Het noorden van Mali ontsnapt volledig aan de controle van de regering in Bamako. Europese 'militaire experts' zijn in buurland Niger aangekomen waar strategische uraniummijnen zijn.
Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, Niger, Uranium, Nigeria, EU, VS, Mali, Frankrijk, Algerije, Barack Obama, Strijd tegen terreur, Afrikaanse Unie, ECOWAS, Afrikaanse diplomatie, Sahel, Militaire interventie, Mahamadou Issoufou, François Hollande, Boko Haram, AQMI, Eucap Sahel Niger, Aveva, Imouraren, Arlit, Akokan, Militaire experts -

Europese ‘militaire experts’ zetten voet aan wal in de Sahel

In de Sahel heeft de natuur net als elders een hekel aan de leegte. Het onvermogen van de Malinese regering in Bamako om volledige controle uit te oefenen over het noorden van haar territorium, dat meerdere jaren aan sjacheraars van alle slag en aan steeds meer geradicaliseerde islamistische rebellengroepen is overgelaten, heeft tragische gevolgen gehad.

woensdag 5 september 2012 17:00
Spread the love

De Malinese autoriteiten hebben in april op enkele dagen tijd de hele controle over de noordelijke helft van het land verloren. Een verschrikkelijke vernedering voor de nationale trots. De buren van Mali hebben, net zoals de westerse landen, maar één spookbeeld voor ogen: een domino-effect. En vooral de besmetting van het meest fragiele buurland: Niger.

Het onvermogen van de Economische Gemeenschap van de West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) om een militaire macht naar Mali te sturen, zet dus de Europeanen aan om zelf actie te ondernemen. Europese experts zijn zich begin augustus 2012 discreet in Niger beginnen opstellen.

In totaal zal de missie, die ‘Eucap Sahel Niger‘ werd gedoopt, een vijftigtal experts tellen en de draagwijdte ervan zou moeten uitbreiden tot Mali en Mauritanië.

De missie bestaat erin om de lokale legermachten beter op te leiden. Gevestigd in Niamey zal de missie verbindingsofficieren hebben in Bamako en Nouakchott.

Zoals de Europese Unie (EU) in haar doelstellingen onderlijnt, “zal de Sahel een belangrijke plaats in de politieke agenda van de Europese Unie innemen. De belangen van Europa in deze regio zijn veelvuldig: ze houden de strijd in tegen de onveiligheid, georganiseerde misdaad en illegale immigratie, maar ook de bekommernis om energiezekerheid”.

Energiezekerheid: uranium voor Frankrijk

De EU gaat niet dieper op dit onderwerp in, maar iedereen in de regio heeft het begrepen. Het uitgestrekte noorden van Mali vertegenwoordigt geen enkel strategisch belang voor de Europeanen. Dat ligt wel anders voor het noorden van Niger, met name voor Frankrijk.

Niemand is vergeten dat het Franse bedrijf Aveva er uranium ontgint, dat de vele krachtige Franse kerncentrales bevoorraadt. Het exploiteert er twee uraniummijnen, één in Arlit en een andere in Akokan.

Maar Aveva moet vooral – indien de veiligheidssituatie het toelaat – in 2013-14 beginnen met de exploitatie van de reusachtige mijn van Imouraren, eveneens in het hoge noorden, die dan de tweede belangrijkste uraniummijn ter wereld zal zijn.

‘De soldaat Niger redden’

Er is natuurlijk geen sprake van, voor de westerse machten, dat dit uranium in de handen van de ‘gekken van God’ zou vallen. Men beeldt zich zonder moeite in op welke manier het gebruikt zou kunnen worden wanneer Iran, dat ervan beschuldigd wordt kernwapens te ontwikkelen, ermee dreigt Israël van de kaart te zullen vegen.

‘De soldaat Niger’ moet dus gered worden, temeer omdat het regime dat in Niamey aan de macht is geen bloedige tropische dictatuur is. President Mahamadou Issoufou is in maart 2011 verkozen via ‘rechtvaardige en transparante’ verkiezingen zonder strubbelingen.

President Issoufou is dus de ideale samenwerkingspartner voor de EU, zonder risico om de woede van mensenrechtenorganisaties op de hals te halen. Eind juli is de Franse minister van Buitenlandse Zaken trouwens precies in Niamey aan zijn Afrikaanse tournee begonnen. Een bewijs voor het grote belang dat Parijs aan zijn bondgenoot in de Sahel hecht.

