Bron: Unsplash

Een zwaar schooljaar en veel huiswerk voor minister Ben Weyts

Het nieuwe schooljaar gaat weldra van start, en dat belooft er opnieuw één te worden met een schrijnend lerarentekort. Een probleem dat al jaren aansleept en alleen maar in ernst toeneemt. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts stelt voor om flexi-jobs in te zetten om het tekort te verhelpen, al lijkt die maatregel een zoveelste druppel op een hete plaat. Een sector die met fundamentele problemen kampt – de coronacrisis bracht die pijnlijk aan het licht – snakt naar een duurzaam politiek beleid.

woensdag 31 augustus 2022 11:12
Spread the love

 

Gebrek aan investeringen

Dat er de voorbije jaren onvoldoende geïnvesteerd is in het onderwijs, werd aan het begin van de coronacrisis maar al te duidelijk. Met een verouderde ICT-infrastructuur en beperkte digitale vaardigheden kwam het onderwijs in Vlaanderen met een enorme digitale achterstand aan de start van de pandemie. Tot vóór maart 2020 werd in de meerderheid van de onderwijsorganisaties nog nooit afstandsonderwijs aangeboden en was er nauwelijks of geen online-lesmateriaal, laat staan een doordachte visie op online-onderwijs. Wat volgde was een enorme bereidwilligheid van onderwijsgevenden om lesmodules te digitaliseren, online leerpaden te ontwikkelen en zich in te werken in een overvloed aan softwaresystemen. En die uitdagingen zijn onderwijsgevenden vaak solo aangegaan. Hooguit werden zij geruggesteund door een beperkt uitgebouwde ICT-helpdesk of door ondersteunende diensten die in de organisatie gecentraliseerd zijn en in een ivoren toren postvatten.

Sterke leiders met visie gezocht

Het online-onderwijs kreeg ‘dankzij’ de Covid-pandemie een ongeziene boost. Maar vandaag is de toekomst van het onderwijs onduidelijk en dreigt er een terugkeer naar het oude normaal. Is afstandsonderwijs dan voorgoed voorbij? Blijft het online-lesmateriaal voor eens en altijd in de kast? Zijn lange lesdagen op de schoolbank terug de norm? Of zit er muziek in een goed afgewogen mix van online- en offline-onderwijs? Om met die vragen aan de slag te gaan zijn leidinggevenden met visie nodig.

Leslokaal

Wat het leidinggeven in het onderwijs betreft, kampt de sector met twee ziektes. In de eerste plaats zijn er in onderwijsorganisaties te veel leidinggevende posities. Nog nooit zagen onderwijsgevenden zoveel leidinggevenden om zich heen, en toch zien zij steeds meer managementtaken in hun takenpakket binnensluipen. Onderwijsvisies uitschrijven, opleidingsprogramma’s uitwerken, benchmarks uitvoeren, inspecties voorbereiden, budgetten opvolgen, … De corebusiness van onderwijsgevenden – lesactiviteiten voorbereiden en lesgeven – lijkt wel gereduceerd tot een nevenactiviteit.

Een tweede ziekte is het gebrek aan geschikte leiders, en die ziekte kent twee vormen. Enerzijds is er in het onderwijs de tendens om onder de eigen werknemers op zoek te gaan naar leidinggevende profielen. Onder zo’n bewind zien we de beste onderwijsgevende van het korps promoveren tot directeur, vergetende dat beide functies andere competenties vereisen. Goede onderwijsgevenden zijn niet per definitie goede leiders! Eens human resource-afdelingen van onderwijsinstellingen zich daarvan bewust zijn, slaat de slinger naar de andere kant door. Dan worden vaak externe managers zonder onderwijservaring aangeworven. En daar betalen de onderwijsgevenden een prijs voor. Want op hun to do-lijst belanden de taken die onderwijsexpertise vereisen en die managers zonder terreinervaring dus liever delegeren.

