Elites lopen nog steeds achter de anti-corruptiefeiten aan

Elites lopen nog steeds achter de anti-corruptiefeiten aan

woensdag 4 juli 2018 09:58
Spread the love

Zowel in de politiek als in het bedrijfsleven zou België nog steeds ethische praktijken hanteren die een ontwikkeld land als het onze onwaardig zijn. Ondanks aandringen van Ecololid Gilles Vanden Burre, die zijn derde wetsvoorstel hierover heeft ingediend, lijkt Brussel niet echt van plan om van gewoonten te veranderen.

België staat dan wel symbool voor de moderne democratie in de hele wereld en biedt onderdak aan de zetel van het Europees Parlement, maar zou toch een van de meest corrupte landen in Europa zijn, volgens een recente studie van de Fraudeafdeling van Ernst & Young. Volgens de resultaten van de EY Global Fraud Survey zou 20% van de Belgische respondenten de afgelopen twee jaar te maken hebben gehad met een fraudesituatie, dat is dubbel zoveel als het gemiddelde van de ontwikkelde landen en West-Europa (10%). Van de 55 bevraagde landen scoorden er slechts twee hoger dan België: Oekraïne (36%) en Kenia (26%). Niet meteen democratiemodellen… Een ontstellende vaststelling die wordt bevestigd door het percentage Belgische kaderleden (12%) dat bereid is geld aan te bieden om een ??contract binnen te rijven of een markt te behouden. Ook hier is dit cijfer tweemaal zo hoog als bij hun tegenhangers in ontwikkelde landen en West-Europa. En daar is een goede reden voor: slechts 54% van de werknemers die op heterdaad betrapt worden, zou daadwerkelijk worden gestraft, want bedrijven steken fraudegevallen liever in de doofpot om hun reputatie niet te schaden, zegt Frederik Verhasselt, hoofd Fraudeafdeling bij Ernst & Young. “Er is een wereldwijde trend naar veel meer wetten […], maar deze hebben geen invloed op de omvang van corruptie“, benadrukt hij.

Ondanks wettelijke maatregelen om te voorkomen dat grote sommen geld in contanten worden opgenomen en om buitensporig hoge boetes op te leggen aan bedrijven die schuldig werden bevonden aan dergelijke praktijken, zou het corruptieniveau in België volgens dezelfde studie in zes jaar zijn verdubbeld. Net als wat we zien in opkomende en ontwikkelingslanden zouden onethische praktijken immers ook wijdverspreid zijn in de Belgische politieke klasse, iets wat de Raad van Europa heeft vastgesteld in het evaluatieverslag van haar werkgroep corruptiebestrijding (Greco). De Greco merkte op dat België zeer weinig vooruitgang had geboekt in de preventie van corruptie van parlementsleden, rechters en openbare aanklagers, en kwam ook tot de conclusie dat: “het denk- en hervormingsproces zich nog altijd in een stadium bevindt (bevond) dat weinig vooruitgangsperspectief biedt”. De Europese werkgroep betreurde met name het gebrek aan vooruitgang in het denkproces over parlementaire onschendbaarheid, die vele excessen bij verkozen ambtenaren toelaat. Het schoentje zou vooral wringen bij de lobby’s, die altijd klaar staan om smeergeld aan te bieden aan een volksafgevaardigde of senator om hem voor hun commerciële zaak te winnen, naast de vele belangenconflicten die de afgelopen jaren in het land zijn vastgesteld. De politieke partijen lijken echter niet vastbesloten om het debat hierover te openen, ondanks de herhaalde inspanningen van Ecolo-parlementslid Gilles Vanden Burre om hun relatie met de particuliere sector in een gepast kader te gieten.

De N-VA, de belangrijkste tegenstander van een wet tegen belangenconflicten

Het gemeenteraadslid van Elsene diende op 21 juni voor de derde keer op een jaar een wetsvoorstel in bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers om een bufferperiode van 18 maanden in te voeren waarin de ministers, kabinetschefs en hun aftredende adjuncten of adjuncten van wie het mandaat ten einde loopt “niet rechtstreeks aan de slag kunnen in een onderneming die zich bezighoudt met zaken die ze op het kabinet behandelden”, legt hij uit in een interview in Le Vif. Gilles Vanden Burre houdt hierbij de recente gevallen van belangenconflict in zijn vizier, zoals dat van Mathieu Isenbaert, voormalig kabinetschef van Johan Van Overtveldt (N-VA), die het Ministerie van Financiën verliet om een ??advocatenkantoor te openen dat gespecialiseerd is in de “rulings” van de Europese Unie. Probleem: hij had dit dossier behandeld in zijn vorige ministeriële functies, waardoor hij toegang kreeg tot zeer vertrouwelijke informatie. Onlangs maakte de kabinetschef van de Minister van Defensie, Steven Vandeput (N-VA), het nog bonter door te gaan werken voor het luchtvaartbedrijf Lockheed Martin. “Momenteel is er in België niets dat de Minister van Landbouw belet om van vandaag op morgen de baas van Veviba te worden; of niets dat de kabinetschef van de Minister van Energie belet om onverwijld een lobbyist voor Engie te worden; of de Minister van Telecommunicatie om maandag af te treden en dinsdag benoemd te worden als CEO van Orange, de belangrijkste concurrent van Proximus, dat de Minister onder zijn voogdij heeft“, illustreert Gilles Vanden Burre. “Vandaag is er geen plaats voor een parlementair debat over belangenconflicten. Ik stelde daarom voor om hoorzittingen te houden. De meerderheid weigerde en stemde unaniem tegen mijn tekst vanaf artikel 1, namelijk het conformiteitsartikel dat voor alle wetsvoorstellen geldt. We zijn dus niet verder gegaan. De boodschap was duidelijk: ‘‘We laten het los en stappen over op iets anders.” En de afgevaardigde noemde Frankrijk en haar Hoge Autoriteit voor de transparantie van het openbare leven, opgericht in 2014 om belangenconflicten te voorkomen, en de inspanningen van Nederland, Italië, Duitsland, Ierland en Portugal om een “cooling-off”-periode in te voeren na een uitvoerend of wetgevend mandaat.

Ondanks hun vasthoudendheid lijken Gilles Vanden Burre en de Écolo’s de enigen te zijn die hun kameraden in de Kamer willen overtuigen. Volgens hem nam behalve de afgevaardigden van de SPA niemand van de PS, de CDH of de MR het woord om hem te steunen in de Commissie Binnenlandse Zaken. De N-VA, die in het bijzonder beticht wordt in dit soort gevallen, is openlijk gekant tegen dit voorstel en heeft vooral kritiek op de termijn van 18 maanden. De Vlaams-nationalistische partij suggereert in plaats daarvan een individuele vertrouwelijkheidsclausule, die echter ongeschikt wordt geacht door de afgevaardigde van de oppositie. “Het risico is dat iedereen dan een bijzondere, speciale clausule probeert te bekomen. Dat is veel minder transparant en brengt niet op een collectieve manier verantwoordelijkheidsgevoel bij”, brengt hij ertegenin. “[…] Het vertrouwen van de burgers in de politieke wereld heeft een flinke deuk gekregen. Het is dringend tijd om het roer om te gooien. Ik denk dat het een goede zaak is om redelijke en evenredige regels op basis van soortgelijke ervaringen vast te stellen. Ideologisch staat er hier niets op het spel. Welke partij is namelijk tegen goed bestuur?”

take down
the paywall
steun ons nu!