Niger is bovendien een essentiële link in de strijd tegen het terrorisme, gezien zijn strategische ligging tussen de Malinese toevluchtsoorden van al-Qaeda in de Islamitische Magreb (AQMI) en de fanatiekelingen van Boko Haram, die al meerdere jaren terreur zaaien in het noorden van Nigeria.

Het Nigerese leger versterken betekent ook verhinderen dat de islamisten een corridor tussen deze twee islamistische haardvuren creëren. Temeer omdat de grenzen tegenwoordig poreus zijn en er al uitwisseling is tussen AQMI en de Noord-Nigeriaanse broeders.

Maar de versterking van de aanwezigheid van civiele en militaire experts uit westerse landen, Frankrijk en de Verenigde Staten op kop, in de landen van de Sahel, kan de ergernis van Algerije opwekken.

Parijs oordeelt echter dat het voldoende geduld getoond heeft. Een Frans parlementair rapport, gepubliceerd in maart, bekritiseerde de houding van Algerije – een houding die als te passief beoordeeld werd ten overstaan van de ontaarding van de veiligheidssituatie aan zijn zuidelijke grenzen.

“Het is onbetwistbaar dat tot op heden de houding van Algerije ten aanzien van de dreiging die AQMI op zijn zuidelijke flank vertegenwoordigt, ambigu is en zelfs aanleiding kan geven tot dubbelzinnige interpretatie”, zegt het rapport. De kritiek, in diplomatische termen uitgedrukt, is daarom niet minder heftig.

En uitgerekend dit verdachte immobilisme van Algiers en het in gebreke blijven van de ECOWAS hebben de westerse machten ertoe aangezet om snel en in alle discretie actie te ondernemen om te proberen de islamistische brandhaard in de Sahel onder controle te krijgen.

Obama wil niet bedolven raken onder het zand van de Sahara

Of Algerije het nu wil of niet, er zullen zich meer en meer Franse en Amerikaanse militairen in de Sahelgordel bevinden.

Als Algiers deze situatie had willen voorkomen, dan had het zijn manschappen erop moeten uitsturen om het Malinese leger te ondersteunen bij zijn strijd tegen de opstand van de Toearegs en hun bondgenoten. Nu is het te laat. Maar dat de westerse landen ‘experts’ sturen, betekent daarom nog niet dat ze een internationale interventie in de regio voorbereiden.

Vlak voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen wil Barack Obama niet bedolven raken onder het zand van de Sahara. De Syrische crisis en de Iraanse dreiging mobiliseren de Amerikaanse diplomatie al meer dan genoeg. Het Amerikaanse leger trekt zich geleidelijk aan terug uit Afghanistan.

Hetzelfde geldt voor Frankrijk. De vredige François Hollande is niet de hyperactieve Nicolas Sarkozy, die het Franse leger meteen naar Libië en naar Ivoorkust stuurde. De Franse president moet al moeite doen om te voorkomen dat zijn land in een vreselijke economische recessie duikt en wordt geconfronteerd met sociale onrust in eigen land.

Hij heeft al de aftrap gegeven voor een terugtrekking van Franse troepen uit Afghanistan, hierin ondersteund door de publieke opinie, die meer oog heeft voor het behoud van de koopkracht dan betrokken te geraken in nieuwe militaire avonturen in afgelegen gebieden.

Indien een militaire interventie zich opdringt in het noorden van Mali, dan zal het initiatief ertoe van de Afrikanen zelf moeten komen. Wat volkomen normaal is voor een ‘opkomend Afrika’ dat zijn lot in eigen handen wil nemen. Maar de Europese en Amerikaanse militaire ‘experts’ zullen er alvast zijn om logistieke ‘hulp’ te bieden aan hun Afrikaanse broeders.

Algiers begint eindelijk te beseffen dat het stilaan in beweging moet komen in de Sahel om de islamistische brandhaard aan zijn zuidgrens te doven.

Adrien Hart

Adrien Hart is een Franse journalist, gespecialiseerd in Afrikaanse onderwerpen. Het originele artikel verscheen op 23 augustus op de Franse nieuwssite SlateAfrique.

(vertaling uit het Frans door Isis Brun)

take down
the paywall
steun ons nu!