Boekrecensie, Wereld, Milieu, Samenleving -

En wat als we al jaren het verkeerde verhaal vertellen over de klimaatverandering?

Kan je nog iets toevoegen aan alle artikels en boeken die verschenen over de klimaatcrisis? David Wallace-Wells bewijst van wel. In plaats van te nuanceren en voorzichtig te zijn, moeten we misschien gewoon keihard de waarheid vertellen.

maandag 1 april 2019 16:57
Spread the love

Om de klimaatcatastrofe te beschrijven die zich voor onze ogen ontrolt, gaan we een nieuwe taal moeten uitvinden. Dat is toch de indruk die je krijgt bij het lezen van titels in de media. Nadat cycloon Idai inbeukte op de kust van Mozambique en 90 procent van de stad Beria (500.000 inwoners) vernielde, had CNN het over ‘Bijbelse taferelen’. Vele honderden doden, duizenden mensen vermist en miljoenen anderen die alle basisvoorzieningen ontberen.

Toen half maart een bomcycloon neersloeg in de Midwest van de VS hadden verschillende nieuwssites het ook over een ‘Bijbelse overstroming’. Door de opwarming van de Noordpool valt er in het noordoosten van de VS zoveel sneeuw dat ze het in 2010 hadden over de ‘snowpocalypse’, in 2014 over ‘snowmageddon’ en in 2016 over ‘snowzilla’.

Soms schiet het huidige begrippenkader helemaal tekort. Toen de storm Harvey twee jaar geleden honderdduizenden woningen onder water zette in Texas titelde The Washington Post: Hurricane Harvey is third ‘500-year’ flood in Houston in 3 years. Drie keer na elkaar een gebeurtenis die normaal maar twee keer in een millennium voorkomt.

Normaal betekent hier: zoals het was vóór de mensheid in enkele decennia van waanzin massaal CO2 de lucht inpompte. Natuurlijk waren er lang geleden ook al extreme weerfenomenen. Aan één hevige overstroming hielden we zelfs het verhaal van Noah en zijn ark over. Een verhaal dat wellicht gebaseerd is op een gelijkaardige overstromingsmythe in het Gilgamesj-epos. Alleen zullen de overstromingen en eindeloze stortbuien van de nabije toekomst geen plaats krijgen in de collectieve verbeelding. Ze zullen de nieuwe normale toestand worden. We zullen ze gewoon ‘weer’ noemen.

Veel sneller




De klimaatopwarming heeft daardoor nu al twee gedaantes. Het is aan de ene kant het onderwerp van toekomstprojecties, van politiek gehakketak en hevige discussies tussen voor- en tegenstanders van kordate actie. Aan de andere kant sluipt het de nieuwskolommen binnen. Recordtemperaturen (in Australië steeg de temperatuur in januari op verschillende plaatsen boven de 48 graden, waardoor januari de heetste maand ooit werd, de maand ervoor was de heetste december ooit), overstromingen, stormen, extreme koudegolven en recordsneeuwval. Toen het enkele weken geleden na een al extreemkoude winter sneeuwde van de Oost- tot de Westkust in de VS zei klimaatexpert Daniel Swain: “De dingen veranderen veel sneller dan de meeste mensen denken”. “It seems incremental (stapsgewijs) until it doesn’t.

De berichten over de gevolgen van de klimaatverandering zijn er al, maar de omvang lijkt niet door te dringen. Hoeveel Europeanen zouden zich nog herinneren dat nauwelijks twee jaar geleden overstromingen het leven kostten aan 1.200 mensen in Zuid-Azië? Twee derde van Bangladesh stond onder water. Volgens de VN werden 41 miljoen mensen getroffen.

Deze week kwam de VN met het nieuws dat het zeeniveau sneller stijgt dan ooit en liet het Internationaal Energie Agentschap weten dat de uitstoot voor energie vorig jaar met 1,7 procent steeg. Steeg! Ondanks alle internationale toppen, alle afspraken, alle rapporten blijft de uitstoot stijgen.

