Een paar bedenkingen bij het nieuwe boek van Marc De Vos over ongelijkheid

Een paar bedenkingen bij het nieuwe boek van Marc De Vos over ongelijkheid

zondag 4 oktober 2015 21:41
Spread the love

Marc De Vos is terug onder ons, met een boek over ongelijkheid nog wel. De Vos beukt fel in op wat hij omschrijft als het huidige ‘populistische discours’ dat de polarisatie zou voeden en “wij-zij” denken zou aanwakkeren.

‘Ongelijk maar fair’, zijn nieuwe boek, kreeg al behoorlijk wat publiciteit de jongste dagen. Zelf las ik onder meer ‘Op Scherp’ in DS en een uitgebreid interview in de Tijd met De Vos en Ive Marx, Antwerps ongelijkheidsexpert.  Daar ga ik het (voorlopig) bij houden, niet omdat ik het boek niet zou willen lezen, wel omdat ik helaas een beetje selectief moet zijn in deze tijden van information overload, zeker als het boek in kwestie niet echt betrekking heeft op de sector waar ik beroepshalve veel over lees. Lijkt me overigens niet zo’n probleem – want is iets wat ik met de meeste “hardwerkende” Vlaamse burgers gemeen heb. En als ik dan toch nog eens een boek over ongelijkheid wil doornemen, lees ik liever een boek van Peter Mertens, eerlijk gezegd. Als het gaat over publicaties van Itinera, moet je toch een beetje doseren.

Maar goed, ik wil hier toch een aantal bedenkingen formuleren bij ‘Ongelijk maar fair’ – op basis dus van wat ik er (maar) over gelezen heb in twee (weliswaar uitgebreide) artikels. De Vos zal het met me eens zijn dat de gemiddelde mediaconsument en burger in België allicht niet veel dieper op zijn boek zal ingaan (behalve als het een bestseller zou worden in de boekhandel, maar dat valt dus nog af te wachten). Toegegeven, het valt niet uit te sluiten dat journalisten zo’n interview (en/of analyse) een beetje in een bepaalde richting duwen, maar daar kan ik weinig aan doen. Zou ik het boek voor moeten lezen.

Maar goed, een aantal aspecten waar De Vos volgens mij een punt heeft (zonder exhaustief te willen zijn):

  • “menskapitalisme” (beetje ongelukkige term wel, toch voor wie niet gelooft dat kapitalisme echt ‘menselijk’ kan zijn) – waarbij menselijk kapitaal doorslaggevend is voor economisch succes – lijkt me inderdaad minstens zo belangrijk te worden als patrimoniumkapitalisme in de 21ste eeuw.
  • Ook over ‘hypermeritocratie’ heeft hij niet helemaal ongelijk (maar zie hieronder voor een paar bedenkingen). “In de ‘hypergeconnecteerde’ 21ste eeuw, met zijn globale economie, worden de grootste lonen en vermogens planetair vergaard. Door een mondiale elite van internetondernemers, super-CEO’s, topsporters en andere supersterren.” Zuckerberg verdient zijn miljarden, zegt De Vos zelfs letterlijk. Hij belandt dan ook al snel bij ‘hyperongelijkheid’, wat hij – net als de meesten onder ons – erg problematisch vindt. Maar dat alles in dit tijdperk in toenemende mate ‘hyper’ is, dat klopt.  
  • Omdat economische ongelijkheid volgens De Vos mede het resultaat is van mensongelijkheid, trekt hij het ongelijkheidsdebat naar biologie, opvoeding en cultuur, volgens de Tijd. Het interview in de Tijd citeert hem bv. als volgt: “ ‘Succes komt uit een Gouden Driehoek van sterke genen, goede training en juiste persoonlijkheid. Falen is een Bermudadriehoek van zwakke genen, slechte training en verkeerde persoonlijkheid.’” Ben ik het niet helemaal mee eens (zie hieronder) maar opnieuw, het lijkt me niet slecht dat De Vos op die aspecten inzet, om het debat aan te zwengelen, want het heeft ook weinig zin om die (relevante) zaken weg te moffelen.
  • Er zijn nog wel wat zaken in zijn betoog waar ik me kan in vinden, onder meer: dat we misschien te veel focussen op rijk versus arm, en te weinig op subgroepen; dat de vroege kindfase erg belangrijk is, dat de combinatie van een meritocratische economie en ongelijke kansen het risico inhoudt dat een deel van de bevolking achterblijft; hij erkent ook dat er een vorm van junglekapitalisme bestaat, dat de financiële sector losgeslagen is de jongste decennia, en een parallel universum gecreëerd heeft ….

