De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Een rechtzetting: Wat gebeurt er echt in Nicaragua?

Een rechtzetting: Wat gebeurt er echt in Nicaragua?

dinsdag 14 augustus 2018 15:00
Spread the love



Medestanders van de President betogen, begin juli, met duizenden om de wil tot vrede van de regering te ondersteunen.

Kevin Zeese and Nils McCune, Popular Resistance

Onderstaand artikel is een vertaling van de verhelderende analyse van Kevin Zeese and Nils McCune, van Popular Resistance (juli 2018. Nicaragua en de waarheid verdienen verdedigd te worden (FDM)
https://popularresistance.org/correcting-the-record-what-is-really-happening-in-nicaragua/

Er bestaat heel wat valse info over Nicaragua in de media. Zelfs linkse krachten herhaalden de twijfelachtige beweringen van CNN en Nicaragua’s oligarchische mediawereld, om de eis tot afzetting van President Ortega te steunen. De verhaallijn over de vreedzame protesten versus anti-oproer eenheden en pro-gouvernementele paramilitairen werd door de internationale media niet in vraag gesteld.

Met dit artikel willen we een en ander rechtzetten over de gebeurtenissen in Nicaragua. OP het ogenblik dat we dit schrijven blijkt de coup te mislukken en hebben de mensen betoogd voor vrede (zoals de massale betoging op 7 juli) en komt de waarheid naar boven (zoals de ontdekking op 9 juli van een wapendepot verschanst in een katholieke kerk ). Het is van belang om de redenen te kennen van die gebeurtenissen die een voorbeeld zijn van de gewelddadige coups die de VS en de rijken plegen om neoliberale regeringen, beheerst door de zakenwereld, aan de macht te brengen. Als het volk deze tactiek doorheeft zal ze minder succesvol zijn.

De VS media presentatoren krijgen hun info gedeeltelijk van kanalen zoals Jaime Cardenal’s La Prensa en van Confidencial, van dezelfde oligarchische families, die de actiefste elementen zijn van de pro-coup media. Ze herhalen en versterken hun verhalen om de Sandinistische regering te delegitimeren en verdedigen de onvoorwaardelijke overgave van Daniel Ortega als de enige aanvaardbare optie. Deze presentatoren verdedigen zo de nefaste binnenlandse en buitenlandse belangen die de controle over Centraal Amerika’s armste land, maar met rijke grondstoffen, tot doel hebben.

Deze coup poging legde de klassentegenstellingen in Nicaragua bloot. Piero Coen, de rijkste man in Nicaragua, eigenaar van de nationale Western Union operaties en van een agrochemische bedrijf kwam persoonlijk, op de eerste protestdag, naar de Polytechnische universiteit van Managua om studenten aan te sporen hun protest vol te houden en beloofde hen zijn blijvende steun.

De traditionele Nicaraguaanse landoligarchie, politiek geleid door de Chamorro familie, publiceert via haar mediakanalen constant ultimatums aan de regering en financiert wegblokkades die het land de voorbije twee maanden lamlegden.

De katholieke kerk die sinds lange en bondgenoot van de oligarchen zette haar volle gewicht achter de anti-regering protestacties, ook die aan de universiteit, in de hogescholen, via de kerken en bankrekeningen, met voertuigen, tweets, zondag sermoenen en een eenzijdige inspanning om te bemiddelen in het Nationaal overleg.

Bisschoppen hebben de president en zijn familie met de dood bedreigd en er is een priester gefilmd die toeziet op de marteling van Sandinisten. Paus Francis heeft opgeroepen tot een vredesdialoog en heeft zelfs kardinaal Leonaldo Brenes en bisschop Rolando Alvarez uitgenodigd voor een privébijeenkomst in het Vaticaan, waarbij geruchten werden geuit dat de Nicaraguaanse monseñoren werden berispt voor hun duidelijke betrokkenheid bij het conflict dat zij officieel bemiddelen. De kerk blijft een van de weinige pijlers die de staatsgreep in leven houdt.

Een veelgehoorde bewering is dat Ortega vriendjes was met de traditionele oligarchie, maar het tegendeel is waar. Dit is de eerste regering sinds de onafhankelijkheid van Nicaragua die zonder de oligarchie regeerde. Van 1830 tot in de jaren 1990 namen leden met de familienaam van een oligarchische familie deel, de Chamorro’s, Belli, Bellas, Lacayo, Montealegre, Gurdian. Sinds 2007 is dit niet meer het geval, de steun van deze families aan de coup.

