Abdessalam Yassine en zijn dochter Nadia
Nieuws, Wereld, Afrika, Marokko -

Een profiel van Abdessalam Yassine, Marokko’s grootste opposant

Abdessalam Yassine is niet meer. De grote kwelduivel van het Marokkaanse regime stierf in Rabat op 84-jarige leeftijd. Het Belgische magazine Knack titelde: 'Marokkaanse fundamentalistenleider Yassine overleden'. Een titel die afbreuk doet aan de strijd van Abdessalam Yassine en zijn beweging al-Adl Wal Ihsan.

woensdag 26 december 2012 13:45
Spread the love

Yassine begon zijn professionele carrière in het koloniale tijdperk als onderwijzer en schoolinspecteur. Het is een facet van zijn leven dat weinig aan bod komt in zijn officiële biografie omdat ambtenaar zijn in het Franse koloniale bestuur niet echt mooi op het cv stond van een would-be revolutionair, hoewel het een enorme opwaartse mobiliteit was, rekening houdend met zijn eenvoudige boerenafkomst.

Hoe het gesteld was met Yassine’s religiositeit in die periode is weinig bekend. We weten enkel dat hij op jonge leeftijd de koran van buiten leerde en dat hij bekend was met de basisprincipes van de islamitische jurisprudentie en koranwetenschappen. Maar hij ambieerde geen carrière in de religieuze wetenschappen, want hij schreef zich in aan een seculiere onderwijsinstelling waar hij onder meer vloeiend Frans leerde.

In het kader van zijn studies reisde Yassine naar verschillende landen om opleidingen te volgen, onder meer Libanon, Algerije, Tunesië, Frankrijk en de V.S. Dat bracht sommige onderzoekers ertoe om een vergelijking te maken tussen Abdessalam Yassine en de Egyptische Sayyid Qutb, één van de bekendste islamistische denkers die in diezelfde periode werkte bij het Egyptische ministerie van Onderwijs.

Nadat hij enkele jaren in Amerika verbleef verafschuwde Qutb al wat van niet-Islamitische oorsprong was, en haalde hij in een reeks teksten, verzameld in het werk: ‘The America I have seen’ uit naar het goddeloze materialisme van het Westen. Qutb ging zelf zover dat hij geweld propageerde om het ‘ongelovige’ socialistische regime van Nasser ten val te brengen, en de ‘ongelovige’ Egyptische maatschappij zo omver te werpen. Het is Qutb’s ideologie die een diepe indruk naliet op types als Ayman al-Zawahiri en Osama bin Laden.

Een vergelijking tussen Yassine en Qutb is per defenitie een kromme vergelijking, omdat Yassine en Qutb mijlenver van elkaar staan in zowel de diagnose die ze maken, als de oplossingen die ze naar voor schuiven. Yassine omarmt democratie en politiek pluralisme en praat over het islamiseren van de moderniteit, niet het verwerpen ervan.

Yassine de schrijver

Yassine zette zijn carrière als schoolinspecteur verder in het Marokko na de onafhankelijkheid. In die periode schreef hij zijn eerste publicaties die louter handelden over onderwijs en pedagogie, onderwerpen die van cruciaal belang zouden blijken voor de latere Abdessalam Yassine.

Zijn ervaringen als inspecteur waren bepalend voor de visie die Yassine ontwikkelde op de maatschappij, want hij kwam in contact met zaken die hij beschreef als ‘sociale epidemieën’ zoals nepotisme, corruptie, opportunisme etc.

In deze periode vond hij zijn weg naar de soefistische Boutchitchia-broederschap waar hij zeven jaar zou blijven. Het was een intellectueel vruchtbare periode waarin hij verschillende boeken schreef met islamitische thema’s waaronder: ‘Islam tussen oproep en staat’ en ‘De Islam Morgen’.