So far so good. Je kunt echter ook nogal wat bedenkingen formuleren bij De Vos’ analyse. Onder meer:

  • Dat we “geobsedeerd” zijn door ongelijkheid ? Tja, sla me dood, maar ik vrees dat je dat de gemiddelde burger niet echt kunt verwijten dezer dagen. De meesten onder ons hebben nog altijd een soort rechtvaardigheidsgevoel, al is het bij sommigen misschien een beetje ondergesneeuwd geraakt – als die notie van rechtvaardigheid elke dag weer bruut verstoord wordt door (sociale ) mediaberichten over hedge fund managers die weer een paar miljarden hebben ‘verdiend’ terwijl gewone burgers de buikriem moeten aanschroeven (of erger -zie het beleid in Zuid-Europese landen die met de meest hardvochtige vorm van austerity te maken kregen de jongste jaren), tja, dan denk ik dat het logisch is dat mensen over de hele wereld gevoeliger worden voor ongelijkheid – de toegenomen transparantie in de wereld zorgt nog eens voor een versterkend effect. Die “obsessie” met ongelijkheid lijkt me dus niet meer dan logisch. Dat zulks een ‘wij-zij denken’ voedt? Het zou er nog maar aan ontbreken. Dat ongelijkheid met meer te maken heeft dan met louter inkomen en vermogen klopt, maar je kunt die schrijnende cijfers ook niet weg-photoshoppen.  Met populisme heeft dat weinig te maken, me dunkt.
  • Op geen enkel moment stelt De Vos (de bovenkant van) de hypermeritocratie in vraag. Of toch niet diegenen aan de bovenkant die het volgens hem “verdienen” (waaronder dus Zuckerberg) – die hij onderscheidt van diegenen die hun vele geld niet waard zijn, volgens hem (een categorie waar hij allicht een sujet als Martin Shkreli zou bij situeren). Maar is zo’n Debruyne echt wel zoveel miljoenen waard, omdat hij toevallig goed tegen een bal kan sjotten, verdient Carlos Brito wel zijn miljoenen omdat hij zijn bedrijf zo ‘efficiënt’ (anderen zouden zeggen genadeloos) weet te runnen, … ? De vraag stellen is ze beantwoorden, volgens velen. Maar De Vos denkt er dus anders over. Als hij “genuanceerd” denkt, oogt dat als volgt:  “Over CEO-lonen denkt De Vos genuanceerd. Ja, er zijn supersterren. Maar er zijn ook ‘farao’s’, van wie de mega-inkomens geen megaprestatie dekken.’”   Nou, daar ben ik het dus niet mee eens. Niemand heeft een wezenlijk probleem met een bepaalde mate van meritocratie, en een zekere mate van ongelijkheid, maar dat bij nogal ‘toplui’ en topechelons in onze ‘winner takes all’ markt alle remmen los zijn, en je een en ander eigenlijk ethisch niet meer kunt verantwoorden, tja, daarmee moet je duidelijk niet bij De Vos aankomen.
  • En dat nog los van het feit dat nogal wat van die ‘hyperverdieners’ er de kantjes aflopen als het gaat over belastingen betalen. De Facebooks en Googles van deze wereld staan er niet bepaald voor bekend om loyaal belastingen te betalen aan de overheden van deze wereld, nee, liever gebruiken ze high-tech fiscale technieken en een batterij advocaten om toch maar zo veel mogelijk aan ‘belastingsoptimalisatie’ te kunnen doen. Enter opnieuw dat ‘rechtvaardigheidsgevoel’ van de modale burger, wat eigenlijk soms samenvalt met ‘gezond verstand’. De recente blog van Geert Noels,  ‘Disruptie: op zoek naar een menselijke balans’, nav zijn bezoek aan Silicon Valley voelt een en ander veel beter aan, vind ik.    Misschien zouden mensen wat minder ‘geobsedeerd’ zijn door ongelijkheid of het fortuin van Coucke, Zuckerberg en co, Marc, als ze het gevoel zouden hebben dat die lui faire belastingen betalen, zoals de rest onder ons?  