Te weinig alarm

Het zijn berichten die nauwelijks aandacht krijgen. Is er sprake van klimaatmoeheid? Hebben we teveel van dat soort berichten gezien? De Amerikaanse natuurkundige James Hansen, die in 1988 als eerste voor het Congres getuigde over de klimaatverandering, wijst zijn collega’s met de vinger. Niet omdat ze te vaak alarm slaan. Volgens Hansen doen ze net het omgekeerde. Ze zijn te voorzichtig. Ze sleutelen te hard aan hun rapporten om de harde feiten te verdrinken. Hansen gaat al jaren tekeer tegen wat hij ‘wetenschappelijke terughoudendheid’ noemt. Zelfs het IPCC, het klimaatpanel van de VN, krijgt er van langs.




De journalist David Wallace-Wells, een meester van storytelling, besloot in 2017 de handschoen op te nemen. In een lang artikel in The New York magazine lapte hij alle regels over voorzichtigheid aan de laars. Nadat hij de wetenschappelijke literatuur van de voorbije jaren had doorgenomen en tientallen vooraanstaande wetenschappers had geïnterviewd vielen er hem twee dingen op. Wat het grote publiek kent over de klimaatverandering zijn de minimale scenario’s. Diep begraven in de wetenschappelijke literatuur zitten er ook maximale scenario’s. Dat was het verhaal dat hij wou vertellen. Hoe zou deze planeet eruitzien als alle nachtmerries van wetenschappers uitkomen?

Tweede vaststelling: de storytelling rond klimaat beperkt zich tot enkele spectaculaire aspecten. Kort samengevat: de lijdende ijsbeer en de stijgende zee. Maar de klimaatverandering (of de climate breakdown, zoals de Britse journalist George Monbiot dat noemt) raakt alle facetten van het leven op aarde. En zoals Wallace-Wells zegt: door het verhaal te laten draaien rond de zeespiegel dreig je er een ver-van-mijn-bed-show van te maken. De stijgende zeespiegel is net één van de traagste fenomenen dat het verst in de tijd doorgaat. En wie niet in de buurt van een zeerivier of oceaan woont, kan zich veilig denken.

Onweerstaanbaar

Het artikel in The New York magazine botste met alle wetten van de klimaatliteratuur. Alarmistische verhalen zouden mensen afschrikken. Fout dus. Na enkele dagen was het al het meest gelezen artikel ooit van het vooraanstaande maar gezapige magazine. Twee jaar later verwerkte Wallace-Wells het stuk tot een boek. The Uninhabitable Earth. Life after warming (‘De onbewoonbare aarde’, in de Nederlandse vertaling) is onweerstaanbare storytelling.

Ik heb al veel boeken en artikels over het klimaat verslonden. Toch is dit het boek dat me het meest wakker schudde. Het is moeilijk uit te leggen waarom dat zo is. Het gaat niet over de feiten. Die kom je zelf tegen als je de kranten leest en de rapporten van het IPCC volgt. Het is de manier waarop die feiten samengebracht worden in een verhaal.

De klimaatverandering is geen duister toekomstverhaal. We leven nu al in het tijdperk van een veranderend klimaat. Van de 19 warmste jaren sinds het begin van de metingen speelden er zich 18 af na 2001. 2018 was het vierde warmste jaar ooit. 2016 staat helemaal bovenaan. Die variatie heeft te maken met het fenomeen El Niño, die om de zoveel jaar zorgt voor een opwarming van het zeewater langs de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan. Het record van 2016 zal de komende jaren zeker opnieuw gebroken worden. Dat zorgt er voor dat de planeet nu al met 1,1 graden opwarmde in vergelijking met het gemiddelde voor de industriële revolutie.