Zijn tegenstanders verwijten hem dat zijn tripartite dialoog die de vakbonden, kapitalisten en de Staat omvat, een alliantie is met het grootkapitaal. Maar die aanpak deed de Nicaraguaanse economie groeien boven het Centraal Amerikaanse gemiddelde en een loonsverhoging door van 5 tot 7 % boven de inflatie verbeterde het levensniveau van het volk verbeterde en haalde veel mensen uit de armoede. De Verslagen van het Borgenproject berekenden dat de armoede met 30% daalde tussen 2005 en 2014.

De FSLN regering voerde een economisch model door, gebaseerd op openbare investeringen en op de versterking van het sociale vangnet voor de armen. Ze investeerde in infrastructuur, transport, waterbeleid en elektriciteit in de openbare sector en nam de geprivatiseerde dienstverlening zoals gezondheidszorg en basisopvoeding op in de publieke sector.

Dit deed een stabiele economie ontstaan, gebaseerd op een reële en niet op een speculatieve economie. Het leeuwenaandeel van de infrastructuur in Nicaragua werd de voorbije 11 jaar gerealiseerd, dat is een beetje te vergelijken met de vroegere VS-New Deal en er werden ook bedrijven voor hernieuwbare elektriciteit opgericht.

Wat liberalen en ook linkse commentatoren over het hoofd zien is dat Nicaragua heeft productief kapitaal heeft herverdeeld met het doel een volkseconomie te ontwikkelen die in eigen behoeften kan voorzien, boven de staats of kapitalistische sectoren. Dit in tegenstelling tot de Lula-regering in Brazilië, die de armoede bestreed met cash uitbetalingen aan de arme families.

Terwijl de particuliere sector ongeveer 15% van de Nicaraguaanse werknemers in dienst heeft, biedt de informele sector werk aan meer dan 60%. De informele sector kon rekenen op 400 miljoen dollar aan overheidsinvesteringen, waarvan een groot deel afkomstig is van de fondsen van de ALBA-alliantie voor de financiering van microleningen voor kleine en middelgrote landbouwbedrijven. Het beleid ter bevordering van krediet, uitrusting, opleiding, dieren, zaden en gesubsidieerde brandstoffen ondersteunen deze ondernemingen verder. De kleine en middelgrote producenten in Nicaragua zorgden ervoor dat het land 80 tot 90 procent van zijn voedsel produceert en niet langer afhankelijk is van IMF-leningen.

De werkers en boeren – waarvan velen zelfstandig zijn en productief kapitaal verkregen doorheen de Sandinistische revolutie zelf en de verschillende strijdbewegingen die erop volgden – werden een belangrijke factor in de naoorlogse sociale ontwikkeling van het voorbije decennium. Zo ook de honderdduizenden boeren die land verkregen. Bijna een kwart van het land werd ten collectieve titel gegeven aan de autochtone bevolkingsgroepen. Zij allen maken de basis uit van de steun die het FSLN terug aan de macht bracht.

De toekenning van grond en de steun aan het kleinbedrijf deden ook de gendergelijkheid voor de vrouwen groeien. Nicaragua kent momenteel het hoogste niveau van gendergelijkheid in Latijns-Amerika en bekleedt de 12e plaats op 145 op wereldniveau, net na Duitsland.

In de loop van de tijd heeft de regering van het FSLN deze massale zelfstandige sector, evenals Maquiladora werknemers (d.w.z. textielarbeiders in buitenlandse fabrieken die gevestigd zijn in vrijhandelszones gecreëerd door vorige neoliberale regeringen), opgenomen in de gezondheidszorg en het pensioenstelsel, waardoor de financiële verplichtingen toenamen, wat een nieuwe formule vereiste om fiscale stabiliteit te waarborgen.

Deze geplande hervormingen in de sociale zekerheid gaven het startsein van de protesten in de privésector en bij de studenten op 18 april. De lobby van de zakenwereld riep op tot protest tegen de verhoging van de werkgeversbijdrage van 3.5% aan de pensioen- en gezondheidsfondsen, terwijl van de werkers slechts 0.75% werd gevraagd. Ook was er protest tegen de overdracht van 5% van het pensioengeld naar het gezondheids- en zorgfonds van de gepensioneerden. Ook wilde de hervorming komaf maken met het misbruik door personen met een hoog inkomen die enkel een laag inkomen aangeven om zo toegang te krijgen tot de voordelen in de gezondheidssector.