Misschien zouden ze wat minder problemen hebben met een indexsprong als ze niet elke dag weer moeten lezen hoe kruiperige ministers de rode loper uitrollen voor Big Business om toch maar hier te blijven en/of investeren? Met ‘bewustzijnsvernauwing’, nog zo’n term van De Vos, heeft dat weinig te maken.  ‘’Een parfum van onvrede en afgunst hangt over veel ontwikkelde landen’, volgens De Vos. Tja, om het in Bijbelse termen te zeggen: de 0.01 % oogsten wat ze gezaaid hebben.   Niemand vindt het leuk te moeten ‘rekenen’ op filantropie (een mooi woord voor 19de eeuwse liefdadigheid, met een modern sausje overgoten) van de Goden van Silicon Valley. De Vos slaat dus de bal faliekant mis als hij stelt, ‘“de rijken belasten puur door hun rijkdom is onzinnig, maar dat doen om fors te investeren in  gelijke kansen en als onderdeel van een brede belastinghervorming, dat wil ik overwegen”’. Het tweede klopt, het eerste is fout. Rijken moeten (ook) belasting betalen zoals iedereen, nog los van de finaliteit daarvan. Zelfs meer belasting (zie het riedeltje “de sterkste schouders …“). De jongste tijd krijg je echter de indruk dat die sterkste schouders er alles aan doen om net het tegenovergestelde te doen, toch zeker de globale winnaars van dit economische systeem.  Nog eens, een systeem dat miljoenen overheeft voor topvoetballers (en een aantal onder hen ook nog eens aanmoedigt om hun belastingen in Luxemburg te laten ‘beheren’) en bijna niks overheeft voor mensen die erg hard werken in rust- en verzorgingstehuizen, en uitkeringen schrapt voor mensen die het al moeilijk hebben, is rot. Fundamenteel rot.
  • De Vos lijkt ‘meritocratie’ ook in louter economische termen te interpreteren – economisch succes, daar gaat het om. Zie ook de klemtoon die hij legt bij opvoeding op “de ontwikkeling van persoonskenmerken die belangrijk zijn voor economisch succes”. Dat mensen ook op veel andere manieren een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving, dat lijkt wel een blinde vlek bij De Vos. Logisch, want anders kun je eigenlijk die miljoenen/miljarden voor de happy few niet verantwoorden, terwijl anderen het met kruimels moeten doen.  Je kunt zelfs verder gaan. Vraag is waarom eigenlijk iedereen een bijdrage zou moeten leveren aan onze samenleving? Zijn we dan alleen maar mens als we een bijdrage leveren? Sommigen hebben dat, helaas, niet in zich, of zullen het er altijd moeilijk mee hebben, onder meer omwille van die beruchte Bermudadriehoek. Moeten we ze daarom veroordelen?  Het biologisch-genetische  is inderdaad erg belangrijk, maar ook heel moeilijk te remediëren, ook al zou je willen dat die mensen makkelijker aansluiting vinden bij de samenleving, en moet je het dus minstens proberen. Maar moeten we niet veeleer (ook) mensen aanvaarden in hun verschillend zijn, gewoon omdat ze “mens” zijn, ook al hebben ze misschien niet teveel ‘toegevoegde waarde’ voor onze economie, en zelfs voor onze samenleving?   De termen ‘succes’ en ‘falen’ worden veel te eng gedefinieerd, en eigenlijk kun je je de vraag stellen of ‘succes’ wel zo belangrijk zou moeten zijn in een warme samenleving – die we toch allemaal betrachten. Er lijkt dus een fundamenteel probleem met meritocratie als organiserend principe in onze maatschappij, of toch de manier waarop we een en ander doorgaans invullen.  
