Verslag, Nieuws, Cultuur, Boeken, Revolutie, Joden, Libanon, Israël Palestina, Poort van de zon, Elias Khoury, Palestijnse schrijvers -

Elias Khoury: “Een boek maakt geen revolutie, maar revoluties hebben boeken nodig”

Een niet zo alledaagse roman over de tragedie van de Palestijnen. Dat kwam de Libanese schrijver Elias Khoury het voorbije weekend presenteren in De Groene Waterman in Antwerpen. Hij mocht ook de 'Juryprijs 2011' in ontvangst nemen voor zijn roman 'Poort van de Zon'.

donderdag 10 februari 2011 15:35
Spread the love

Een liefdesverhaal

Over het boek zelf heeft Khoury niets anders dan lof. Het is een liefdesverhaal zegt hij, en liefde heeft meestal te maken met scheiding. Voor de sceptici voegt hij er grappend aan toe dat je enkel de vrouw van een ander kan liefhebben, nooit de jouwe.

“Poort van de Zon schreef zichzelf”, aldus Khoury, die slechts de agent was van het verhaal. Yunis, een zwaar gehavende Palestijnse strijder, ligt in een ziekenhuis in het vluchtelingenkamp Shatilla in Beiroet. Daar ontwikkelt hij  een ongewone band  met zijn dokter Khaliel met wie hij alle aspecten van zijn leven deelt.

En uiteraard, zoals het een liefdesverhaal betaamt, praten ze vooral over de liefdes van hun leven. Khaliel heeft een wispelturige relatie met Sjams, die het niet zo nauw neemt met het concept monogamie. Maar het pakkende liefdesverhaal is dat van Yunis.

Het begon in 1948 …

De Nakba, de Palestijnse catastrofe van 1948 waarbij 800.000 Palestijnen hun land ontvluchtten, betekende het keerpunt in Yunis’ bestaan. Al vechtend vluchtte hij naar Libanon terwijl zijn vrouw Nahiela achterbleef in Galilea, dat deel ging uitmaken van Israël.

Om zijn jonge vrouw te zien, moest hij telkens de grens oversteken tussen Libanon en Israël, en elk bezoek aan Nahiela kon dus zijn laatste zijn. In Galilea ontmoette ze elkaar in een grot die ze toepasselijk het laatste stukje bevrijd Palestina noemden.

Maar ondanks een schijnbaar heroïsch leven is Yunis niet de held die meestal wordt opgetekend in Palestijnse literatuur. Noch is hij de meedogenloze bloeddorstige terrorist die vaak centraal staat in Israëlische fictie. Neen, Khoury tekende een mens, geen held. Er is geen spoor te vinden van noties als heldhaftigheid of martelaarschap bij Yunis. Hij riskeert zijn leven vanwege de liefde voor een vrouw, niet omdat hij een land wil bevrijden.

Een Palestijnse Tolstoy

En net deze notie maakt van Khoury’s werk een uniek boek. Hij is wel een beetje te hard voor die andere goeroe van de Arabische literatuur, de Palestijn Ghassan Khanafani. Khoury neemt het hem kwalijk dat hij als Palestijn nooit de rol op zich heeft genomen om een Palestijnse Tolstoy te worden.

Volgens Khoury zocht Khanafani te veel naar symbolen en helden die de Palestijnse zaak zouden dienen. En dit ging ten koste van de gewone, kwetsbare en alledaagse Palestijn. Maar hier vergeet hij dat Khanafini’s bekendste boek ‘Mannen in de Zon’ gaat over drie Palestijnen die het weinige achterlaten dat ze bezitten en hun leven riskeren op zoek naar werk in Koeweit. Ze doorkruisen hiervoor zelfs de bloedstollende woestijn in een tankwagen. En er is weinig heldhaftig aan drie Palestijnen die geen moer om politiek geven, maar enkel snel geld willen verdienen.

Elias Khoury is te emotioneel verbonden met het boek, en daar knelt het schoentje. Zelf zegt hij dat hij weigert het boek te lezen. Hij kan het gewoon niet. En zijn liefde voor Nahiela, Yunis’ vrouw, steekt hij niet onder stoelen of banken. Hij zou haar huwen mocht ze geen fictief personage zijn.

Toen hij op de proppen kwam met het idee om een Palestijnse Tolstoy te schrijven, lachtten zijn collega’s in het studiebureau van de PLO hem uit, en die waren niet van de minste. Onder meer Mahmud Darwish behoorde tot deze sceptici.

Maar Khoury was vastberaden om een boek zoals Tolstoy te schrijven en bezocht jarenlang talloze vluchtelingenkampen waar hij geduldig de verhalen optekende van de Palestijnen die de Nakba meemaakten. Een ervaring die zijn leven een dramatische wending gaf.

Vechten voor de Palestijnse zaak

Niet alleen schreef Khoury over Palestijnen, hij streed ook actief mee voor de Palestijnse zaak. Hierdoor leefde hij jarenlang als banneling in zijn eigen stad Beiroet. Hij kon zelfs niet naar de begrafenis van zijn moeder gaan in het oosten van die stad. Een zware prijs die hij moest betalen voor zijn pro-Palestijns activisme. Op dat moment werd zijn engagement niet echt gewaardeerd door vele christelijke geloofsgenoten van Khoury. 

