die ik doorbracht bij de Amerikaanse mariniers werd fel ingekleurd door het holle karakter van het Amerikaanse nationalisme en de rampzalige mislukking van tribale ideologieën. Mijn hoofdzakelijke bezorgdheid ging echter veel verder dan de VS, of zelfs mijn familie en hechte vrienden. Ik begon mezelf te zien als lid van een wereldgemeenschap, van een maatschappij gebouwd op vertrouwen, solidariteit en mededogen, niet op hypercompetitie en individualisme.

Internationale klasseverbondenheid

Wij hebben heel wat meer gemeen met de werkende klasse en de arme mensen in Rusland en Syrië, dan wat deze mensen gemeen hebben met hun leiders en omgekeerd. Mijn kameraden, mijn bondgenoten, zij met wie ik solidair ben, zijn de werkende en de arme mensen over heel de wereld die weinig macht hebben, maar wel het globale kapitalisme en de staatsmachten van hun fundamenten voorzien.

Om een of andere reden is de linkerzijde niet langer in staat om in klassetermen te spreken. De linkerzijde van vandaag legt de nadruk op het maximaliseren van ons potentieel binnen de neoliberale context.

We zijn volop bezig de planeet te vernietigen. Syrië werd vernietigd. De VS wordt vernietigd. Het beste van het beste van onze culturen wordt vernietigd door wereldwijd kapitalisme en de ontmenselijking van iedereen en alles. Wat ons ook maar een cent kan opbrengen verkopen we. Wat maakt het ook uit? Wie maalt erom? De planeet verwordt tot niet meer dan een papieren zak of een gebruikt condoom. Ze heeft het kapitalisme gediend.

Mars?

Mensen hebben niets aan een stervende planeet, vooral zij niet die in het geïndustrialiseerde landschap moeten leven dat we zelf hebben gecreëerd. Het resultaat is dat multimiljardairs als Elon Musk dromen van de kolonisatie van Mars. Ik hoop dat hij faalt.

Eigenlijk zouden we er met zijn allen voor moeten zorgen dat ze falen, net zoals we met zijn allen moeten proberen een einde te maken aan dit falende evolutionaire experiment op onze planeet. De idee dat de mensheid haar waanzin doorheen het universum wil gaan verspreiden wijst erop hoe krankzinnig onze ideologie en ons wereldbeeld wel zijn.

Misschien moeten we ons eerst eens gaan afvragen hoe we op deze planeet kunnen overleven vooraleer we een andere gaan vernietigen. Zoals mijn vriend Derrick Jensen dikwijls zei: “Hoeveel planten, bomen en levende wezens kan je herkennen binnen een korte afstand van je huis of appartement?” Als het antwoord beperkt is, dan is er een probleem.

Derrick merkte op dat menselijke wezens zich altijd afvragen of ze alleen op deze planeet zijn. Enkel een dolgedraaide en overal gepromote cultuur gelooft daadwerkelijk dat we ‘alleen’ zijn op een planeet die miljarden levende organismen huisvest. Wanneer gaan we het leren? En, willen we het wel leren?

Terug naar Syrië

Wat willen mensen precies doen? Voormalig minister van Defensie Robert Gates, heeft geopperd dat een ‘no-fly zone’ boven Syrië een ‘oorlogsdaad’ zou zijn. Met andere woorden, tenzij de VS en haar bondgenoten bereid zijn Rusland de oorlog te verklaren, moeten ze hun strategie drastisch veranderen, en snel ook, willen we iets zien te bereiken op vlak van vrede en stabiliteit.

Sommigen beweren dat president Assad moet vertrekken. Oké, maar wie gaat hem dan vervangen? Wat kunnen we verwachten van de gemiddelde burger, arbeiders, armen en anderen zolang er geen serieuze en coherente oppositie bestaat. Er bestaat geen twijfel over dat de mogelijkheden beperkt zijn.

Noam Chomsky beaamde dat recent nog in een gesprek met Dan Falcone en Saul Isaacson, waarvan ik hier een uittreksel geef: 

Bestaat er enige hoop op een samenwerking met Rusland?

“Er bestaat een heel klein beetje hoop. Wat Syrië betreft, zijn er simpelweg geen alternatieven. Er is geen realistisch alternatief, tenzij je Syrië volledig van de kaart vegen als een alternatief overweegt. Er is geen ander alternatief dan het installeren van een of andere overgangsregering, waarbij Assad zeker en vast betrokken zal worden, misschien zelfs als regeringsleider. Dat ziet er dus niet goed uit, maar er bestaat nu eenmaal geen alternatief.”

“Mijn goede vriend Gilbert Achcar schreef een artikel voor The Nation waarin staat – ook al schreef hij dat vlak voor het staakt-het-vuren – dat het staakt-het-vuren nooit zal standhouden, omdat zolang president Assad aan de macht blijft, de oppositie zal blijven vechten tot de dood van Syrië. Dus zegt hij dat we iets moeten doen om Assad van de macht te verdrijven, maar dat dat niet gaat lukken. Dat is het probleem.”

Dat ziet er zo verschrikkelijk grimmig uit.