Het voorstel van de regering Ortega was een antwoord op het IMF voorstel om de pensioenleeftijd te verhogen en een verdubbeling te voorzien van het aantal weken dat de werkers moeten betalen om van de voordelen van het pensioenfonds te kunnen genieten. Dat de regering zich sterk genoeg voelde om dit tegenvoorstel te doen en de besparingseisen van het IMF en de business lobby aan de kant te schuiven, was een teken aan de wand van de verzwakking van de onderhandelingspositie van het privé kapitaal. Immers de imposante economische groei van het land, ttz 38% tussen 2006-2017 werd gedragen door kleine producenten en de openbare sector. Maar de oppositie gebruikte manipulerende facebook- advertenties om het regeringsplan voor te stellen als een besparingsmaatregel en ze verspreidde het fake-news over een vermoorde student op 18 april. Dit alles om het protest in het hele land aan te wakkeren op 19 april. En onmiddellijk kwam het mechanisme voor omverwerping van de regering in gang.

De Nationale dialoog toont goed de verschillende belangen in dit conflict. Als sleutelfiguren van de Burgeralliantie voor Rechtvaardigheid en Democratie vinden we: José Adan Aguirre, leider van de privé business lobby; Maria Nelly Rivas, directeur van Cargill in Nicaragua en hoofd van de de VS-Nicaragua Kamer van Koophandel; de studenten van de privé universiteit van de 19 April-Beweging; Michael Healy, manager van een Colombiaanse suiker corporatie en hoofd van de agro-business lobby; Juan Sebastian Chamorro, die de oligarchie, gekleed als civiele maatschappij, vertegenwoordigt; Carlos Tunnermann, 85-jaar, ex-Sandinista minister en ex-rector van de Nationale Universiteit; Azalea Solis, hoofd van een door de VS gefinancierde feministische organisatie en Medardo Mairena, een “boerenleider” , betaald door de VS-regering, die 17 jaar in Corsa Rica leefde voor hij gedeporteerd werd in 2017 wegens mensenhandel. Tummerman, Solis en de 19-April Studenten zijn allemaal verbonden met de Beweging voor de Sandinistische Renovatie (MRS), een kleine partij van sandinistische signatuur die toch wel speciale aandacht verdient.

In de jaren 80 waren heel wat topkaders van het Sandinistische Front kinderen van een van de oudste oligarchische families, zo de Cardenal broers en een deel van de Chamorro families die tijdens de revolutionaire regering het ministerie van cultuur, onderwijs en media leidden. Na de electorale nederlaag van het FSLN in 1990 verlieten deze kaders de partij. Samen met hen volgden belangrijke intellectuele, militaire en veiligheidskaders die na een tijd de MRS oprichtten. Ze vielen het socialisme af, en beschuldigden Ortega van alle fouten van de revolutie. Doorheen de jaren namen zij het middenveld (wereld van de NGO’s) van Nicaragua in, met zijn feministische organisaties, de jeugdbewegingen, de groene beweging,

De Nationale dialoog toont goed de verschillen de belangen in dit conflict. Als sleutelfiguren van de Burgeralliantie voor Rechtvaardigheid en Democratie vinden we: José Adan Aguirre, leider van de privé business lobby; Maria Nelly Rivas, directeur van Cargill in Nicaragua en hoofd van de de VS-Nicaragua Kamer van Koophandel; de studenten van de privé universiteit van de 19 April-Beweging; Michael Healy, manager van een Colombiaanse suiker corporatie en hoofd van de agro-business lobby; Juan Sebastian Chamorro, die de oligarchie gekleed als civiele maatschappij vertegenwoordigt; Carlos Tunnermann, 85-jaar, ex-Sandinista minister en ex-rector van de Nationale Universiteit; Azalea Solis, hoofd van een door de VS gefinancierde feministische organisatie en Medardo Mairena, een “boerenleider” die betaald door de VS-regering die 17 jaar in Corsa Rica leefde voor hij gedeporteerd werd in 2017 wegens mensenhandel. Tummerman, Solis en de 19-April Studenten zijn allemaal verbonden met de Beweging voor de Sandinistische Renovatie (MRS), een kleine partij van sandinistische signatuur die toch wel speciale aandacht verdient.

Sinds 2007 ging de MRS steeds dichter aanleunen bij de extreem-rechtse vleugel van Republikeinse Partij van de VS. Sinds het begin van het geweld in april namen Westerse media heel wat informatie over van de MRS die slechts 2% van het electoraat vertegenwoordigt. Dank zij de vroegere Sandinistas die de regering van Ortega bekritiseren, kunnen de oligarchen hun gewelddadige pogingen om het neoliberalisme te installeren voorstellen als een links discours.