  • Ik stel vast dat De Vos bereid lijkt om in het ‘spanningsveld tussen merite, vrijheid en kansen’ te opteren voor meer interventie in het gezinsleven (al heel vroeg ) en in de privacy van ouders. Hij beklemtoont het belang van stevige opvoedingswaarden, terecht. Maar ik stel ook vast dat hij anderzijds veel minder staat te springen om te interveniëren mbt de enorme inkomensongelijkheid tussen en binnen landen. De grote vermogens aanpakken…, een World Tax Authority die naam waardig, …?  De ethische waarden van de happy few, om de een of andere reden moet je daar blijkbaar een pak minder in tussenkomen (ondanks het feit dat De Vos wel degelijk in zijn analyse ook junglekapitalisme ontwaart). Idem dito voor interveniëren mbt de corporate sector (Big Soda, games, …) die het veel ouders moeilijk maken om kinderen op te voeden zoals ze misschien graag zouden willen. Om nog maar te zwijgen van de waarden die dit economische systeem van jongsafaan kinderen inprent: dat je maar best geen ‘loser’ wordt, en dat alles in deze wereld, letterlijk àlles – tot menselijke relaties toe – gecommercialiseerd en vermarkt wordt.  Om de een of andere reden hoor ik De Vos daar veel minder over fulmineren.
  • Voor iemand die Pikette verwijt dat hij de 21ste eeuw door de bril van de 19de eeuw bekijkt, geeft De Vos ook blijk van een indrukwekkende 19de eeuwse blinde vlek. Je hoort weinig of niks over de enorme ecologische uitdaging waar we met zijn allen voor staan, of over planetaire grenzen. Of kapitalisme structureel hervormd kan worden, zodat we de resources van de planeet niet opsouperen, allicht gaat De Vos daar volmondig ja op antwoorden – hij gelooft allicht in groene groei, de groene economie en dies meer. Zelf ben ik daar een pak minder zeker van. Maar nu de SDGs net zijn goedgekeurd in New York – een holistisch framework waarin wel degelijk wordt aangegeven dat armoede in de wereld niet kan aangepakt worden als dat niet op een duurzame manier gebeurt – valt het me nog net iets meer op dat ik niks las over die link tussen armoedebestrijding, ongelijkheid en anderzijds duurzame ontwikkeling. Toch niet in de twee vermelde artikels.
  • Veel mensen die wél de ‘goeie kaarten’ hebben, toch bij aanvang, om ‘economisch succesvol en competitief te zijn’ raken opgebrand in dit systeem. Het economische systeem dat we kennen is niet alleen snoeihard voor wie uit de boot valt, het is dat ook voor veel mensen die wél met – in de ogen van De Vos – goeie kaarten aan de start stonden, maar op een bepaald moment toch niet meer meekunnen, bijvoorbeeld omdat ze met burn-out te kampen krijgen. Dit systeem verslindt mensen. Onder meer omdat er altijd bijzonder veel geld blijkt te zijn voor de aandeelhouders, en veel minder om jobs draaglijk te maken. Je hoort De Vos dus niet over het experiment in Zweden, om zes uur per dag te werken, of over arbeidsherverdeling.
  • Last but not least. Itinera staat doorgaans te applaudisseren als de OESO, het IMF, de Europese Commissie, of nog het Wereld Economisch Forum, … ‘structurele hervormingen’ promoten in de arbeidsmarkt, pensioenstelsel en dergelijke. Maar nu slaan ze, qua analyse, toch volledig de bal mis volgens De Vos. “Voor hem is ongelijkheid niet de ziekte, maar het symptoom.”   De Vos heeft grote moeite met de nieuwe consensus in die kringen, ‘Als we minder economische ongelijkheid hebben, zullen we meer economische groei hebben’.   Tot spijt van wie het benijdt: tot nader order staan die lui niet bekend als populisten.  

Samengevat: ik begrijp dat De Vos, vanuit zijn ideologische opvatting, het op zijn zenuwen krijgt van het discours over ongelijkheid, of het ‘frame’ dat het ongelijkheidsdebat lijkt te domineren. Ik deel zijn mening echter niet, ook al vertelt hij een aantal zinnige dingen.  Het huidige ongelijkheidsdiscours voedt de polarisatie niet, het zijn de feiten die dat doen.

take down
the paywall
steun ons nu!