Presidentsverkiezingen Chili 2021
Gabriel Boric won afgetekend van José Kast. Printscreen Telesur
Opinie - Frédéric Thomas, Centre Tricontinental,

Een terugkeer van links in Latijns-Amerika?

Op 19 december 2021 versloeg Gabriel Boric, als aanvoerder van een alliantie van linkse partijen, zijn extreemrechtse tegenstander bij de verkiezingen in Chili. Wordt deze overwinning de nekslag voor de erfenis van Pinochet, of meer nog, voor het neoliberalisme op het Latijns-Amerikaanse continent?

maandag 10 januari 2022 12:40
Spread the love

 

De overwinning van Gabriel Boric bij de Chileense verkiezingen is strategisch en symbolisch erg belangrijk, niet alleen voor het land zelf, maar voor heel Latijns-Amerika. Dat is ook de interpretatie van heel wat commentatoren die het verband leggen met de andere figuren van verandering die onlangs in Peru en Honduras aan de macht zijn gekomen.

De dag na zijn grote zege zei Boric dat Chili de bakermat was van het neoliberalisme en dat het ook zijn grafkuil zal worden. Voorspelt hij daarmee een nieuwe omwenteling op het continent, twintig jaar na de linkse bocht die genomen werd door regeringen zoals die van Chávez in Venezuela en Lula in Brazilië, op hun beurt gevolgd door een machtsovername van rechts in de afgelopen jaren?

Met de verkiezing van Xiomara Castro als eerste vrouwelijke president van Honduras kan de periode worden afgesloten na de staatsgreep van 2009 waarbij president Manuel Zelaya werd afgezet.

honduras

Xiomara Castro. Foto: Hablaguate

Ook de verkiezing van leraar en vakbondsman Pedro Castillo in Peru, die vooral steun kreeg van het gewone volk en de mensen op het platteland, staaft de hypothese van een breuk met dertig jaar neoliberalisme. Als je daar nog Luis Arce van de Movimiento al Socialismo (Beweging naar Socialisme) aan toevoegt die een jaar eerder opnieuw aan de macht kwam in Bolivia, merk je duidelijk dat er iets aan het veranderen is.

Toch zijn er ook tegenvoorbeelden, waarbij Ecuador het meest in het oog springt. Daar werd Andres Arauz, pupil van voormalig president Rafael Correa, verslagen door zakenman Guillermo Lasso, vertegenwoordiger van de liberale rechtervleugel. Als je het plaatje nog verder uitbreidt naar de verkiezingen van 2019 en 2020 in Guatemala en Uruguay, zie je eerder een status-quo in het Latijns-Amerikaanse politieke landschap.

Bovendien zul je pas in 2022 echt kunnen zien of er een kentering is gekomen, met de verkiezingen in Colombia en Brazilië als grote test. In Colombia, historische bondgenoot van de VS, had links nooit meer kans om te winnen dan nu. En in het grootste land van Latijns-Amerika lijkt de kiesstrijd een persoonlijke en ideologische confrontatie te worden tussen ex-president Lula en Jair Bolsonaro.

Gelijkenissen en verschillen

2022 zal dus de grenzen en krijtlijnen uittekenen van deze nieuw ommekeer. Toch kunnen we nu al wijzen op verschillen. De tweede ronde van de Chileense verkiezingen, waarbij José Antonio Kast, openlijk verdediger van het regime van Pinochet, het opnam tegen Gabriel Boric, werd voorgesteld als een confrontatie van twee uitersten. Dat was eerder het beeld dat de media schetsten en niet zozeer de realiteit.

Wat de Chileense verkiezingen hebben aangetoond, is juist dat extreemrechts er complexloos een voortrekkersrol speelt. In Brazilië en Colombia zijn ze aan de macht, ze duiken op in de verkiezingsarena van Argentinië, en in een sfeer van polarisering kapen ze een steeds groter aandeel van de stemmen op de rechterflank door zich op te werpen als een verdedigingswal tegen de bedreiging van communistische terreur, chaos en genderideologie.

Protesten Chili

Protesten Chili in oktober 2019. Foto: Carlos Figuera, Wikimedia Commons

Boric staat aan het hoofd van een ruime alliantie gaande van de communistische partij tot centrumlinks, en om te kunnen besturen, zal hij nog meer moeten verruimen. Zijn programma – hervorming van het pensioenstelsel (dat nu volledig privé is) en de belastingen (in een land met veel ongelijkheid), betere toegang tot gezondheidszorg en onderwijs – heeft meer gemeen met een sociaal-economisch project dan met een revolutie.

Die twee eigenschappen – een agenda die minder dwingend is en gestoeld op een minder autoritaire en meer diverse politieke macht – zie je ook in het geval van Peru en Honduras, net als het feit dat daardoor meer buitenstaanders in de politiek gaan. Deze vernieuwing van het politieke establishment gaat in Chili bovendien gepaard met een verjonging: Gabriel Boric zal met zijn 35 jaar de jongste president zijn in de geschiedenis van het land.

Vraag naar verandering

Gabriel Boric heeft zijn overwinning grotendeels te danken aan de veel grotere opkomst van jongeren en vooral dan van jonge vrouwen bij de tweede ronde. Meer dan twee derden van hen heeft voor hem gestemd.

Met een aantal meer originele aspecten van zijn programma, zoals het beschermen van het milieu en het verdedigen van de feministische agenda, wilde hij tegemoet komen aan de verzuchtingen van de jongeren. Het zijn aspecten die deels ontstaan zijn vanuit de volksopstand van 2019 die aan de oorsprong ligt van de Grondwetgevende Vergadering.

Boric gokt als voormalig leider van de studentenbeweging op de mogelijkheid de eisen van de opstand om te zetten in beleidsbeslissingen. Dat lijkt echter erg onwaarschijnlijk. Het wantrouwen tegen de politieke klasse blijft een belangrijk punt, terwijl zijn regering nu net in een spreidstand zal terechtkomen tussen de eisen van de sociale beweging en de koudwatervrees van de traditionele politieke partijen. In de andere landen is die afstand, om niet te zeggen de breuk, tussen het volk en de politiek nog meer uitgesproken.

Wat de huidige situatie tenslotte anders maakt dan de situatie in de jaren 2000, zie je vooral aan de nieuwe samenstelling van de sociale bewegingen. Die werden deels gevormd door de ervaring met de toenmalige regeringen en werden vooral gedragen door sociale mobilisatie. Die mobilisatie is echter te pletter gelopen op de dagelijkse politieke praktijk rond vragen als de massale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen.

In de voorbije jaren heeft de stijgende macht van het feminisme, van inheemse organisaties en van de stedelijke jeugd – die het erg moeilijk heeft en is vaak op haar vrijheid is gesteld – geleid tot een herconfiguratie van het sociaal protest, dat in golven is uitgebarsten bij volksopstanden van 2018 tot 2020 in Haïti, Colombia, Ecuador en Chili. Deze sociale bewegingen eisen niet alleen een ander politiek beleid, maar ook een andere manier van politiek bedrijven.

 

Amérique Latine: Retour à la Gauche? van Frédéric Thomas werd vertaald door Bea De Koster. Frédéric Thomas, doctor in de politieke wetenschappen, medewerker van de studiedienst van het CETRI (Centre Tricontinental). Deze opinie verscheen op 23 december 2021 in Le Soir.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!