Het is een echte klucht te gaan beweren dat de onrust gedragen wordt door arbeiders en boeren. La Vía Campesina de National Union of Farmers and Ranchers, de Association of Rural Workers, de National Workers’ Front, de inheemse Mayangna Nation, hebben eenstemmig geëist dat er een einde zou komen aan het geweld en zeggen dat ze de regering-Ortega zouden steunen. Deze opstand is een grootschalige operatie voor regimeverandering. Ze wordt uitgevoerd door de media-oligarchen, een netwerk van NGO’s die worden gefinancierd door de Amerikaanse regering, gewapende elementen van elite-grondbezitters en de katholieke kerk. Deze coup-poging heeft ook de deur geopend voor drugskartels en georganiseerde misdaad om voet aan de grond te krijgen in Nicaragua.

Dat brengt ons naar de betrokkenheid van de Amerikaanse regering bij deze gewelddadige staatsgreep.

De Olifant in de Kamer

Zoals Tom Ricker aan het begin van deze politieke crisis meldde, besloot de Amerikaanse regering enkele jaren geleden de NGO-sector van het maatschappelijk middenveld te financieren in plaats van oppositiepartijen, die in Nicaragua bijna al hun legitimiteit hebben verloren. De National Endowment for Democracy (NED) betaalt in 2017 meer dan $700.000 om de oppositie tegen de regering op te bouwen, dit bovenop de meer dan $4,4 miljoen sinds 2014. Ricker vervolgt: Het overkoepelende doel van deze financiering was “een gecoördineerde strategie en een media-stem te geven aan oppositiegroeperingen in Nicaragua”

De oprichter van de NED, Allen Weinstein, beschreef de NED als de openlijke CIA : “Veel van wat we vandaag doen, deed de CIA 25 jaar geleden in het geheim”. In Nicaragua financiert de NED niet de traditionele rechtse organisaties, maar organisaties die links klinkende kritiek leveren op de Sandinistische regering en banden hebben met de MRS. De anti-regeringsactivisten gebruiken Sandinistische slogans, liederen en symbolen, terwijl ze historische monumenten verbranden, rood-zwarte kleuren om martelaars te herdenken overschilderen en leden van de Sandinistische partij fysiek aanvallen.

NED beurzen financieren de feministische organisatie Azalea Solis en de boerenorganisatie Medardo Mairena, beide oppositiegroepen in de Nationale Dialoog. De studenten van de 19 april beweging verblijven in hotels en maken reizen, betaald worden door Freedom House, een ander orgaan voor regime wisseling dat gefinancierd wordt door NED en USAID. NED financiert ook Confidencial, de Chamorro media organisatie. Subsidies van de NED financieren het Instituut voor Strategische Studies en Overheidsbeleid (IEEPP), waarvan de uitvoerend directeur, Felix Maradiaga, een ander MRS-kader verbonden is met de VS-ambassade. In juni werd Maradiaga beschuldigd van het leiden van een crimineel netwerk ‘Viper’, dat vanuit de bezette UPOLI campus carjackings, brandstichtingen en moorden organiseerde om chaos en paniek te zaaien in april en mei.

Maradiaga groeide op in de Verenigde Staten en werd een collega van het Aspen Leadership Institute, voordat hij openbaar bestuur studeerde aan Harvard. Hij was secretaris van het Ministerie van Defensie onder de laatste liberale president, Enrique Bolaños. Hij is Young Global Leader op het Economisch Wereldforum en in 2015 heeft de Raad voor Mondiale zaken van Chicago hem de Gus Hart Fellowship gegeven, en verkeert daar in het gezelschap van onder meer de Cubaanse dissident Yoani Sánchez en Henrique Capriles Radonski, de Venezolaanse oppositieleider die tijdens de staatsgreep van 2002 de Cubaanse ambassade heeft aangevallen.

Opmerkelijk genoeg is Maradiaga niet de enige leider van de staatsgreep die deel uitmaakt van het Aspen World Leadership Network. Maria Nelly Rivas, directeur van de Amerikaanse bedrijfsgigant Cargill in Nicaragua, is een van de belangrijkste woordvoerders van de oppositiegroep Civic Alliance. Rivas, die momenteel ook aan het hoofd staat van de Amerikaans-Nicaragua Kamer van Koophandel, wordt klaargestoomd als mogelijke presidentskandidaat bij de volgende verkiezingen.