Vrijwel onmiddelijk na de dood van de leider van de Boutchitchia in 1972 verliet Yassine die broederschap. Yassine beweert dat het gebrek aan maatschappelijk en politiek engagement vanwege de broederschap de reden was voor zijn vertrek. Anderen beweren dat zijn teleurstelling te groot was omdat hij niet de nieuwe leider van de Boutchitchia werd. Deze laatste stelling is des te meer plausibel omdat Yassine de Boutchitchia-beweging pas verliet nadat er een nieuwe leider werd aangesteld.

Aangezien Yassine de Boutchitchia niet van binnenuit kon veranderen gooide hij het over een andere boeg. In 1974 schreef hij een brief in een tradioneel Marokkaanse genre, nasiha oftewel raadgeving, waarin hij de koning bekritiseerde en zijn legitimiteit in vraag stelde. De titel van zijn brief was duidelijk: ‘Islam of de Zondvloed’, een implicatie die weinig aan de verbeelding overlaat.

Maar noch Abdessalam Yassine, noch de ideologie die hij aanhing, vormden in de jaren ’70, toen zijn ideologie en politiek activisme vorm begonnen te krijgen, een bedreiging voor de Marokkaanse koning Hassan II. Op dat moment kwam de dreiging vooral van revolutionair links en het gepolitiseerde leger. Door middel van moord, intimidatie en opsluiting werd het linkse kamp verzwakt. Het leger, van waaruit in de beginjaren van de jaren ’70 verschillende pogingen tot staatsgrepen werden uitgedokterd, was de belangrijkste bedreiging voor Hassan II.

Hassan II reageerde naar zijn normen ‘redelijk mild’ op Yassine’s brief en stopte hem enkele jaren in de gevangenis en later in een psychiatrische instelling. Linkse revolutionair Ben Barka bijvoorbeeld was een minder gunstig lot bezegeld toen hij op klaarlichte dag werd ontvoerd en vermoord in hartje Parijs.

Van ideologie naar praktijk

Na zijn ontslag uit de psychiatrische instelling poogde Yassine de verschillende islamitische bewegingen in Marokko te verenigingen. Maar die oproep vond weinig gehoor.

1979 was het jaar van de revolutie die alle islamistische organisaties in de Arabische wereld op de één of andere manier beïnvloedde. De politieke aardverschuiving in Iran gaf het islamisme een enorme boost in de hele regio. In 1981 richtte Yassine dan de voorloper van de Adl wal Ihsaan-beweging op die nooit erkend zou worden door de Marokkaanse staat. Adl Wal Ihsan werd geleid door Yassine tot zijn dood, en onder zijn toezien groeide het uit tot de organisatie met de meeste aanhangers in Marokko.

De politieke visie van Adl

‘Hetgeen de hedendaagse leiders het meest vrezen – vooral na de Iraanse Revolutie – is een beweging die mensen tot God roept en de rangen sluit.’ (Quote Abdessalam Yassine)

In de ogen van Yassine was de Iraanse Revolutie een model om na te streven en hij vergeleek drie mogelijke scenario’s om het regime omver te werpen, om daarna een islamitisch model in Marokko te implementeren als prelude voor de oprichting van het tweede khalifaat.
 

  1. Deelnemen aan het officiële Marokkaanse partijpluralitsche politieke leven. Yassine verwerpt deze strategie omdat het te veel energie van de beweging zou eisen. Yassine was een voorstander van politiek pluralisme, zelfs in zijn ideale islamitische maatschappij. Hij geloofde enkel niet dat de schijndemocratie van het Marokkaanse regime een islamitische partij zou tolereren. Daarom dat de beweging nooit erkenning zocht bij het Marokkaanse regime en altijd in de illegaliteit opereerde
     
  2. Een gewelddadige omverwerping van het regime. Geweld was vreemd aan de beweging en de ideologie van Yassine, en hoewel er af en toe schermutselingen uitbraken in de universiteiten tussen links en Adl, was dat nooit het officiële beleid van de beweging. Yassine classificeert de propageerders van geweld voor religieuze doeleinden als ‘jonge moslims die op zichzelf zijn aangewezen en Mawdudi en Qutb lezen… en overal Jahiliyya (onwetendheid/ongeloof) zien … in de moeder die niet bidt, de oom die alcohol drinkt, de zuster die zich niet bescheiden kleedt …’. Yassine ziet geen enkele plaats voor geweld of politieke afrekeningen in zijn beweging. 
     
