Een nieuw Europees links is geboren, de inzet is hoog

Opinie -
dinsdag 7 juli 2015 13:04

In Zuid-Europa is een nieuw Europees links opgestaan. Het is open, pragmatisch en democratisch, maar tegelijk vastberaden. De erfgenamen van de protesten van 2011 bepalen op dit moment de politieke agenda in Europa. Maar of ze daar zullen in blijven slagen, is de vraag. Veel hangt af van hoe de sociaaldemocratische Europese familie zich zal opstellen.

Op het einde van de
jaren tachtig schreef de Brits-Argentijnse, marxistische filosoof
Ernesto Laclau volgende woorden neer:

“We beleven één van
de meest opwindende momenten van de twintigste eeuw: een moment
waarop nieuwe generaties opstaan die niet besmet zijn met
vooroordelen uit het verleden, die geen absolute waarheden over het
verloop van de geschiedenis verkopen. Een generatie die een nieuw
emancipatorisch vertoog ontwikkelt, een vertoog dat menselijker,
diverser en democratischer is. De eschatologische en epistemologische
ambities van die nieuwe generaties zijn meer bescheiden, maar het
bevrijdend potentieel is breder en dieper.” 

Het waren
profetische woorden. Laclau voelde haarscherp aan dat het dogmatische
marxisme en het reële socialisme van de twintigste eeuw zowel
filosofisch als politiek gezien failliet was. Het was een these
die Ernesto Laclau samen met Chantal Mouffe reeds ontwikkelde in het
midden van de jaren tachtig en neerschreef in het ophefmakende boek
Hegemony and Socialist Strategy
. Het was een boek waarin veel
traditionele marxisten zich verslikten en dat felle kritiek te
verduren kreeg, maar evengoed een nieuwe generatie linkse
intellectuelen klaarstoomde.

Dat kunnen we vrij letterlijk
nemen. Op het moment dat Laclau de hierboven geciteerde woorden
neerschreef, was hij verbonden aan de Universiteit van Essex. Op
exact hetzelfde moment krijgt een jonge economieprofessor een
aanstelling aan diezelfde universiteit. Zijn naam? Yanis Varoufakis.



Ernesto Laclau

Of en in welke mate
Varoufakis en Laclau contact hadden, is moeilijk te reconstrueren.
Maar zeker is wel dat er duidelijke linken bestaan tussen de politiek
van Syriza, de onderzoeksgroep rond Ernesto Laclau aan de
universiteit van Essex en het politieke denken van Ernesto Laclau.
Rena Doura bijvoorbeeld, prefect van Athene voor Syriza, studeerde in
Essex en nam deel aan de seminaries van Laclau. Ook de prefect van
Corfu, Fotini Vaki, is een allumnus van Essex.

Wat geldt voor
Syriza, geldt evenzeer voor Podemos. Íñigo Errejón, één van de
strategen achter Podemos, schreef een doctoraat over het Boliviaans
politiek populisme. Als theoretisch raamwerk gebruikte hij daarvoor
de filosofie van Laclau.

Democratie en populisme

Dat Ernesto Laclau
kan beschouwd worden als de geestelijke vader van de nieuwe linkse
golf die doorheen Zuid-Europa trekt, uit zich ook in de politieke en
ideologische koers die beide partijen varen. Laclau was een
pleitbezorger voor wat je zou kunnen noemen een links populisme. Het
idee dat populisme een vorm van politiek is eigen aan rechtse
demagogen klopt niet volgens hem. Laclau benadrukt dat het politiek
mobiliseren op basis van een onderscheid tussen ‘de elites’ en
‘het volk’, heel emancipatorisch en democratisch kan ingevuld
worden.

Als we kijken naar Syriza en Podemos dan zien we heel
duidelijk dit links populisme terugkomen. Beide partijen verzetten
zich tegen de traditionele elites zowel in eigen land als op Europees
niveau. Ze profileren zich duidelijk als de nieuwe, emancipatorische
kracht die de toekomst belichaamt. En ze gaan op een oncoventionele
wijze om met de voorgeschreven protocollen. Varoufakis communiceert
via zijn blog en zijn twitteraccount, lapt vestimentaire conventies
aan zijn motorlaars en Podemos experimenteert met een systeem van
directe democratie (de zogenaamde lokale cirkels). Transparantie, openheid
en horizontaliteit staan centraal.

