Een pleidooi voor openlijke zwakte

Een pleidooi voor openlijke zwakte

donderdag 23 juni 2016 10:53
Spread the love

Johannes Haushofer publiceert op 23 april 2016 zijn CV of Failures. Acht jaar eerder heeft J.K. Rowling het in een commencement speech aan Harvard University over de voordelen van falen, hoewel dat concept voor haar publiek vermoedelijk niet heel ver ligt van “the average person’s idea of success” – gegrinnik uit het auditorium. Zijn dit illustraties van een bredere mentaliteitsverschuiving? Komt er meer ruimte voor openlijke zwakte als tegengewicht voor de ogenschijnlijk talrijke, vlekkeloze succesverhalen? Misschien. Al komt het vooralsnog van mensen die het enkel over een afgesloten periode van falen hebben. In retrospectief toegeven dat er periodes in het leven zijn geweest waarin alles leek te mislukken, is dapper, maar voor iemand die zich ondertussen op een benijdenswaardige positie bevindt, is het tegelijkertijd ook een beetje ‘makkelijk praten’, toch?

Begrijp mij niet verkeerd. Deze bekentenissen over dieptepunten werken absoluut heerlijk zalvend. Ik ben een van de eersten om te staan juichen bij het relaas van iemand, kaliber professor-doctor-eretitel-beroemdheid, over mislukte toelatingsproeven en teruggestuurde applicaties. Maar de helende werking is helaas van korte duur en na Baz Luhrmann’s Everybody’s Free To Wear Sunscreen dertig keer op repeat door mijn boxen te hebben laten galmen, word ik zelfs voor dat schouderklopje langzaam immuun. Mijn Facebook-startpagina, waarop ik succes na succes van anderen lees – mijn vrienden zijn echt te talentvol, verdorie – drukt mij steeds opnieuw met mijn neus op de feiten: met jou gaat het niet zo goed. En ‘niet zo goed’ wordt zo langzamerhand slecht, tout simplement, waardoor zelf iets ondernemen of bescheiden sprongetjes in het onbekende wagen totaal onhaalbare ambities zijn geworden.

En natuurlijk. Iedereen mag, moet vooral trots zijn op zijn verwezenlijkingen. Mijn duim (of hartje – geweldig!) krijg je, zeker weten. Bevestiging van soortgenoten is fijn en soms hebben we dat gewoon nodig. Ikzelf ben daar waarschijnlijk nog wel het beste voorbeeld van – god, wat heb ik een ego. Ik vind ook niet dat we met z’n allen moeten ophouden met zoeken naar bevestiging (ik wil toch de middelen om met overdreven emfase mijn kleine overwinningen te delen niet schrappen, zot!) maar ik geloof wel heel sterk in het nut en de noodzaak van opvolgers van Mevr. Rowling en Mr. Haushofer, zeker wanneer die nog een stap verder gaan en zich zwak durven te tonen wanneer ze het zíjn.

Maar laat ik vooral even de hand in eigen boezem steken. Hoe graag ik het ook zou willen, ik denk niet dat er voor mij een voortrekkersrol inzake openlijke zwakte is weggelegd (vanwege dat ego, weet u wel). Toch is het feit dat ik af en toe een psycholoog bezoek geen streng bewaakt geheim voor mijn vrienden. Om de een of andere reden is dat iets wat ik niet moeilijk vind om toe te geven. Maar hen vertellen dat een toelatingsproef mislukt is, of dat ik niet heb durven solliciteren voor een stageplaats omdat ik een ‘nee’ niet had aangekund en een ‘ja’ misschien nog wel minder, valt mij een stuk zwaarder. Omdat het een concreet falen is en omdat het voelt als een bewijs van gebrek aan talent en zelfkennis – gezichtsverlies waar ik erg moeilijk mee om kan.

Als ik dat bij de etentjes met mijn beloftevolle vrienden op tafel moet gooien, in de pot waarin ook eerste jobs en nieuwe, ambitieuze projectjes verzameld worden, nee, dan ben ik echt niet sterk genoeg om mijn aan stukken gespatte toekomstbeeld te bespreken. En als ik het dan toch doe, met opgeheven hoofd – want een statement maak je niet al jankend, jonge – dan volgt daarna onvermijdelijk thuis een avond van frustratietraantjes, die ik bij dat ‘statement’ laf heb weggeslikt. Falen wil ik alleen in de verbloemde versie, de failure light, zonder de ijdelheid, zonder het egocentrisme en zonder de groene jaloezie, die er helaas wel gewoon deel van uitmaken. Dus ik vrees dat die pogingen tot het tonen van mijn échte zwakte tot op de dag van vandaag lelijk mislukken. Maar ach, in een stukje over failure, sta ik mijzelf die mislukking natuurlijk met veel geduld toe.

En toch zou ik het zo graag kunnen. Omdat ik geloof dat het zou helpen. Dat mijn ijdelheid aan de kant schuiven noodzakelijk is, voor mijzelf, maar ook voor mijn generatiegenoten. Psychologenbezoeken zijn voor generatie Y bespreekbaarder geworden, op dat vlak ben ik optimistisch. Anderzijds lijkt er toch een vreemde spreidstand met die evolutie gepaard te gaan. Want waar therapie uit de taboesfeer treedt, liggen de oorzaken van de massale nood eraan nog steeds onder een dikke laag schaamte bedolven. Ik zie in mijn omgeving steeds meer talentvolle, intelligente mensen bezwijken onder de druk. Uiteraard is dat niet alleen maar te wijten aan externe factoren, maar ik geloof wel dat we moeten opletten met opgebrande jonge mensen, die zichzelf op de sofa bij hun therapeut een mislukking noemen, nog voor ze hun diploma goed en wel in handen hebben. Dat is zonde. Zonde van al dat talent. Zonde van al die intelligentie. En gelukkig kunnen we naar een psycholoog stappen en gelukkig mogen we dat steeds vaker aan onze omgeving toegeven, maar kunnen we wel voldoende vertellen waaróm?

Misschien is een beetje sterk zijn in onze zwakte daar wel een mogelijke oplossing voor. Laat ons het kopke hoog houden wanneer we toegeven dat bepaalde dromen zijn gebarsten en we het daar heel erg moeilijk mee hebben. En laat ons ook tussen elkaars lijntjes lezen en elkaar vragen hoe we ons voelen bij dat ‘deksel op de neus’. Laten we elkaar wijzen op de dingen die we wel goed hebben gedaan maar soms zo snel weer zijn vergeten. En laat ik dat vooral zelf doen. Want soms loopt het gewoon niet lekker. En da’s simpelweg dikke kak.

Ik bewaar dit artikel in het op dit document na lege mapje Projecten waarna ik het waarschijnlijk nooit durf te publiceren, want wat zullen de mensen zeggen? Oh, the irony.

take down
the paywall
steun ons nu!