Elf Europese landen hebben de Europese Commissie laten weten dat ze werk willen maken van de invoering van een taks op financiële transacties. Dat heeft eurocommissaris voor Belastingen Algirdas Semeta vandaag gezegd. Met elf landen is de kritische drempel overschreden om zo’n heffing in te kunnen voeren in een beperkte groep lidstaten.

Semeta deed zijn uitspraak tijdens de vergadering van de Europese ministers van Financiën in Luxemburg. Tijdens het debat over de financiële transactietaks (‘ftt’ in het EU-jargon) was het uitkijken of er minstens negen landen bereid zijn om via het principe van de versterkte samenwerking de taks in te willen voeren.

“Nog eens vier landen hebben laten weten dat ze willen deelnemen”, zei Semeta. “Dat betekent dat elf landen nu een financiële transactietaks willen invoeren”. Het is niet duidelijk om welke landen het precies gaat. Naast Frankrijk en Duitsland lieten België en Oostenrijk de Commissie per brief al weten een ftt te willen invoeren. Slovenië, Estland, Portugal en Griekenland zijn ook bekende voorstanders.

Voor de zomer bleek dat het onhaalbaar is om in alle 27 EU-lidstaten een heffing op de handel in financiële instrumenten in te voeren. Onder meer de Britten en de Zweden liggen dwars. Als minstens negen landen bereid gevonden worden om samen – middels ‘versterkte samenwerking’ – toch verder te gaan met de heffing, kunnen de nationale veto’s omzeild worden.

De invoering van de heffing is evenwel niet voor morgen. Heel wat knopen moeten nog worden doorgehakt.

Omdat een rechtvaardige fiscaliteit miljarden opbrengen.

Guido Deckers is  Nationaal ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit.