Objectieve berichtgeving of een staaltje van Westerse neokoloniale vooringenomenheid (foto cover Time Magazine 22 juli 2013)
Nieuws, Afrika, Samenleving, Politiek, Israël, VS, Gaza, Imf, Egypte, USAID, Sinai, Analyse, Saoedie-Arabië, President Morsi, President Nasser, President Sadat, President Moebarak -

Egypte: totalitaire democratie?

Westerse analisten vallen over elkaar met hun wijze democratische raadgevingen aan het Egyptische volk. Omar Robert Hamilton, een jonge Egyptische media-activist, stelt dat het misplaatst is om de Egyptenaren de les te spellen over democratie. Het Westen heeft er historisch immers altijd voor gezorgd dat democratie in Egypte nooit een kans kreeg. Dat is vandaag niet anders.

maandag 29 juli 2013 16:27
Spread the love

De voorpagina van Time Magazine van 22 juli 2013 noemt de Egyptenaren ‘de beste protestanten van de wereld’ en ‘de slechtste democraten van de wereld’. De verbijsterende onwetendheid van deze uitspraak roept een fundamentale vraag op, die in het huidige klimaat vol koortsige analyses over Egypte niet wordt gesteld: “Wat is meer democratisch: een fascistisch leider verkiezen of er één afzetten?”

Alleen maar ‘democratie’ was nooit een fundamentele eis van de Egyptische revolutie. Brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid, dat waren de eisen van de revolutie. Vrijheid. Niet representatieve democratie. Vrijheid. Honderden werden vermoord voor vrijheid, niet voor een stembrief. Morsi werd slechts verkozen omdat hij het minste kwaad was. Hij kwam naar Tahrir Square en beloofde dat hij de doelstellingen van de revolutie zou verwezenlijken. Waarna hij zijn medeburgers in de gevangenis wierpliet verkrachtenfolteren en doden, zoals alle regeringen voor hem. En nu is hij afgezet (weblinks naar Arabisch sprekende personen, klik zelf aan voor English subtitles, nvdr).

Koloniale en militaire geschiedenis eist zijn tol

Democratie — wat minstens een onafhankelijk gerecht, burgerrechten, persvrijheid en transparante verkiezingen inhoudt – zal in Egypte nooit met verkiezingen worden verworven. Er is hier immers een historische en geografische context die bepaalt wat wel of niet mogelijk is via het stemhokje. De huidige staatsstructuur van het land is immers gebaseerd op meerdere lagen, gevormd door een koloniale en militaire geschiedenis. Daarbij steunde iedere nieuwe laag op de vorige om de staat geheim te houden, boven en afgezonderd van de bevolking.

Mehmed Ali heerste over Egypte van 1805 tot 1849. Hij introduceerde het privébezit van land en deelde het landbouwareaal op in privé landeigendommen. Hij richtte ook de staatsbureaucratie op en het eerste moderne leger in de regio. Dat leger werd de hoeksteen van het Egyptisch nationalisme. De uitdrukking van dat nationalisme bereikte zijn visuele summum vorige week toen legerhelicopters Egyptische vlaggen lieten neerdwarrelen over Tahrir Square. (De dynastie van Mehmed Ali regeerde over Egypte tot 1952. Onder de Britse en Franse kolonisatoren was hun reële gezag beperkt, nvdr)

De Franse kolonisatoren vernietigden de bestaande dorpen en richtten er nieuwe op om een andere klassestructuur te creëren en op te leggen. De Britse kolonisatoren na hen centraliseerden de benoemingen van gouverneurs en burgemeesters onder het ministerie van binnenlandse zaken.

President Gamal Abdel Nasser en zijn ‘vrije officieren’ creëerden een enorm veiligheidsapparaat om hun ‘revolutie van bovenuit’ te bewaken en plaatste zijn generaals op hoge overheidsposten. (Kolonel Nasser zette de monarchie in 1952 af en werd vice-president. Na een poging van het Moslim Broederschap om hem te vermoorden, greep hij de volledige macht en werd zelf president in 1958. Dat bleef hij tot aan zijn plotse dood door een hartaanval in 1970, nvdr). Zijn opvolger President Anwar Sadat opende het land voor ongereguleerde buitenlandse investeringen. Zo ontstond een nieuwe zakenelite die comfortabel evolueerde tot de kapitalistische hofelite van Hosni Moebarak (die president werd in 1981, nadat Sadat door een islamitische splintergroep werd vermoord. Moebarak werd zelf afgezet in 2011, nvdr).

President Hosni Moebarak breidde de politiestaat uit en ontnam het leger zijn directe macht door hoge generaals in te kopen met een systeem van ‘loyaliteitsbeloningen’ o.a. door middel van lucratieve ‘pensioneringen’ naar hoge overheidsfuncties – zoals benoemingen tot provinciegouverneur – als blijk van erkentenis voor getrouwe volgzaamheid.

Zo is de cirkel rond

In 2011 hadden 200 jaar ononderbroken beleid, gericht op de centralisering en concentratie van de macht en de onderdrukking van elke politiek alternatief, geleid tot een cirkel van geld en invloed tussen een beperkt aantal instellingen, militairen en zakenmensen. Die stonden allemaal dicht bij de familie van Moebarak. Deze cirkel was volledig ondoordringbaar, kon niet ter verantwoording worden geroepen en door niets of niemand worden uitgedaagd. Hoe dan kon democratie – op voorstel van deze eeuwenoude totalitaire machine – netjes worden geleverd via de stembus, negen maanden na de val van Moebarak?

Achter deze diepe staat schuilt ook nog de internationale context. De economische, militaire en sociale structuren van Egypte werden gesmeed door koloniale onderdrukking. Op dezelfde manier werd Egypte door de ‘internationale gemeenschap’ van rijke landen en multinationals onderworpen aan een systeem van neokoloniale onderdrukking en collaboratie. Ik geef er hier drie voorbeelden van:

1. Het vredesverdrag van 1978 met Israël

Als beloning voor het tekenen van een vredesakkoord met Israël in 1978 werd Egypte de tweede grootste genieter van Amerikaanse militaire hulp in de wereld (de eerste was toen Israël, de derde Colombia, nvdr). Enorme bedragen belandden in het militaire budget in ruil voor vrede met Israël, onderdrukking van de Palestijnen en de garantie dat het Suezkanaal open bleef.

Vanaf 2005 begon Egypte aardgas te verkopen aan Israël dat daarmee 30 procent van zijn totale brandstofbehoeften onder de marktprijs verkreeg. Dit ging door tot vorig jaar, toen deze deal werd opgeheven onder zware druk van de publieke opinie. In 2012 begon Egypte echter zelf aardgas in te voeren om aan de stijgende binnenlandse vraag te kunnen voldoen. Die vraag wordt zo zwaar gesubsidieerd dat het 25 procent van de nationale begroting opslorpt. 93 procent van die aardgasconsumptie wordt echter verbruikt door de rijkste 20 procent van de bevolking.

De staat geeft voor het ogenblik dus meer uit aan de subsidiëring van de rijken dan aan gezondheid en onderwijs samen. Zo heeft Egypte een totaal van 5 miljard dollar (3,76 miljard euro) schuld aan 42 olie- en gasmaatschappijen en bijna 15 miljard dollar (11,3 miljard euro) aan banken.

Egypte heeft nu geen cash meer voor invoer en heeft dringend behoefte aan binnenlandse alternatieven. Op die manier komt Dana Gas op de proppen, een bedrijf uit de Verenigde Arabische Emiraten dat nu boort naar schaliegas (door middel van fracking) in de Nijlvallei. Een mogelijk neveneffect is de vervuiling van de rivier. 98 procent van de Egyptenaren leven langs de oevers van de Nijl en zijn afhankelijk van dit water. Dat water is nu al zo vervuild dat de rijken er de voorkeur aan geven flessenwater te kopen van Coca Cola (het merk Dasani), Pepsi Cola (Aquafina) of van een bedrijf van het leger (Safi). Dat laat de regering toe de toestand van het Nijlwater te negeren.

Ondertussen gaat Ethiopië door met de bouw van de Renaissancedam op de Nijl. De gevolgen van dit project op de stroomafwaartse buur Egypte zijn voor het ogenblik nog onbekend. Het hysterisch openbaar protest tegen dit project heeft er toe geleid dat Ethiopië – niet Israël – de grootste veiligheidsbekommernis is geworden in de laatste door de VS nog toegestane maanden van Morsi’s bewind.

2. De Sinaï

Het bergachtig schiereiland van de Sinaï ligt tussen de twee voornaamste ‘veiligheidszorgen’ van de VS en Egypte: het Suez-kanaal en Gaza. De zuidelijke kustlijn werd door de Israëli’s ontwikkeld voor het toerisme toen het de Sinaï bezette in 1967. In 1982 kwam de militaire bezetting (na het vredesakkoord met president Sadat, nvdr) terug in handen van de Egyptenaren. Die openden de deuren voor internationale investeerders maar marginaliseerden de lokale bevolking, de Bedoeïnen. Ze verloren hun rechten op het land terwijl ze moesten toekijken hoe buitenlandse bedrijven steden en luxe hotelcomplexen bouwden voor Europese toeristen.

De zuidelijke kustlijn en de historische sites van de Sinaï zijn nu enorme aantrekkingspolen voor het toerisme. Slechts een kleine fractie van het geld dat de toeristen invoeren gaat naar de maatschappij of de staat. Zelfs de luchthavenconcessies zijn eigendom van buitenlandse bedrijven. Plannen voor industrialisering falen jammerlijk omdat ze geen rekening houden met de grieven van de Bedoeïnen en omdat die plannen blijven ijveren voor het bestaande militair-kapitalistisch model. ‘Veiligheid’ is evenmin gegarandeerd zolang de bezetting van Gaza doorgaat, zolang de tunneleconomie bloeit (de illegale smokkel tussen Egypte en Gaza van consumptiegoederen via een netwerk van tunnels onder de grens door, nvdr) en zolang de gaspijplijn naar Israël blijft bestaan.

Als Egypte ook maar één van deze problemen aan zou pakken, komt er een eind aan de Amerikaanse militaire hulp. Vanuit die Catch-22 is een nieuw idee ontstaan. De idiotie van dat idee wordt alleen geëvenaard door het prijskaartje van 4 miljard dollar (3 miljard euro). Het gaat over het idee van een brug naar Saoedi-Arabië (op een nog te bepalen plaats over de Golf van Akaba in de Rode Zee, nvdr). Zo zou er een brug ontstaan met catastrofale milieugevolgen in de meest ontvlambare regio van het Arabisch land met de grootste bevolking naar het evangelische hartland van de extremistische Wahhabi-ideologie (het wahhabisme is de extremistische vorm van islam die wordt opgelegd door de Saoedidynastie in Saoedi-Arabië, nvdr).

3. Tarwe

Egypte is gezegend met vruchtbaar land (in de Nijlvallei, nvdr), een regelmatige toevoer van water voor irrigatie en onbeperkte zonneschijn. Tot aan het einde van het Ottomaanse Rijk (na de Eerste Wereldoorlog, nvdr) was Egypte een netto-uitvoerder van voedsel en textielproducten. Mehmed Ali had het grondgebied ingedeeld in privé landeigendommen tot de Britse kolonisatoren omschakelden van voedselgewassen naar katoen, om de weefgetouwen van Manchester door de industriële revolutie te jagen. Tegen 1914 was katoen goed voor 92 procent van de totale waarde van de Egyptische export.

Pogingen van Nasser tot een landhervorming werden door Sadat stopgezet. De kapitalistische explosie van de jaren ’70 had tot gevolg dat de rijkere bevolkingslagen meer vlees begonnen te eten. Voedselgewassen werden vervangen door voedergewassen voor het vee en de importafhankelijkheid van USAID (de Amerikaanse organisatie voor ontwikkelingshulp, nvdr) begon. Die moesten vanaf dan ‘de armen eten geven’, hun ‘brood’ werd immers opgegeten door de koeien van de rijken.

Zo kan het dat Egypte vandaag één van de grootste invoerders ter wereld is van tarwe en dat het land voortdurend op de rand van een voedselcrisis leeft. In een poging de ‘broodrellen’ van 1977 te vermijden heeft de overheid een enorm uitgebreid, inefficiënt en corrupt subsidiesysteem ingevoerd. Ondertussen blijft het land de binnenlandse teelt van voedselgewassen afhouden ten voordele van gewassen voor uitvoer. Zo genereert Egypte harde buitenlandse valuta die dienen om de interest afbetalingen voor internationale leningen in te lossen. Die leningen werden overigens aangegaan om graan te kopen.

Alsof de staatsschuld van Egypte, 38.8 miljard dollar (29,2 miljard euro), nog niet zwaar genoeg was, blijven de opeenvolgende regeringen sinds de revolutie gesprekken houden met het IMF. Ze hopen hierdoor een nieuwe lening van 4,8 miljard dollar (3,6 miljard euro) vast te krijgen. Om die lening goedgekeurd te krijgen, moeten er verdere ‘structurele aanpassingen’ komen naar meer exportgewassen, zoals snijbloemen voor de Europese markten. Zo is de cirkel dus rond.

The Matrix (the Egyptian version)

De binnenlandse elite en zijn internationale partners hebben een matrix gecreëerd van corruptie, controle en ongelijkheid die door elk aspect van het Egyptische leven heen snijdt. Het stemhokje zou eender welke nieuwe president de autoriteit noch de macht hebben gegeven om ook maar één van die pijnpunten aan te pakken.

Egypte heeft verkiezingen, maar niets anders. Verkiezingen kunnen een instrument zijn – één van de instrumenten waarmee sociale veranderingen kunnen aangepakt worden. Ze kunnen echter evengoed een sterk slaapmiddel zijn. De afname van deelname aan de verkiezingen is duidelijk, van 53 procent voor de parlementaire verkiezingen van november 2011 naar 33 procent voor het grondwettelijk referendum in november 2012. Dit toont aan dat de democratie die hier nodig is veel radikaler zal moeten zijn dan wat nu wordt aangeboden.