  3. De derde en laatste tactiek genoot de duidelijke voorkeur van Adl wal Ihsaan: de voorbereiding op de grote omwenteling, een soort volkse revolutie. Met de Iraanse Revolutie in het achterhoofd argumenteerd Yassine dat mits er genoeg mensen gemobiliseerd kunnen worden achter één doel, het regime zou kunnen vallen. Als door het despotisme ‘het geloof van de onderdrukten wordt aangewakkerd zoals in Iran’, dan is de appel plukrijp.

Om de derde tactiek te kunnen implementeren moest Yassine natuurlijk voldoende volgers hebben. Hij geloofde door een systematische ‘opvoeding genoeg soldaten te kunen aantrekken’. Pas nadat de beweging voldoende ‘soldaten’ zou hebben die goed geïndoctrineerd waren met de visie van de beweging, kon de omwenteling plaatsvinden. Dat moment heeft Yassine dus niet kunnen meemaken.

De wereldvisie van Abdessalam Yassine

Er was weinig origineels aan de wereldvisie die Yassine had, en hij aanschouwde de wereld als het strijdtoneel van twee concurrerende ideologieën: het communisme en het kapitalisme. Geen van beide kon uiteraard op zijn steun rekenenen. Net als Jamal Abdel Nasser, Hassan al-Banna, Sayyid Qutb en Khomeini geloofde Yassine in een derde pad, een alternatief voor de falende ideologieën. In zijn geval was dat uiteraard een implementatie van de islam als politiek stelsel.

Yassine had weinig lovende woorden voor de Arabische leiders die in zijn ogen slaafs waren aan buitenlandse agenda’s. In het tijdperk van de Koude Oorlog waren dat dus de Westerse en de Sovjet-agenda, en in het post-Koude Oorlog-tijdperk de Amerikaanse. Yassine geloofde in de jaren ’80 dat de twee heersende ideologieën er alles aandeden om een islamitisch reveil tegen te gaan, een visie die hij herzag naarmate de tijd vorderde.

Interessant is zijn analyse van de Iraans-Iraakse oorlog (1980-1988). Hij redeneerde dat Iran werd aangevallen vanuit de optiek dat de twee heersende wereldmachten bang waren van het islamitische reveil dat daar bezig was. Saddam vormde de anti-islamitische vuist waarmee Iran moest worden verslagen. Ook stimuleerde het westen de islamitische schisma’s en deden ze de strijd opflakkeren tussen sjieten en soennieten, aldus Yassine.

Zijn aversie voor zowel het kapitalisme als het communisme leidde ertoe dat hij een alternatieve economische narratief construeerde, één die dichter stond bij links dan bij het kapitalisme, en misschien wel het meest linkse ecnomische model die islamitische partijen en bewegingen ooit hebben gevormd – veel linkser dan de Moslimbroederschap alvast. Yassine geloofde dat de mensheid in een positie was om alle economische en politieke modellen met elkaar te vergelijken. En niet Saudi-Arabië of Iran blijken een economische modelstaat te zijn, maar Albanië. Dat land leende geen geld in de jaren ’80 omdat het erin slaagde ‘onbezonnen consumptie in toom te houden’. Een goede economie was er een die onafhankelijk was van monetaire markten omdat die alleen maar inflatie met zich meebrachten. Consumerisme en een overtollig staatsapparaat werden duidelijk verworpen.

