Opinie - Brenda Froyen

En wat nu met mij, ik, psychiatrisch patiënt?

De recente uitspraak in de zaak Jonathan Jacob zorgt voor discussie. Ook bij psychiatrische patiënten, want zij zijn het meest van allemaal betrokken partij. "De psychiatrie wordt getekend door onmacht maar wanneer gaan we eindelijk aan tafel zitten, erover praten én er iets aan doen", vraagt Brenda Froyen zich af.

dinsdag 1 maart 2016 11:11
Spread the love

Het doek is gevallen over de zaak Jonathan Jacob. Voorlopig althans. De hoofdgeneesheer en de toenmalige directeur van het psychiatrisch ziekenhuis in Boechout werden veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf met uitstel. “Ik ben niet alleen teleurgesteld voor mezelf, maar ook voor de mensen in de sector,” zegt psychiater Geert Dom.

Op de trappen van het gerechtsgebouw staan tientallen werknemers van het psychiaters centrum. Op het papier dat ze vasthouden, staat: “Onmacht is geen misdaad.”

De psychiatrie wordt getekend door onmacht.

‘Onmacht’ is bestormd worden door hulpverleners die je vastbinden met leren riemen, die je alleen laten terwijl de demonen door je hoofd razen.

‘Onmacht’ is roepen tegen de kale muren, niet weten wanneer je eruit mag, wachten tot iemand met je wil praten.

‘Onmacht’ is medicatie onder dwang ingespoten krijgen, gesedeerd worden, tot 12 pillen per dag moeten slikken.

‘Onmacht’ is opgesloten worden in een chemische dwangbuis waarin je niet kan ontsnappen aan de bewegingsonrust, de hartkloppingen, de spastische neigingen, het overgewicht, en de vele andere bijwerkingen.

‘Onmacht’ is je familie niet mogen zien omdat je moet rusten.

‘Onmacht’ is het licht dat ’s nachts in je ogen schijnt om te controleren of je er nog wel bent.

‘Onmacht’ is geen toestemming krijgen om naar huis te gaan, zelfs niet voor een familiefeestje.

‘Onmacht’ is je vinger opsteken bij de dagopening en voor de derde keer die week horen dat de psychiater geen tijd heeft om je te zien.

‘Onmacht’ is kloppen op de verplegingskamer omdat je nood hebt aan een gesprek en weggewimpeld worden omdat het niet past.’

‘Onmacht’ is ontslagen worden zonder nazorg, zonder handvaten voor de familie, met medicatie als enige houvast.

‘Onmacht’ is niet terecht kunnen bij het lokale centrum voor geestelijke gezondheidszorg omdat de wachtlijsten zo lang zijn.

‘Onmacht’ is de psycholoog of therapeut niet kunnen betalen, en nog meer wel terugbetaalde medicijnen slikken.

‘Onmacht’ is niet openlijk kunnen spreken over wat je hebt omdat de maatschappij je een ‘loser’ of ‘zwakkeling’ vindt.

‘Onmacht’ is weten dat slechts 6 procent van het budget gezondheidszorg naar geestelijke gezondheidszorg gaat en dat terwijl 1 op 4 Belgen psychische problemen heeft.

‘Onmacht’ is grote toename van steeds meer gedwongen opnames, niet omdat er zoveel meer gevaar is, maar omdat de maatschappij steeds banger wordt.

‘Onmacht’ is kritiek leveren, roepen dat het zo niet meer kan, aankloppen bij de pers, bij de advocaten maar niet ernstig genomen worden omdat je een psychiatrisch verleden hebt.

‘Onmacht is weten dat er velen, ook hulpverleners, zijn die het anders willen, en dat die verandering ook op til is, maar het geduld niet meer hebben om te wachten omdat er elke dag opnieuw mensen met een psychische kwetsbaarheid niet behandeld worden of niet op de – voor hen – juiste manier geholpen worden.

Dat is onze onmacht. Onze dagelijkse onmacht.

En nu we allemaal genoeg geroepen hebben dat we allemaal onmachtig zijn, dat we allemaal slachtoffer zijn van het systeem, zullen we dan eindelijk aan de tafel gaan zitten, erover praten én er iets aan doen?

Anders is er geen sprake van onmacht, maar van onwil en misschien is dat wél een misdaad.

Brenda Froyen is woordvoerder patiëntenvereniging VZW UilenSpiegel. Auteur van het boek ‘Kortsluiting in mijn hoofd’.

take down
the paywall
steun ons nu!