Democracy (the American version)

De verspreiding van democratie door de VS en zijn bondgenoten was altijd onlosmakelijk verbonden met de liberalisering van de markten. Voor zij die in het Zuiden de aandacht van de VS krijgen betekent ‘democratie’ het kapitalisme van de vrije markt. Beide concepten zijn gewoon inwisselbaar, zoals ze dat al waren toen de Britten de wereld nog zegenden met hun ‘beschaving’.

De Egyptenaren hebben de laatste 10 jaar toegekeken hoe de ‘democratie’ werd verspreid over de bergen van Afghanistan en de boorputten van Irak. Toen de regering van Obama er van verzekerd was dat het Moslim Broederschap het land ‘open for business’ zou houden en geen initiatieven tegen Israël zou nemen, verkreeg de stembrief hun heiligmakende zege. Dus, Time Magazine en alle andere reuzen van de media van gisteren, ‘democratiseren’ was nooit een keuze voor de Egyptenaren. Je staat niet zomaar ‘s morgens op om te kiezen of je al dan niet in een democratie leeft.

Morsi verknoeide de boel

De overwinning van Morsi bij de presidentiële verkiezingen gaf hem een zekere mate van legitimiteit. Legitimiteit zonder instemming heeft echter geen enkele betekenis. De Moslim Broederschap maakte zo’n rampzalige soep van de regering dat ze die instemming binnen het jaar kwijt was. Morsi had zeer uitgesproken electorale beloftes gedaan – niet alleen naar de kiezers, maar naar de meeste revolutionaire en seculiere groepen.

Hij ging een coalitieregering vormen onder leiding van een partij-ongebonden figuur om een grondwet met een ruime consensus op te stellen en wetsinitiatieven te nemen om de staat te hervormen. De regering die hij samenstelde bestond echter grotendeels uit zwakke bureaucraten van het Moebaraktijdperk en leden van het Broederschap. Die weigerden samen te werken met de civiele maatschappij voor sociale hervormingen, hervorming van de politie, het verbieden van folteringen, de economie en de energievoorziening – allemaal zaken waar de mensenrechtenorganisaties, de activisten en de ontwikkelingsorganisaties hun diensten en expertise voor aanboden. Ze werden als de pest vermeden.

Protest is democratie in zijn puurste vorm

Na een jaar voelden de mensen dat hun situatie er slechter op werd. De Egyptenaren  gingen toen met miljoenen de straat op – een revolutionaire daad die een intense vorm van democratie is. De beweging Tamarod (‘rebel’) was in essentie een stem om de verkozen president terug te fluiten (‘a recall vote’). Een systeem van terugroepverkiezingen had in de grondwet kunnen staan als de Egyptenaren echt betrokken waren geweest bij het schrijven ervan.

Zoals de grote Howard Zinn (Amerikaans historicus, 1922-2010, auteur van ‘Geschiedenis van het Amerikaanse volk’, nvdr) ooit schreef: “Protest tegen de wet is geen afwijking van de democratie; het is er een absoluut essentieel onderdeel van.” De hele wereld leest Egypte de les over democratie. Commentatoren moeten zich maar eens realizeren dat ze hun eigen toekomstige vrijheden op het spel zetten, door het idee van democratie te vernauwen tot hun geprefereerde analyse.

Brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid. Het is mogelijk. De oplossing is echter niet simpelweg representatieve democratie. Egypte heeft minstens een complete radicale ommezwaai van de staat nodig, de ontmanteling van de militaire suprastaat, de democratisering en decentralisering van de lokale politiek, uitgebreide landhervormingen, coöperatieve samenwerkingsverbanden met de buurlanden, een progressief beleid tegenover Israël en een compleet nieuw geheel van internationale politieke en commerciële relaties. Dat kan beginnen met de afschaffing van de schulden, oneerlijk aangegaan door dictators.

Deze doelstellingen zullen nooit verwezenlijkt worden door de corrupte en gecompromitteerde elite die nu aan politiek doet op nationaal niveau. Deze doelstellingen kunnen evenmin worden gerealiseerd in complete afzondering – het binnenlandse en internationale systeem zijn zo verweven dat op alle niveau’s tegelijk moet gestreden worden. De Egyptische revolutie moet zich verbinden met de revoluties die overal in de wereld begonnen in 2011 en die trouwens nog steeds doorgaan met hun strijd. De weg is lang en hard.

De revolutie gaat door.

Omar Robert Hamilton

De auteur is onafhankelijk filmregisseur voor het activistisch mediacollectief Mosireen in Caïro, dat weerwerk geeft tegen de tendentieuze berichtgeving in de Egyptische massamedia.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!