Zijn verwerping van seculiere en nationalistische ideologieën ging niet gepaard met een totale en blindelingse verwerping van de inhoud ervan. Zo gelooft Yassine wel degelijk in het bestaan van een klassenmaatschappij die een economie heeft gecreëerd die ten dienste staat van de belangen van een kleine elite. Yassine, die in zijn haat voor de monarchie enkel beconcurreerd werd door linkse revolutionairen, viste duidelijk in dezelfde vijver als deze laatsten.

Yassine oordeelde dat het gebrek aan sociale rechtvaardigheid ervoor zorgde dat linkse ideologieën aantrekkelijk waren voor de Marokkaanse bevolking. Het linkse gedachtengoed stond gelijk aan ‘ongeloof’ in zijn visie, maar hij had hier begrip voor omdat ‘armoede de prelude is voor ongeloof’. Om dat te counteren legde zijn beweging een grote nadruk op sociale rechtvaardigheid en vrouwenemancipatie.

De beweging verzette zich aanvankelijk tegen de als vrouwvriendelijk omschreven herziening van het Marokkaanse familierecht in de periode tussen 2000 en 2004, maar trok later dat verzet in. Nadia Yassine, dochter en spreekbuis van de leider, zei dat de beweging niet tegen de wijzingen an sich was, maar tegen de manier waarop die werden doorgevoerd. De legale, pro-monarchistische islamitische oppositie, de PJD (Parti du Justice & Dévelopment), bleef zich wel verzetten tegen die wijzigingen. Het is dit PJD die in Knack als gematigd wordt beschouwd, die nu de regering in Marokko vormt.

Het regime en Adl

De beweging stopte haar aversie voor het regime nooit onder stoelen of banken. In tegenstelling tot de Moslimbroederschap in Egypte en Jordanië gaf Adl nooit legitimiteit aan het Marokkaanse regime door bijvoorbeeld deel te nemen aan de verkiezingen. In die zin was de beweging veel principiëler dan de Moslimbroederschap en de andere grote Marokkaanse islamistische partij, die wel in de legaliteit opereerde, de PJD, met wie Adl nooit een goede band had.

Naarmate de dreiging van links afnam en islamitische ideologiën links overschaduwden, groeide het belang van de beweging in Marokko. Yassine werd nogmaals in de gevangenis gestopt in 1987 en de aanhangers van de beweging werden met periodes geïntimideerd. Die tactiek werpte geen vruchten af. Yassine werd in 1989 vrijgelaten en onder huisarrest geplaatst. Zijn aanhang bleef maar groeien en toen Hassan II in 1999 stierf week Yassine niet af van zijn strategie.

Hij schreef een brief naar de nieuwe Marokkaanse koning met quasi dezelfde boodschap als de brief die Hassan II in 1974 ontving. Yassine waarschuwde hem om niet dezelfde fouten te maken als zijn vader. Ondanks de positieve kritiek op de ‘windowdressing-liberalisering’ van de nieuwe Marokkaanse koning werd de islamistische Adl niet erkend, en na de aanslagen in Casablanca van 2003 werd er een ware heksenjacht geopend op islamisten in de Noord-Afrikaanse staat.

Dat Adl niet bij de pakken bleeft zitten in het tijdperk van Mohamed VI zal deze laatste niet zijn ontgaan. De beweging organiseerde enkele massale demonstraties begin jaren 2000 om de grenzen af te tasten. Nadia Yassine ging zelf zover dat ze in een interview stelde dat een monarchie niets voor Marokko was, en ze het liefst een republiek zou zien. In het politieke leven van Marokko is dat not done, althans niet voordat een Tunesische fruitverkoper zich in brand stak in Sidi Bouzid.

20 Februari

Zowel Yassine als zijn aanhang droomden al jaren van die unieke gelegenheid – de omwenteling – om het regime omver te werpen. Misschien was de Arabische Lente wel die gelegenheid. Adl, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Egyptische Moslimbroeders, kondigde al voor de start van de Marokkaanse betogingen aan dat ze zou deelnemen aan de nationale demonstraties. Vanaf dag één was de beweging een belangrijke component van de 20 Februari-beweging.

