El Niño 2014?

El Niño 2014?

Zowel de VN als NASA en de NOAA zonden recentelijk onafhankelijk van elkaar berichten de wereld in, dat volgens hun metingen en berekeningen er waarschijnlijk een krachtige El Niño op komst is. Als die deze zomer inderdaad plaatsvindt, zouden 2014 en 2015 weleens met voorsprong de warmste jaren ooit gemeten kunnen worden - en is de 'klimaathiaat' voorgoed verleden tijd.

donderdag 22 mei 2014 20:04
Spread the love

Sinds 1998
is de atmosfeer van de Aarde niet of nauwelijks opgewarmd, een gegeven dat
bekend was komen te staan als het ‘klimaathiaat’. Dit bleek helaas niet te
wijten aan drastische vermindering in CO­­2-uitstoot door de mens, en ook niet
aan gigantische fouten in de wetenschappelijke theorieën, maar ligt aan het feit dat de warmte in de oceanen is gaan zitten door La Niña-achtige effecten. De volgende vraag die opkomt is evident maar niet onbelangrijk:
wanneer komt het beruchte broertje, El Niño, en geeft de oceaan deze warmte
weer af aan de atmosfeer? Zowel de VN als NASA en de NOAA alarmeerden
recentelijk dat het deze zomer zomaar kan gaan gebeuren, waardoor 2014 weleens met
voorsprong het warmste jaar ooit gemeten zou kunnen worden. Eerst wat uitleg om de relevantie te kunnen duiden.

La Niña’s en El Niño’s…

Bij een La
Niña zorgt een krachtige oostelijke wind over de Stille Oceaan, dat door de atmosfeer opgewarmd
water naar de oostkust van Azië wordt verdreven en komt koel water boven aan
de westkust van Zuid-Amerika. De Aziatische oostkust verwordt daarbij tot een
warmwaterreservoir terwijl de atmosfeer afkoelt door het koele water dat zich
over de Stille Oceaan van oost naar west verspreidt. De zeespiegel komt ten
gevolge van de toestroom van water in het westen van de oceaan bovendien
centimeters hoger te liggen dan in het oosten.

Daarom,
zodra de sterke oostelijke wind gaat liggen, stroomt het water van het westen
van de Stille Oceaan weer oostwaarts, komt alle warme water omhoog uit de diepe oceaan voor Azië en wordt het zeewater toegelaten deze warmte vrij te laten aan
de atmosfeer: een El Niño is geboren. Deze plotselinge afgifte van warmte – ondanks dat het op zich
een lokaal fenomeen is –, naast de bekende gigantische invloed op het weer (zowel
lokaal als globaal), komt doorgaans duidelijk terug in globale atmosferische
temperaturen en is een van de krachtigste natuurfenomenen die het klimaat beïnvloeden.

Hoewel een El Niño eens in de 2 tot 7 jaar plaatsvindt, zijn ze
meestal relatief zwak. Maar soms is het effect echt heel drastisch en worden
globale atmosferische warmterecords met ruime voorsprong verbroken.

…en het ‘klimaathiaat’ die er geen was

Juist deze effecten verklaren waarom de aarde sinds 1998 niet is opgewarmd en we van een ‘klimaathiaat’ zijn gaan spreken. Pas recentelijk is het mechanisme definitief opgelost. Bekend was dat 1998 gewoon ook een erg warm jaar was, vanwege (inderdaad) een erg krachtige El Niño voorafgaand in 1997 – zelfs de krachtigste ooit gemeten. Sindsdien volgden nog slechts minder krachtige versies, maar wist de temperatuur desondanks enkele malen die van het jaar 1998 te overtreffen – 2005 en
2010 waren bijvoorbeeld de warmst gemeten jaren ooit. Maar gemiddeld genomen bleef concrete opwarming uit en bleven globale atmosferische temperaturen stabiel, terwijl op basis van modellen die rekening houden met meer CO2 een verdere opwarming werd verwacht. Dit bleek te liggen aan een langdurig La Niña-achtig effect: de Stille Oceaan nam warmte over uit de atmosfeer en compenseerde daarmee de verwachte opwarming, met een stabilisatie van atmosferische temperaturen tot gevolg. (Zie hier voor een uitgebreid artikel hierover).

Om te kwantificeren: sinds pre-industriele tijden vond een opwarming plaats van 0,8C. De El Niño van 1997 zorgde voor een opwarming van 0,2C-0,3C ten opzichte van voorgaande jaren. Dat komt dus neer op ongeveer een derde van de totale warmte gelijk aan de opwarming tot dan toe, die in enkele maanden tijd vanuit de zee de atmosfeer in werd geschoten!

Terughoudendheid is geboden: dit is een relatief tijdelijk fenomeen (alhoewel effecten jarenlang blijven nazinderen), terwijl CO2 langduriger is. Desalniettemin is de aarde sinds 1998 nooit echt bekomen: de temperaturen stabiliseerden in plaats van dat er afkoeling plaatsvond, dus kan op een bepaalde manier worden gezegd dat de El Niño van dat jaar de temperatuur van de gehele aarde naar een nieuw niveau opwerkte.

Een Super-El Niño in 2014?

De
kans is volgens verschillend en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek groot
dat er momenteel een erg krachtige El Niño op het punt staat plaats te vinden. Zowel de NOAA, de NASA als de VN rekenen op deze zomer.