Die paar eeuwen van kapitalistische ontwikkeling moeten we zien als een kortstondige periode van waanzin in de menselijke geschiedenis. De CO2 die opgesloten zat in steenkool werd massaal de lucht ingepompt. Het was de motor voor de razendsnelle economische ontwikkelingen van een handvol landen en van het wereldwijde imperialisme. Een land als Groot-Brittannië draagt een verpletterende historische schuld, maar is tegelijk één van de landen dat nu en in de toekomst het minst getroffen wordt door de gevolgen van die uitstoot. India, waar het Britse kolonialisme moordend uithaalde, staat op de lijst van zwaarst getroffen landen helemaal bovenaan. De rijkste 10 procent bewoners van deze planeet stoten de helft van alle CO2 uit.

Helft van de historische uitstoot na eerste rapport IPCC

Een paar eeuwen van waanzin? Dat kunnen we beter inperken tot een paar decennia. Meer dan de helft van de uitstoot gebeurde in de voorbije 30 jaar. Dat betekent dat de mens evenveel schade aangebracht heeft aan het klimaat nadat Al Gore zijn eerste klimaatboek schreef of nadat het IPCC haar eerste rapport publiceerde, als alle millennia daarvoor. Waanzin ook omdat we nu 80 procent meer steenkool verbranden dan in 2000. De prijzen voor hernieuwbare energie daalden in diezelfde periode nochtans duizelingwekkend. Maar in een kapitalistische economie betekent goedkope hernieuwbare energie gewoon méér energie.

De gevolgen van dat heel bewuste getalm zijn er naar. Mocht de mensheid in actie geschoten zijn na het eerste IPCC-rapport dan hadden we de klus geklaard door elk jaar 3 procent minder uit te stoten. Nu staan we al voor de uitdaging om er elk jaar 10 procent af te doen. Wachten we nog tien jaar, dan zullen we elk jaar 30 procent moeten inkrimpen. 

Ja, er is nu een klimaatakkoord. Maar zelfs als alle landen zich houden aan de beloftes die ze maakten na Parijs, komen we eind deze eeuw uit op een opwarming met 3,7 graden. Als … Van de 195 ondertekenaars zitten enkel Marokko, Gambia, Bhutan, Costa Rica, Ethiopië, India en de Filipijnen min of meer op schema. Jawel, ook India. Het land waarover Sp.a-kopstuk Jinnih Beels vorige maand zei: “Daar ligt niemand wakker van het klimaat. Als we willen slagen, moeten we eerst die landen meekrijgen.” Een boutade waarmee ze de klimaatspijbelaars terug naar de klas hoopte te sturen.

Razend

Het boek van Wallace-Wells lezen betekent voortaan razend worden van dat soort uitspraken. Het leidt tot het diepe besef dat jouw individuele leven anders zal zijn dan je tot nu toe verwachtte. Doordat de grootste slachtoffers van de klimaatverandering niet in West-Europa wonen – nogmaals: de plaats waar de industriële revolutie begon – betekent leven na de opwarming ook toekijken op immens lijden. Vorig jaar 1.600 directe doden door hittegolven en natuurbranden en 2 miljoen mensen ontheemd door klimaatgerelateerde rampen. Voor 2050 voorspelt de Internationale Organisatie voor Migratie 200 miljoen klimaatvluchtelingen.

Binnen enkele decennia wordt de hadj, de bedevaart naar Mekka, een levensbedreigende trip voor mensen met een zwakkere gezondheid. In 2010 werd in Saoudi-Arabië al eens een recordtemperatuur van 52 graden opgetekend.

Een ijsvrije noordpool is nu een kwestie van jaren, niet van decennia. Het verlies van ijs op Antarctica en Groenland loopt 100 jaar vooruit op de voorspellingen in de eerste drie rapporten van het IPCC.