Onder deze door de VS gecreëerde leiders bevindt zich een netwerk van meer dan 2.000 jongeren die met NED-fondsen zijn getraind over onderwerpen als social media kenners voor de verdediging van de democratie. Dit bataljon van sociale media-krijgers kon in de vijf dagen van 18 tot 22 april onmiddellijk de publieke opinie op Facebook vormgeven en controleren, wat leidde tot spontane gewelddadige protesten in het hele land.

Over het geweld

Een van de manieren waarop de berichtgeving over Nicaragua zich het verst van de waarheid verwijderde, is de oppositie als “geweldloos” voor te stellen. Het geweldscenario, gemodelleerd naar de guarimba-protesten van 2014 en 2017 in Venezuela, is bedoeld om gewapende aanvallen op regeringsgebouwen te organiseren en zo het optreden van anti-oproer politie uit te lokken en confrontaties aan te gaan die direct on-line gepubliceerd worden waarbij wordt beweerd dat de regering gewelddadig optreedt tegen vreedzame demonstranten.

Tijdens de protesten werd in meer dan 60 overheidsgebouwen brand gesticht, scholen, ziekenhuizen, gezondheidscentra werden aangevallen, 55 ambulances zijn beschadigd. Er is ten minste 112 miljoen dollar schade aan infrastructuur, kleine bedrijven zijn gesloten en 200.000 banen zijn verloren gegaan, met verwoestende economische gevolgen. Door het geweld vallen niet alleen duizenden gewonden, maar ook 15 studenten en 16 politieagenten zijn gedood, en meer dan 200 Sandinisten werden ontvoerd, van wie velen publiekelijk zijn gemarteld. Gewelddadige gruweldaden door de oppositie werden verkeerdelijk als onderdrukking door de regering gemeld. Hoewel het belangrijk is om het recht van het publiek om te protesteren te verdedigen ongeacht zijn politieke opvattingen, is het oneerlijk om te negeren dat de strategie van de oppositie zich voedt met geweld en slachtoffers.

Nationale en internationale nieuwsberichten spreken over doden en gewonden als gevolg van ‘repressie’ zonder de context uit te leggen. De molotovcocktails, mortier-lanceerders, pistolen en geweren die door oppositiegroepen worden gebruikt, worden door de media genegeerd, en wanneer sympathisanten, politie of passanten van Sandinista worden gedood, worden ze ten onrechte als slachtoffers van repressie door de staat geteld. Explosieve beweringen van de oppositie, zoals bloedbaden onder kinderen en vermoorden van vrouwen, zijn onjuist gebleken. De gevallen van foltering, verdwijningen en buitengerechtelijke executies door de politie zijn niet gestaafd door bewijzen of door een eerlijk proces.

Er is bewijs ter ondersteuning van de bewering van de oppositie dat scherpschutters demonstranten neerschieten, maar is er geen logische verklaring voor het feit dat het de staat is die deze scherpschutters gebruikt om het dodental te verhogen. Ook tegenbetogers werden het slachtoffer van scherpschutters, wat suggereert dat een “derde” partij” een provocerende rol speelt in het destabiliserende geweld. Toen een hele Sandinistische familie in Managua werd verbrand, haalden alle mediakanalen van de oppositie een getuige aan die beweerde dat de politie het huis in brand had gestoken, ondanks het feit dat het huis in een buurt lag waar de politie geen toegang had.

De Nationale Politie van Nicaragua staat al lang bekend als model van gemeenschapspolitie (in tegenstelling tot de gemilitariseerde politie in de meeste Centraal-Amerikaanse landen), haar relatief gebrek aan corruptie, en haar vooral vrouwelijke leiding. De strategie van de coup plegers is erop gericht het vertrouwen van het publiek in de politie te ondermijnen door het brutale gebruik van vals nieuws, zoals de vele valse beweringen van moorden, mishandelingen, martelingen en verdwijningen in de week van 17 tot 23 april. Verschillende jonge mensen wier foto’s tijdens bijeenkomsten van de oppositie als slachtoffers van politiegeweld werden gedragen, bleken in leven te zijn.

Het politieoptreden was volstrekt ontoereikend en de politie is niet voorbereid op gewapende confrontaties. Aanvallen op verschillende openbare gebouwen op dezelfde avond en de eerste grote brandstichting leidden ertoe dat overheidswerknemers waakzaam waren en met vaten met water, en met stokken en stenen zich bewapenden om aanvallers af te weren. De oppositie, gefrustreerd door het uitblijven van meer politieconflicten, begon in het hele land wegversperringen op te werpen en de huizen van Sandinisten in brand te steken en zelfs Sandinistische gezinnen op een afschuwelijke manier te schieten en te verbranden. In tegenstelling tot La Prensa’s versie van de gebeurtenissen hebben de Nicaraguanen het duidelijke gebrek aan politieaanwezigheid en het verlies van veiligheid in hun buurten gevoeld, velen waren het doelwit van geweld.