In april van
dit jaar al bracht de Climate Prediction Center van de National Oceanic
Atmospheric Administration
(NOAA, het wetenschappelijk agentschap van de
overheid van de Verenigde Staten dat zich bezighoudt met het klimaat en de
oceaan) naar buiten dat in de oostelijke Stille Oceaan ongewoon hoge
temperaturen werden gemeten en concludeerde toen dat de kans op een grote El
Niño deze zomer boven de 50% ligt. Zou die dan nog niet plaatsvinden, dan zou
de kans dat deze uiterlijk najaar 2014 plaatsvindt 65% zijn. Intussen, deze
maand, verhoogde het NOAA de verwachting al naar 65% voor deze zomer. Ook vermeldden zij dat, als deze plaatsvindt, deze
erg krachtig zal zijn.
Het Australische Bureau of Metereology legde dit cijfer in april, onafhankelijk
van de NOAA, op 70% en bevestigde dit deze maand.
Er wordt daarbij opgemerkt dat dit fenomeen van 2014 het warmste jaar
ooit gemeten zou maken en 2015 waarschijnlijk nog warmer zal worden.

Deze week
werden zij bijgesprongen door de NASA, die zelfstandig en onfhankelijk op satellietbeelden
eenzelfde patroon opmerkte als in 1997, vlak voor de El Niño van 1997. De
beelden van NASA vergelijken de warmte in de oceaan van mei 1997 met
mei 2014, waartussen grote overeenkomsten te zien zijn. De data van 2014 geven bovendien
duidelijk nog meer warmte over de gehele Stille Oceaan weer dan die van 1997, die toen de
sterkst gemeten El Niño ooit inluidde. Een sterke voorbode dus voor een
gigantische El Niño.

DeWereldMorgen.be

Het is interessant
deze beelden te vergelijken met die van een doorsnee La Niña, waarbij de
verschillen overduidelijk zijn. Juist het koele water in de Stille Oceaan is
daarbij oververtegenwoordigd en vooral in het westen zijn (overigens relatief
kleine) gebieden met warm water te zien. Het meeste warme water zit in het
westen onder het wateroppervlak en
kan zo de atmosfeer niet bereiken.

DeWereldMorgen.be

De
waterniveaus liggen nu ook hoger
aan de evenaar, vanwege het water dat nu
oostwaarts stroomt, wat normaal een belangrijke voorbode is voor een El Niño.

Nog een
andere, geheel onafhankelijke, aanwijzing wordt gegeven door de resultaten van theoretische
modellen waarmee wetenschappers proberen te voorspellen hoe de oceanen zich
gaan gedragen. Worden de modellen op de huidige toestand van de oceaan
losgelaten, dan voorspellen zestien van de twintig modellen een El Niño voor (inderdaad!)
dit jaar. De overige vier modellen voorspellen geen bijzondere effecten, terwijl geen
enkel model enige kans geeft op een La Niña. Dit is op zich al bijzonder,
gezien de wispelturigheid die aan sommige modellen wordt toegeschreven. En zo
komt het dat ook de Verenigde Naties (wier klimaatvoorspellingen vooral bouwen
op dit soort gesofisticeerde modellen) kortgeleden aangaven dat de kans erg groot
is dat tegen het tweede kwartaal van 2014 een El Niño zal plaatsvinden – dat
zou dus al volgende maand kunnen zijn.

Kortom, de kans is groot dat alle warmte die de afgelopen vijftien jaar niet zoals verwacht de atmosfeer heeft opgewarmd, binnenkort in korte tijd alsnog op ons bord wordt gegooid. In de eerste plaats ontregelt dat zoals ‘gewoonlijk’ het weer, tot aan de andere kant van de wereld aan toe. Dit zou zoals vermeld echter ook de temperatuur van de atmosfeer als geheel, zoals in 1998, naar een nieuw niveau kunnen optillen. 

Aan zo een krachtig fenomeen is helaas niks te doen. Maar wel aan de kracht van het fenomeen in volgende jaren, en langdurige opwarming van de atmosfeer. Die heeft namelijk veel maken met de hoeveelheid warmte die vanuit de atmosfeer eerst de oceaan inging, en de warmte in de atmosfeer blijft onverminderd afhangen van de CO2 die wij uitstoten. Om te concretiseren: een studie die uitkwam in januari houdt sowieso rekening met een
verdubbeling van het aantal extreme El Niño’s in de komende honderd jaar, vanwege de vermeerderde uitstoot van CO2 en de opwarming die daarmee gepaard gaat.

Tot slot

Nog een niet
onbelangrijke noot: de ‘moeilijkheid’ met alle wetenschap – en zeker met
klimaatwetenschap – is, dat het slechts ‘kansen’ bepaalt, en nauwelijks
zekerheden biedt. De kans is dan ook zeker aanwezig, dat deze El Niño dit jaar
niet plaatsvindt – de kans daarop wordt momenteel immers geschat op een kleine 30%-35%.
Het is echter belangrijk dan geen victorie te kraaien, want elk jaar uitstel
zal enkel zorgen voor een nog krachtigere El Niño in een volgend jaar – en dat
is nu eens iets dat wel met zekerheid
te zeggen is. We mogen onze borst natmaken, zoniet dit jaar, dan zeker in de jaren die
volgen.

take down
the paywall
steun ons nu!