Dat betekent dat zelfs het verhaal over de stijgende zeespiegel niet correct verteld wordt. In zijn boek The Water Will Come somt Jeff Goodell enkele landmarks op die nog deze eeuw onder het stijgend water zullen verdwijnen: de Malediven, het grootste deel van Bangladesh, Miami Beach, het hoofdkwartier van Facebook en het Witte Huis. Wall Street zal gespaard blijven. De autoriteiten plannen immers een muur van 1 miljard dollar te bouwen rond de financiële wijk. Een bouwwerk dat het stijgende water zal doen terechtkomen in de armere wijken van de metropool, zoals critici nu al voorspellen.

Of wat te denken van Jakarta. Die stad met 10 miljoen inwoners is een schrijnend voorbeeld van de huidige waanzin. Door overmatig gebruik van grondwater zakken delen van de stad elk jaar dieper weg. Tegelijkertijd stijgt de omringende zee. Tegen 2050 zouden grote delen van de stad onder water staan. Een nieuwe wal van 32 kilometer en artificiële eilanden ter waarde van 42 miljard dollar moeten dat verhinderen. Maar een rapport zei in 2017 al dat die gigantische werken de executiedatum enkel 20 of 30 jaar uitstellen.

Naast het verwoestende water is er het verzengende vuur. De natuurbranden in de VS vernielen nu al elk jaar een oppervlakte die twee keer groter is dan in 1970. Tegen 2050 zou dat nog eens verdubbelen. Voor elke graad opwarming die er bij komt, verviervoudigt de vernietigende kracht van natuurbranden.

Vorige november kostte een bosbrand in het noorden van Californië het leven aan minstens 85 mensen. Meer dan 18.000 woningen gingen in vlammen op. Enkele maanden daarvoor stierven 100 mensen in een reeks bosbranden op het Griekse vasteland. Het was de op één na dodelijkste natuurbrand van de 21ste eeuw. In diezelfde zomer stonden er ook bossen in brand boven de noordpoolcirkel. Die laatste branden richtten misschien niet zoveel materiële schade aan, maar ze verontrusten klimaatwetenschappers daarom niet minder. Het roet en de as van die verkoolde bomen kan terechtkomen op ijsvlaktes. Die zwarte kleur absorbeert meer warmte waardoor het ijs sneller gaat smelten.

Complexiteit

Dat laatste is een voorbeeld van een positieve feedback loop. De opwarming zorgt voor fenomenen die de opwarming versterken. Andere voorbeelden zijn de opgeslagen methaanbellen die vrijkomen als het ijs in permafrostregio’s smelt. Dat is het terrein dat we nu betreden. De complexiteit daarvan maakt voorspellingen heel wankel.

Dat is dus life after warming. Het leven zoals het vanaf nu is op deze planeet. De ernst van de klimaatcrisis onderkennen en daarover eerlijk communiceren heeft niets te maken met het wegnemen van hoop. In het boek van Wallace-Wells valt niet veel hoop te bespeuren. Hoop kan je wel vinden op straat, bij de klimaatmarsen van de scholieren bijvoorbeeld. Of bij de vele groepen mensen verspreid over de planeet die zich verzetten tegen vervuilende fabrieken en centrales.




De jonge mensen van #YouthForClimate hebben het leven voor de opwarming nooit gekend. De wereld van de toekomst die in het boek van Wallace-Wells beschreven wordt, zullen zij vorm zien krijgen. Of al die verschrikkelijke voorspellingen uitkomen, is onmogelijk te zeggen. Dat komt omdat één variabele onzeker blijft. De zeespiegel kan 50 tot 80 meter stijgen. Wetenschappers kunnen alle gegevens in modellen gieten en zelfs min of meer berekenen wanneer dat zo zal zijn. Eén ding weten ze niet. Wat de mensheid de komende decennia gaat doen, ligt niet vast. Je kan voorspellingen maken op basis van de tendens van de voorbije halve eeuw, maar zo werkt de geschiedenis niet. Niemand had Greta Thunberg en de miljoenen kinderen in haar zog kunnen voorspellen. Het ontbreken van zekerheid over die ene variabele is onze enige hoop.

 

De onbewoonbare aarde van David Wallace-Wells verscheen bij De Bezige Bij. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!