Sinds mei is de strategie van de oppositie erop gericht in het hele land gewapende wegblokkades op te werpen, het verkeer te blokkeren en mensen in de val te lokken. De wegversperringen, meestal gebouwd met grote straatstenen, worden bemand door 5 tot 100 gewapende mannen met bandana’s of maskers. Terwijl in de media wordt bericht over idealistische jongeren die wegversperringen opwerpen, wordt het overgrote deel van de wegversperringen in stand gehouden door betaalde mannen met een achtergrond van kleine criminaliteit. Daar waar grote delen van steden zijn afgesloten van de regering en de politie, worden de druggerelateerde activiteiten geïntensiveerd en controleren drugsbendes nu veel van de wegversperringen en betalen ze de lonen.

Bij deze wegversperringen was het geweld alom aanwezig. Werkers die wegversperringen moeten passeren worden vaak beroofd, geslagen, beledigd en, als ze ervan verdacht worden Sandinisten te zijn, vastgebonden, naakt gestript, gemarteld, blauw-wit geschilderd en soms gedood. Er zijn drie gevallen van mensen die sterven in ambulances die geblokkeerd waren aan de wegversperringen, en er is één geval van een tienjarig meisje dat werd ontvoerd en verkracht bij de wegblokkade in Las Maderas. Wanneer georganiseerde buren of de politie wegversperringen verwijderen, vluchten de gewapende groepen weg en hergroeperen zich om brand te stichten in gebouwen, mensen te ontvoeren of te verwonden uit wraak. Alle slachtoffers van dit geweld, worden door de media voorgesteld als slachtoffers van repressie door de politie, een totale leugen.

De Nicaraguaanse regering heeft deze situatie aangepakt door de politie grotendeels van de straat af te houden om confrontaties en beschuldigingen van onderdrukking te voorkomen. De regering riep niet op om de demonstranten te arresteren, wat zeker dodelijke slachtoffers zou hebben meegebracht waar de oppositie zo graag mee uitpakt, maar ze deed een oproep tot een nationale dialoog, met de katholieke kerk als bemiddelaar, waarin de oppositie elk voorstel voor mensenrechten en politieke hervormingen kan indienen. De regering heeft een parlementaire Commissie voor Waarheid en Vrede opgericht en lanceerde een onafhankelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie.

Toen de politie uit de straten wegbleef, nam het geweld van de oppositie in mei en juni toe. Als gevolg daarvan ontwikkelde zich een vorm van zelfverdediging in de buurt. Gezinnen die verjaagd werden, jongeren die geslagen, beroofd of gemarteld zijn, en veteranen van de opstand van 1979 en/of de Contra-oorlog houden in elke stad toezicht op het hoofdkwartier van het Sandinistische Front. Op veel plaatsen hebben ze barricades opgeworpen tegen aanvallen van de oppositie en zijn ze in de media ten onrechte bestempeld als paramilitaire troepen. In de steden waar dit niet gebeurde, is de menselijke tol van het oppositiegeweld veel groter.

De Nationale Unie van Nicaraguaanse studenten is een bijzonder doelwit van het oppositiegeweld. Een student-afgevaardigde van de Nationale Dialoog, Leonel Morales, werd ontvoerd, in de buik geschoten en in een sloot gegooid en stierf in juni. Het doel was de dialoog te saboteren en hem te straffen voor het aanvechten van het spreekrecht van de studenten van de 19 april Beweging als woordvoerders van alle Nicaraguaanse studenten.

Sinds april zijn er vier grote bijeenkomsten van de oppositie geweest, gericht op het mobiliseren van de Nicaraguanen uit de hogere middenklasse die in de buitenwijken tussen Managua en Masaya wonen. Deze rally’s werden bijgewoond door de hoge elite van de samenleving, met inbegrip van schoonheidskoninginnen, ondernemers en oligarchen, evenals universitaire studenten van de 19 april Beweging, het morele hoogtepunt voor de oppositie.

Na drie maanden conflict is geen van de dodelijke slachtoffers iemand uit de burgerij. Allen zijn afkomstig uit de volksmilieus van Nicaragua. Niettegenstaande de beweringen van totale onderdrukking, voelt de burgerij zich volkomen veilig om overdag deel te nemen aan openbare protesten – hoewel de laatste dag van de rally eindigde in een chaotische aanval van demonstranten tegen krakers op een eigendom van, vreemd genoeg, Piero Coen, de rijkste man van Nicaragua. De gewapende nachtaanvallen worden over het algemeen uitgevoerd door mensen uit arme wijken, van wie velen per nacht twee tot vier keer het minimumdagloon ontvangen.