Maar bovenal belichamen
Syriza en Podemos een democratische vernieuwing. Beiden zetten zich
af tegen het besparingsbeleid dat opgelegd wordt door internationale
instellingen die de democratische toets niet doorstaan. Ze laten niet
na te wijzen op het ondemocratische en autoritaire karakter van de
besparingspolitiek. In de dagen vlak voor het Griekse referendum
sprak Varoufakis zelfs over “economisch terrorisme”.

Die
constante verwijzing naar democratie, en het grote belang dat daaraan
toegekend wordt, is allerminst toevallig. Ook dat kan begrepen worden
vanuit de filosofie van Laclau. Voor Laclau moest links de grote
proletarische revolutie die het einde van de geschiedenis inluidde,
afzweren. In plaats daarvan moest gestreefd worden naar een
verdieping en radicalisering van de democratische erfenis, met
respect voor democratische instellingen. Links zijn betekende voor
Laclau niets anders dan toegewijd democraat zijn, en vanuit die
toewijding strijden tegen het kapitalisme. Het is een houding die
zowel Syriza als Podemos zich duidelijk aanmeten.




Politieke energie

Die
gehechtheid aan de democratische erfenis hebben Syriza en Podemos
gemeen met de bredere anti-austeriteitsbeweging die in 2011 opstond.
In het voorjaar van 2011 bezetten duizenden jongeren de centrale
pleinen in de grote Spaanse en Griekse steden. Eén van de centrale
slogans van deze Indignados (Spaans voor verontwaardigden) was: “Echte democratie nu!” In
hun manifest schreven de Spaanse Indignados: “Democratie behoort
tot het volk, wat betekent dat het regeren aan elk van ons toekomt.”
Ook bij de Indignados waren weinig Grote Theorieën of Absolute
Waarheden te vinden. Wel een grote gehechtheid aan democratische en
sociale waarden, die volgens hen door het besparingsbeleid bedreigd
werden.

De beweging van de Indignados werd aanvankelijk met
veel scepsis bekeken. Grote media vonden de pleinbezettingen
nauwelijks het berichten waard, politieke waarnemers beschouwden het
als een zootje ongeregeld. Sympathiek, maar ietwat naïef zo luidde
het algemene oordeel: door pleinen te bezetten zal je geen politieke
verandering afdwingen.

Maar wanneer we nu, vier jaar later,
naar Griekenland en Spanje kijken, dan kunnen we niet anders dan
verbaasd zijn over hoe snel de politieke energie van 2011 zich
vertaald heeft in nieuwe, levensvatbare politieke partijen. Syriza is
erin geslaagd om de aard van het hele Europese debat te bepalen en
heeft in geen tijd een indrukwekkende politieke legitimiteit opgebouwd bij de
Griekse bevolking. En ook Podemos beweegt zich in die richting.
Alles wijst erop dat de partij hoge electorale toppen zal scoren bij
de komende verkiezingen.

Godsgeschenk voor Europa

In vier jaar tijd hebben we
in Zuid-Europa een nieuw links zien ontstaan. Politici die het
traditionele politieke spel met zijn starre conventies bevragen, de
democratische legitimiteit van internationele instellingen in twijfel
trekken en ongegeneerd de kaart trekken van een sociale en
democratische politiek. Varoufakis is er het typevoorbeeld van. En
toch zijn het uitgerekend figuren als Varoufakis die weggezet worden als
baarlijke duivels. Ten onrechte, want eigenlijk zijn het
partijen als Syriza en Podemos die de Spaanse en Griekse
democratie voorlopig hebben gered door ze uit handen te houden van
extreem-rechtse groepen en technocraten. Syriza en Podemos zijn
tevens de beste hoop om Europa zelf te democratiseren. Of hoe de
baarlijke duivels in feite reddende engelen zijn.

