“Een nieuwe energie-infrastructuur is onmisbaar om verschillende van onze doelstellingen te bereiken op het domein van energie, of het nu gaat om het veiligstellen van onze energievoorziening, energie-efficiëntie, de integratie van hernieuwbare energiebronnen of het degelijk functioneren van de interne markt”, zegt Oettinger. “Het is daarom essentieel dat we de beschikbare financiële middelen verzamelen en projecten die voor de EU prioriteit hebben, versnellen.”

Corridors

De commissaris wil geïsoleerde landen beter aansluiten op het Europese elektriciteitsnet, de bestaande verbindingen tussen de lidstaten massaal versterken en de toegang voor hernieuwbare energiebronnen zoals windmolenparken verbeteren. Zijn beleidsplan voorziet daarvoor vier “prioritaire corridors”.

Op volle zee moet een netwerk komen dat de energie van windmolenparken naar de verbruikers in de grote steden brengt en de opslag van die energie in de Alpen en landen in het noorden mogelijk maakt. In het zuiden moeten nieuwe verbindingen komen die de elektriciteit uit windmolenparken, zonne-energie en waterkracht naar de rest van het continent kunnen vervoeren.  In het oosten van de Unie wordt het regionale netwerk versterkt, en tot slot wordt de Baltische energiemarkt geïntegreerd in de Europese markt.

Ook voor de gassector voorziet het beleidsplan drie prioriteiten: een Zuidelijke Corridor die gas direct van de Kaspische Zee naar Europa brengt om de gasvoorziening te diversifiëren, de integratie van de Baltische energiemarkt en een Noord-Zuid corridor die interne knelpunten moet wegwerken.

Naast de aanleg van nieuwe leidingen moet de Europese infrastructuur vooral ook intelligenter en minder gecentraliseerd worden. Oettinger denkt aan “slimme” meters die de consument in staat stellen om het eigen verbruik perfect te controleren en op die manier het verbruik te optimaliseren en geld te besparen.