“Dat is ook grimmig ja, het is vreselijk. De enige positieve noot hier is, als je naar de geschiedenis kijkt, naar het einde van de Eerste Wereldoorlog in Syrië, dat het daar toen ongeveer even verschrikkelijk was als wat er nu gebeurt. Ze telden toen naar alle waarschijnlijk de meeste slachtoffers per hoofdstad van eender welk land ter wereld tijdens de Eerste Wereldoorlog.”

“Het einde van de Eerste Wereldoorlog was in Syrië onmenselijk. Er kwamen honderdduizenden mensen om het leven. Het land was veel kleiner toen, maar op een of andere manier zijn ze dat toch te boven gekomen. Het is dus mogelijk, maar het is wel verschrikkelijk. Het is bovendien gewoon heel erg moeilijk om eender wat voor oplossing te bedenken. Ik bedoel, ik zie niet in wat Obama beter had kunnen doen [dan] wat hij gedaan heeft.”

“Wat kunnen we bereiken”

Met andere woorden, de idee dat de linkerzijde en vele andere progressieve politieke krachten in de VS of elders meer hadden kunnen doen dat wat ze gedaan hebben, is op zijn zachtst gezegd een fabeltje, maar eigenlijk gewoonweg een leugen. Heel wat activisten en academici hebben hun best gedaan het slechtst mogelijke scenario te vermijden in Syrië, maar slechts met zeer beperkte resultaten.

De vraag die activisten in het Westen en meer bepaald in de VS zich uiteindelijk moeten stellen, is: “Wat kunnen we bereiken?”. Het mag duidelijk zijn dat we niet veel kunnen veranderen op vlak van de Syrische of Russische beslissingen. We kunnen echter wel druk uitoefenen op de beslissingen van de VS. Dus moeten we beginnen iets te doen daar waar we wel invloed hebben.

Ik blijf maar horen en lezen van de linkerzijde in de VS dat we kritischer moeten zijn ten opzichte van president Assad en Poetin – oké, allemaal goed en wel, maar wat is ons uiteindelijk doel? Als activisten in de VS geloven dat ze het Russische of Syrische beleid enigszins kunnen beïnvloeden, dan vergissen ze zich lelijk. Dan begrijpen ze niet hoe macht werkt in de echte wereld.

Stop de luchtaanvallen

Als activisten in de VS daarentegen hopen dat ze het Amerikaanse en het Europese beleid aanzienlijk kunnen beïnvloeden, dan beschikken ze wel over ernstige en haalbare opties. Een van de eerste mogelijkheden zou er uiteraard in bestaan een einde te maken aan alle luchtaanvallen, grondtroepen, speciale troepenoperaties en wapenleveringen en politieke steun aan naties die het alsmaar groeiende militarisme en geweld in Syrië blijven voeden.

Dat betekent dat we onze relaties met de regeringen van Qatar, Saoedi-Arabië, Pakistan, Irak en Israël moeten omgooien. Alleen is er een redelijke kans dat activisten in de VS een ernstige nederlaag kunnen toedienen aan de erfenis van het imperialisme en het autoritarisme. Zolang activisten in de VS daarentegen blijven handelen als de spreekbuis van westerse ngo’s en overheidsdiensten, dan zullen ze meer en meer gemarginaliseerd geraken en genegeerd. Dat is dan maar goed ook.

Inmenging verslechtert de situatie altijd

Activisten in de VS en elders in het Westen moeten handelen naar concrete waarden en principes, waarvan de meest belangrijke het uitgangspunt is dat Westerse militaire inmenging zonder de minste twijfel en in alle omstandigheden de zaken zal verslechteren, in welke context of in welke regio dan ook. Elk potentieel of feitelijk voordeel dat daar eventueel toch uit voorkomt, is louter een samenloop van omstandigheden.

Wat ik denk dat we vooral moeten onthouden is dat het merendeel van onze medestanders aan dezelfde kant staan. We zouden niet loyaal mogen zijn tegenover een Syrische, Russische of Amerikaanse regering. De linkerzijde zou geen gevestigde belangen mogen hebben bij de status quo van het geweld en van de huidige vernietiging van Syrië. 

Desondanks staan we waar we nu staan en laten we ons meer en meer meesleuren in deze discussies. Wij moeten onszelf bevrijden van dit soort intellectuele en politieke slavernij.

Wat willen wij? Dàt is de vraag

Links moet ernstige politieke alternatieven ontwikkelen voor bestaande regionale, nationalistische, sektarische en individuele conflicten. Zolang er geen ernstige alternatieven bestaan zal een compleet onaanvaardbare status quo blijven duren, onbeperkt en onbetwist.

Vincent Emanuele

De Amerikaan Vincent Emanuele is voormalig marinier. Hij volbracht twee volledige missie in Irak, maar weigerde een derde missie uit te voeren. Hij is nu een van de initiatiefnemers van de afdeling in de staat Michigan van Veterans for Peace. Daarnaast is hij lid van het nationaal bestuur van Iraq Veterans Against War, presentator van het programma Veterans Unplugged op Radio WMS in Michigan en schrijft hij voor TeleSur English. Je kan hem bereiken op:  vincent.emanuele333@gmail.com. Zijn artikel Syria and the Left verscheen op Counterpunch op 15 december 2016 en werd vertaald door Sarah Wagemans.

US Activist and Iraq War Veteran Vincent Emanuele Speaks Out (40’59”):



Content

take down
the paywall
steun ons nu!