Eigenlijk zou
Europa partijen als Syriza en Podemos dankbaar moeten zijn. Het zijn
partijen die aantonen dat volkse woede nog steeds gestalte kan
krijgen in een politiek project. Ze tonen de veerkracht aan van een
democratisch bestel. Maar tegelijk zijn Syriza en Podemos de laatste
strohalm van dat democratisch bestel. Een falen van Syriza door
toedoen van de schuldeisers, zal tevens leiden tot een totaal verlies
aan vertrouwen in de parlementaire democratie bij de Griekse
bevolking. En mogelijks ook ver daarbuiten. De spreekwoordelijke doos
van Pandora staat dan wijd open.



Foto: Diagonalperiodico

Maar er is nog een
andere reden waarom Europa Syriza en het nieuwe Europese links
eigenlijk dankbaar mag zijn. Syriza en Podemos slagen waar de Europese Unie
ondanks verwoede pogingen steeds faalt: ze creëren een vorm van
solidariteit over de grenzen van nationale staten heen. In vele
Europese landen waren er recentelijk steunbetogingen voor
Griekenland. De Spaanse indignados wandelden in de zomer van 2011
helemaal naar Brussel, kwamen daar toe in oktober en trokken een
betoging op gang met een uitgesproken internationaal, Europees
karakter. Syriza, Podemos en de anti-austeriteitsbeweging zijn
helemaal niet anti-Europees. Ze zijn net Europeser dan Europa. En in
hun oppositie tegen het Europa van de instituten creëren ze sneller
een verenigd Europe dan Europa zelf.

Nieuwe en oude spoken

Maar de
geboorte van een nieuw links in Zuid-Europa is een vroeggeboorte. Om
levensvatbaar te blijven, zijn bredere Europese allianties nodig om
het tij te keren. De traditionele sociaal-democratische partijen
hebben de sleutel in handen. Zij staan voor de keuze: of zich
solidair verklaren met de ruimere anti-austeriteitsbeweging, of
verdergaan met het langzame wurgen van nieuwe linkse krachten die
de wind in de zeilen hebben.

In eigen land verklaarde kersvers
voorzitter van sp.a, John Crombez, zich reeds solidair met Griekenland. Maar binnen
de Europese context is dit een eerder eenzaam standpunt. Sterker nog,
sociaaldemocraten behoren evengoed tot de hardliners die austeriteit
met hand en tand verdedigen. Dijsselbloem is een sociaaldemocraat.
Ook de sociaaldemocratische voorzitter van het Europees Parlement, de
Duitser Martin Schulz, stelde zich bijzonder hard op voor Griekenland
in de aanloop naar het referendum.

De vraag is hoe lang de
Europese sociaaldemocratie deze spreidstand tussen een ideologische
erfenis en een politiek handelen dat lijnrecht tegen die erfenis
ingaat, kan blijven volhouden. Schulz kreeg alvast protest vanuit
eigen rangen. Het feit dat dit publiekelijk werd gemaakt, toont aan
dat het rommelt bij de sociaaldemocraten. Wat op het spel staat voor
de sociaaldemocratische familie is dan ook niet min: op dit
moment kan austeriteit gemaakt of gekraakt worden.

Er zal
in ieder geval snel moeten gehandeld worden. Want de houdgreep op de
Griekse banken wordt met de minuut steviger en een (begeleide) Grexit
daardoor steeds waarschijnlijker. De gevolgen van een dergelijke
Grexit zullen niet te overzien zijn. Niet alleen op economisch vlak.
Ook op politiek vlak.

Bij een Grexit zullen de nieuwe generaties,
die Laclau beschreef, op een muur botsen. Een muur die duidelijk maakt
dat het debat over welk soort maatschappijmodel we willen, niet meer
mogelijk is binnen Europa. Dit betekent de facto het einde van de
Europese democratie én de democratische hoop op verandering. Met het
einde van die hoop zouden ook wel eens oude spoken opnieuw kunnen
gaan rondwaren. Spoken waarvan Laclau dacht ze niet meer zouden
herrijzen.



Content

take down
the paywall
steun ons nu!