Het belang van Adl werd pas duidelijk zijn nadat het in december 2011 aankondigde uit de 20 Februari-beweging te zullen stappen. Het was een enorme klap waar die beweging niet meer te boven zou komen. Naast de islamistische component kende de 20 Februari-beweging ook een linkse component, en die reageerde fel op die stap van Abdessalam Yassine. Ze beschuldigden hem ervan de stekker uit de 20 Februari-beweging te willen halen.

Enkele dagen voor Adl Wal Ihsan uit de 20 Februari-beweging stapte vonden in Marokko de parlementsverkiezingen plaats. De 20 Februari-beweging, waar Adl toen deel van uitmaakte, riep op om die verkiezingen te boycotten. Volgens officiële cijfers ging 23 procent van de Marokkaanse stemgerechtigden effectief stemmen. De islamistische PJD kwam als winnaar uit de bus. Daarom werd er geopperd dat er een geheime deal was tussen de PJD en Adl, een hypothese die één jaar na de verkiezingen weinig plausibel blijkt. De PJD en Adl Wal Ihsaan leefden altijd op vijandige voet, en de verkiezingsoverwinng van de PJD heeft weinig veranderd aan de relatie tussen de twee grootste islamistische bewegingen in Marokko.

Conclusie

Adl Wal Ihsaan, als onmiskenbaar product van Abdessalam Yassine’s ideologie, past totaal niet in het raamwerk van wat de mainstream media beschrijft als ‘islamitisch fundamentalisme’. De beweging kent een solide ideologie en een strakke hiërarchie, en heeft een duidelijke visie op de zaken en hoewel pragmatisch, hebben ze nooit hun principes laten varen.

De dood van de oprichter en levenslange leider Abdessalam Yassine is ongetwijfeld de grootste klap die de beweging ooit te verwerken kreeg, en hoewel zijn dood er zat aan te komen, rijzen er vele vraagstukken. Wie zal hem opvolgen? Zal de koers van de beweging veranderen? Of zal er een schisma plaatsvinden tussen de verschillende richtingen binnen de beweging? Zal het Marokkaanse regime gebruik maken van deze gelegenheid om Adl te coöpteren? Of zal de dood van Yassine de radicalere krachten binnen Adl meer ruimte geven? Hoe zit het met de jeugd? Zal die meer inspraak eisen?

Binnen twee maanden zullen we meer weten als de interne verkiezingen hebben plaatsgevonden om een nieuwe leider aan te duiden. Misschien zal Nadia Yassine, de dochter van de overleden oprichter, de nieuwe leider worden van de beweging. Dat zou een unicum zijn in de geschiedenis van de islamistische partijen. Maar zij is niet de enige die kans maakt om haar vader op te volgen.

Abdessalam Yassine stierf op 84-jarige leeftijd, en een objectieve analyse van zijn leven hoort te stellen dat hij gefaald heeft in zijn twee levensprojecten: het creëeren van een ééngemaakte islamitische beweging in Marokko en de omverwerping van de monarchie. De Arabische lente was een unieke kans om dat laatste te verwezenlijken. Maar, zoals een analist ooit beschreef, Adl’s strategie is er één van ‘neither (political) participation nor revolution’.

Ondanks dat falen geniet Yassine zelfs bij zijn ideologische tegenhangers binnen het linkse kamp veel respect. Hij wordt vooral geëerd om zijn standvastige oppositie en principiële weigering om met het regime samen te werken. Sommige islamitische geleerden aan de andere kant zijn Yassine liever kwijt dan rijk, onder wie de bekende Zamzami. Deze laatste gaf aan dat Marokko beter af zal zijn zonder Yassine. Dat is een weinig verrassende houding, want de islamistische beweging in Marokko is verdeeld in hun houding ten opzichte van de monarchie, een issue dat glashelder is en dat nog aan de oppervlakte zal komen in de misschien niet al te verre toekomst.

take down
the paywall
steun ons nu!