Khoury’s engagement voor de Palestijnse zaak begon al toen hij nog maar 18 jaar was. Hij sloot zich aan bij Fatah, niet omdat hij zo van Palestina hield zegt hij, maar omdat hij de Palestijnen lief heeft. Dit staat in schril contrast met de meeste Arabieren die van Palestina houden, maar de Palestijnen haten, aldus Khoury, die geen spaander heel laat van de Arabische regimes.

Palestijnen zijn de slachtoffers van de slachtoffers

Wat de Palestijnen in Khoury’s ogen ook zo uniek maakt, is dat zij de slachtoffers zijn van de slachtoffers. Nog geen drie jaar nadat het Nazi-regime werd verslagen, verjoegen de Joden bijna één miljoen Palestijnen van hun land. En geen Europese haan die er naar kraaide.

Niemand wou dit verhaal zelfs horen. Ook Jean-Paul Sartre niet, de grote Franse denker die enorm wordt gewaardeerd door Khoury en vele andere Arabieren. Hij was namelijk één van de weinige Europese publieke figuren die indertijd niet kon worden beschuldigd van racisme.

Maar Sarte, en met hem de hele linkse Europese intelligentsia, zat met een dilemma. Het was zeer moeilijk voor hen om de Holocaust te verwerken. Zo werd de Palestijnse tragedie volledig overschaduwd door de Joodse tragedie en Europa is er nog altijd niet in geslaagd dit trauma te verwerken. En dit uit zich volgens Khoury in de Europese standpunten ten opzichte van Palestina en Israël.

Het Palestijnse falen

Maar Khoury ziet ook de zwakheden van de Palestijnen, en die hebben niet enkel te maken met een falend leiderschap. Hij ziet vooral één grote leemte in het contemporaine Arabische denken: de Joodse kwestie.

Hij maakt een vergelijking met de slachtoffers van het apartheidsregime in Zuid-Afrika, die zelf een oplossing aanbrachten voor de ‘blanke kwestie’ in dat land. Khoury gelooft dat de slachtoffers van het koloniaal project Israël zelf een menselijke oplossing moeten vinden voor de Joodse aanwezigheid in Palestina.

En hier gelooft hij dat de Palestijnen gefaald hebben. Zelf een oplossing bieden voor het conflict doet Khoury niet. De tijden zijn voorbij waarin hij nog geloofde in een tweestatenoplossing. En een binationale staat ziet hij al helemaal niet zitten.

Het Westen, Israël en de Arabieren

Op de vraag waarom Israël onaantastbaar lijkt op het internationale toneel antwoordde Khoury dat Israëls straffeloosheid voortvloeit uit de misdaden die Europa heeft gepleegd. Een geboeid publiek knikte bevestigend.

Kijk eens naar de Franse minister van Buitenlandse Zaken, zegt Khoury, ze was er zo van overtuigd dat haar vriend Ben Ali de opstand zou overleven. Tot op de laatste dag bleven de Fransen nog traangas leveren. Dit is symptomatisch voor het cynische gedrag van de zogenaamde westerse democratieën.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton zei onlangs nog dat ze vertrouwen had in Moebarak. Khoury heeft ook weinig hoop op Obama, die hij een grote grote grote grote teleurstelling noemt. Westerse landen preken wel democratie, maar tegelijkertijd steunen ze de verschrikkelijkste dictaturen. Maar die weg lijkt uit te monden in een doodlopende straat.

Egypte, concludeert Elias Khoury, bepaalt de toekomst van de Arabische wereld. Dat land verraadde de Arabieren door een vredesverdrag te tekenen met Israël, en hierdoor kende de Arabische wereld niets anders dan ellende.

Maar de Tunesiërs hebben die impasse doorbroken. Met betrekking tot Egypte waarschuwt Khoury voor pessimisme en de drang om alles snel af te handelen: het is dom te denken dat democratie na één week wortel zal schieten, als je land 50 jaar lang een dictatuur heeft gekend.

Khoury, een groot man

Khoury verdient deze Juryprijs niet alleen voor zijn literair meesterwerk, maar ook vanwege zijn fascinerende persoonlijkheid. Hij heeft veel opgeofferd voor de Palestijnse zaak die hij verdedigt alsof hij zelf uit dat land verdreven is.

Tegelijkertijd behoudt hij een nuchtere kijk op de wereld en is zich terdege bewust van het Joodse lijden in Europa. Hij roept de Arabieren ook op niemand nog langer met de vinger te wijzen en zelf hun eigen lot in handen te nemen.

De Tunesiërs en de Egyptenaren hebben dit al op een uitmuntende wijze gedaan. Voor de Arabieren en voor de hele mensheid moeten we beginnen met een schone lei, en dat doe je door mens te zijn. En als mens kan je niet anders dan Palestijn zijn, aldus Khoury.

Elias Khoury, Poort van de zon, is uitgegeven door Ambo-Anthos uitgevers, vertaling: Djûke Poppinga, 534 p. 2010, ISBN 978 90 414 1227 0.

Elias Khoury, Gate of the Sun (Bab al-Shams), translated from the Arabic by Humphrey Davies, Archipelago Books, 2005.

take down
the paywall
steun ons nu!