Nood aan mensen met onderwijsexpertise

Het onderwijs snakt naar sterke profielen mét onderwijsexpertise. Maar het tekort aan onderwijsgevenden is zodanig groot dat kwaliteitseisen vervagen en men al tevreden mag zijn als open plaatsen ingevuld geraken. De situatie is kritiek, dat beseft ook minister Weyts die eind 2021 kwam opdraven met een plan dat de sector aantrekkelijker moet maken. De maatregel die het meest in het oog springt, is de uitbreiding van de anciënniteitsregeling. Daardoor kunnen zij-instromers bij een overstap naar de onderwijssector tot tien jaar anciënniteit overdragen, twee jaar meer dan voorheen. “Een onvoldoende daadkrachtige en ambitieuze maatregel” reageerde de onderwijssector. Welke veertigers – het zijn zij die een carrièreswitch overwegen – laten zich verleiden door een job waarbij ze een luttele tien jaar anciënniteit aangeboden krijgen? Dan is er nog de vraag welke imagoschade het onderwijs lijdt onder een plan dat het lerarentekort wil oplossen door iedereen welkom te heten en de illusie wekt dat iedereen machtig is om voor een klasgroep te staan.

Beleid met loze beloftes

De ontgoocheling wordt nog groter nu ook nog eens blijkt dat minister Weyts de bijgewerkte anciënniteitsregeling zeer selectief inzet. Sterker nog, als nieuwkomers mét onderwijsexpertise geen anciënniteit kunnen overdragen, dan stuit het plan helemaal op onbegrip. Een praktijksituatie die tot nadenken stemt:

Lisa studeerde tien jaar geleden af aan de universiteit Gent in de richting pedagogische wetenschappen. Na een periode van twee maanden als opvoedster in een internaat vatte ze als orthopedagoge post in het middenkader van een multifunctioneel centrum voor jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen. Enkele maanden geleden stapte ze over naar een school voor buitengewoon basisonderwijs, opnieuw voor een functie als orthopedagoge. Om een bruuske carrièrewending gaat het dus niet, al zeker niet als je weet dat Lisa in haar vorige job dagelijks samenwerkte met scholen voor buitengewoon onderwijs. Ondanks de bijgewerkte anciënniteitsregeling kreeg Lisa van het Agentschap voor Onderwijs het bericht (lees: een zakelijke mail met gretige verwijzingen naar koninklijke besluiten) dat haar opgebouwde anciënniteitsjaren niet worden overgedragen. Als een dertiger met geschikte vooropleiding én relevante werkervaring – de sterke profielen die het onderwijs nodig heeft – bij een overstap naar het onderwijs alle anciënniteit verliest, dan schort er toch wat aan de bijgewerkte anciënniteitsregeling? Want had minister Weyts niet de bedoeling om het onderwijs aantrekkelijker te maken?

Het onderwijs wacht op échte investeringen

“Excellent onderwijs is de belangrijkste hefboom om er als samenleving collectief op vooruit te gaan”, zo staat in het regeerakkoord 2019-2024. Maar ook de omgekeerde beweging geldt: de welvaart en het welzijn in de samenleving gaan erop achteruit als de onderwijskwaliteit het laat afweten. De verantwoordelijkheid die bij het onderwijs ligt, is dus niet min. Alleen lijkt minister Weyts daar (nog) niet van overtuigd. Aan de vooravond van een nieuw schooljaar roept hij – in een poging het lerarentekort op te vangen – minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne op om flexi-jobs in het onderwijs toe te laten. Daardoor zouden gepensioneerden, maar ook wie elders al werkt, gemakkelijker kunnen bijklussen in het onderwijs. Zowel in de onderwijssector als bij collega-politici kan het voorstel van Weyts op weinig bijval rekenen. Want lesgeven is een serieus engagement en niet zomaar een verhaal van wat bijklussen.

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!