Helaas worden de meeste Nicaraguaanse mensenrechtenorganisaties gefinancierd door de NED en gecontroleerd door de Beweging voor Sandinistische Renovatie. Deze organisaties hebben de Nicaraguaanse regering bestempeld als dictatoriaal en genocidaal, dit tijdens het hele voorzitterschap van Ortega. Internationale mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, zijn bekritiseerd vanwege hun eenzijdige rapporten, waarin de informatie van regeringszijde of van personen die zich als Sandinistisch identificeren, ontbreekt.

De regering nodigde de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens (IACHR) van de OAS uit, een in Washington gevestigde entiteit die berucht onvriendelijk is tegenover linkse regeringen, een onderzoek in te stellen naar de gewelddadige gebeurtenissen van april en vast te stellen of er repressie had plaatsgevonden. Een controversiële nachtelijke schermutseling op de snelweg buiten de Agrarische Universiteit in Managua maakte een einde aan een onderhandelde 48-uurs wapenstilstand. Tijdens zijn bezoek aan de site verklaarde IACHR-directeur Paulo Abrao zijn steun aan de oppositie.

De IACHR negeerde het wijdverbreide geweld van de oppositie en deed alleen verslag van het defensieve geweld van de regering. Niet alleen werd dit categorisch verworpen door de Nicaraguaanse kanselier Denis Moncada als een “belediging van de waardigheid van het Nicaraguaanse volk”. Ook een resolutie ter goedkeuring van het IACHR-rapport werd slechts door tien van de 34 landen gesteund.

Ondertussen stuurde de 19 april-beweging, bestaande uit huidige of voormalige universiteitsstudenten ten gunste van de regimewisseling, een delegatie naar Washington en slaagde er in veel Nicaraguanen tegen de haren in te strijken door in de camera te grinniken samen met extreemrechtse interventionistische leden van het Amerikaanse Congres, waaronder Rep. Ileana Ros Lehtinen, Senator Marco Rubio en Senator Ted Cruz.

De leiders van M19 juichten ook de oorlogszuchtige waarschuwingen van Vicepresident Mike Pence toe dat Nicaragua op de shortlist staat van landen die spoedig de betekenis van de vrijheid van de regering-Trump zullen kennen; ze ontmoetten de ARENA partij van El Salvador, gekend voor haar banden met de doodseskaders die bevrijdingstheoloog aartsbisschop Oscar Romero vermoordden. In Nicaragua is de kritische massa van studenten weken geleden gestopt met demonstreren, zijn de grote burgerprotesten van april en mei afgenomen en krijgen de aloude bekende Nicaraguaanse rechtse politici de rekening gepresenteerd voor massale materiële schade en het verlies van mensenlevens.

Waarom Nicaragua?

President Ortega won zijn derde termijn in 2016 met 72.4 % van de stemmen, dit met een opkomst van 66 %, wat zeer hoog is in vergelijking met de verkiezingen in de V.S. In Nicaragua groeide niet alleen een economie die de armen als producenten behandelt, met opmerkelijke resultaten wat hun levensstandaard in tien jaar tijd deed toenemen, maar het heeft ook een regering die het Amerikaanse imperialisme consequent verwerpt, bondgenoot is van Cuba, Venezuela en Palestina. Het land spreekt ook zijn steun uit voor de onafhankelijkheid van Puerto Rica en staat een vreedzame oplossing voor in de Koreaanse crisis.

Nicaragua is lid van de Bolivariaanse Alliantie van Amerika en van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische staten, een Latijns-Amerikaans alternatief voor de OAS. Voor een gepland kanaalproject werkt Nicaragua ook samen met China en met Rusland op het gebied van veiligheid. Om al deze redenen willen de Verenigde Staten een VS-vriendelijke Nicaraguaanse regering installeren.

Belangrijker is het voorbeeld dat Nicaragua heeft gegeven voor een succesvol sociaal en economisch model buiten de Amerikaanse overheersing om. Nicaragua, dat meer dan 75 procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen opwekte, was het enige land met de morele autoriteit om zich te verzetten tegen het klimaatakkoord van Parijs omdat het akkoord niet vergaand genoeg vond (het trad later toe tot het verdrag een dag nadat Trump de VS er uit terugtrok en zei: “Wij waren tegen het akkoord van Parijs uit verantwoordelijkheidsgevoel, de VS is ertegen wegens onverantwoordelijkheid”).

De regering van het FMLN van El Salvador is weliswaar politiek minder dominant dan het Sandinistisch Front, maar heeft het voorbeeld van goed bestuur uit Nicaragua overgenomen en verbood onlangs mijnbouw en privatisering van water. Zelfs Honduras, het eeuwige bastion van de Amerikaanse macht in Midden-Amerika, vertoonde tekenen van een verschuiving naar links maar de door de VS gesteunde militaire staatsgreep in 2009. Sindsdien worden sociale activisten massaal onderdrukt, was er een duidelijk ‘gestolen’ verkiezing in 2017, en Honduras heeft de uitbreiding van Amerikaanse militaire bases in de buurt van de Nicaraguaanse grens mogelijk gemaakt.

In 2017 heeft het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden unaniem de Nicaraguaanse Investment Conditionality Act (NICA Act) goedgekeurd. Als de Senaat hetzelfde doet, zal de Amerikaanse regering haar veto uitspreken tegen leningen van internationale instellingen aan de Nicaraguaanse regering. Dit Amerikaanse imperialisme zal Nicaragua onder andere lamleggen bij de aanleg van wegen, de modernisering van ziekenhuizen, de bouw van installaties voor hernieuwbare energie en de overgang van extensieve veeteelt naar geïntegreerde systemen voor veeteelt. Het kan ook het einde betekenen van veel populaire sociale programma’s, zoals gesubsidieerde elektriciteit, stabiele bus tarieven en gratis medische behandeling van chronische ziekten.

De regering van de VS heeft de Global Magnitsky Act gebruikt om de financiën aan te pakken van leiders van het Electoral Supreme Court, de Nationale Politie, de stadsregering van Managua en de ALBA-corporatie in Nicaragua. Politieagenten en ambtenaren van volksgezondheid hebben te horen gekregen dat hun Amerikaanse visa zijn ingetrokken. Het gaat er natuurlijk niet om of deze ambtenaren al dan niet daden hebben begaan die strafbaar zijn in Nicaragua, maar of de Amerikaanse regering de bevoegdheid heeft om Nicaragua te intimideren en haar ambtenaren te isoleren.

Terwijl het sadistische geweld voortduurt, heeft de strategie van de coupplegers om de regering uit te schakelen, gefaald. De oplossing van de politieke crisis zal via verkiezingen verlopen, en het FSLN zal die verkiezingen waarschijnlijk winnen, behoudens een dramatisch en onwaarschijnlijk nieuw offensief van de rechtse oppositie.

Nicaragua: een klassenoorlog ondersteboven gekeerd

Het is belangrijk om de aard van de VS en van de oligarchen-staatsgrepen in dit tijdperk te begrijpen en ook de rol van media- en NGO-misleiding hierin te doorzien, omdat dit zich in meerdere Latijns-Amerikaanse en andere landen voordoet. We kunnen een soortgelijke aanval verwachten op de onlangs gekozen Andrés Manuel López Obrador in Mexico als hij de veranderingen die hij heeft beloofd, uitvoert.

De VS proberen al sinds het midden van de jaren 1800 Nicaragua te domineren. Al sinds de Sandinisten aan de macht zijn, ijveren de rijken in Nicaragua voor de terugkeer van het Amerikaanse bestuur. Deze mislukte staatsgreep betekent niet het einde van hun inspanningen of het einde van de desinformatie in de media. Weten wat er werkelijk gebeurt en die informatie delen is het tegengif om ze te verslaan in Nicaragua en over de hele wereld.

Nicaragua is een klassenoorlog ondersteboven gekeerd. De regering heeft de levensstandaard van de verarmde meerderheid verhoogd door een herverdeling van de rijkdom. Oligarchen en de Verenigde Staten, die niet in staat waren het neoliberalisme door middel van verkiezingen in te voeren, veroorzaakten een politieke crisis, die van commentaar werd voorzien door valse berichtgeving in de media om zodoende Ortega tot aftreden te dwingen. De staatsgreep is mislukt, de waarheid komt naar boven en ze mag niet worden vergeten.

________________________________________

Kevin Zeese is een advocaat die mede-directeur is van het in de VS gevestigde Volksverzet. Nils McCune maakt deel uit van het technisch team van IALA Mesoamerica (Agro-ecologisch Instituut van Latijns-Amerika in Nicaragua) en is onderzoeker aan de Universiteit van Michigan.

 

take down
the paywall
steun ons nu!