De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Een kerststal in het gemeentehuis?

Een kerststal in het gemeentehuis?

Aan de drie basisbegrippen van de nationale ideologie van Frankrijk, Liberté, Egalité, Fraternité wordt tegenwoordig vaak toegevoegd: Laïcité. Maar Laïcité is een zwendelwoord. Het heeft heel veel betekenissen, zowel historisch als actueel, en je kan er alle kanten mee op. Vooral bergaf. Dat wil ik even verduidelijken.

maandag 21 december 2020 10:14
Spread the love

In zijn klassieke betekenis is het woord laïcité doorgaans pacifistisch: een visie op de relatie tussen staat en godsdienst die de religie respecteert, maar haar een eigen plaats toewijst, en die het vreedzaam samenleven van de verschillende levensbeschouwingen moet garanderen. Dat is uiteraard een compromis. De bestrijders van de godsdienst hebben goede redenen voor hun strijd, op de eerste plaats de opdringerigheid en de dwang die de godsdienst in het verleden vaak uitgeoefend heeft en vandaag vaak nog wil uitoefenen.

Denk aan de groteske, massale manifestaties in Frankrijk tegen het homohuwelijk. Niemand wordt tot een homohuwelijk gedwongen, maar de gelovige betogers willen anderen opleggen dat zij volgens hun godsdienstige normen moeten leven.

Van hun kant moeten de ongodsdienstigen, of positief geformuleerd de vrijzinnigen, erkennen dat mensen recht hebben op een religieuze overtuiging en een religieus leven, dus op gebouwen voor hun ‘cultus’, op een eigen organisatie, op het publiek uiten van hun religie. Net zoals de religieus georiënteerde mensen moeten erkennen dat zij niemand mogen dwingen tot godsdienstigheid of tot het accepteren van hun religieus gefundeerde moraal, en dat andersdenkenden recht hebben op vrijzinnigheid, atheïsme of agnosticisme en zelfs op godsdienstkritiek. Evident, toch?

De strijd om de openbare ruimte

Nee, niet evident. Dat compromis werd maar moeizaam bereikt en bleek broos. De mensheid bestaat ook niet uitsluitend uit verdraagzame pacifisten, maar telt ook veroveraars en dwingelanden. Zoals je vandaag katholieken hebt die hun visie op het huwelijk aan heel Frankrijk willen opdringen, had je in de ontstaanstijd van de moderne laïciteit anti-katholieken die hun kijk wilden opdringen aan de samenleving. In de discussies over de beroemd geworden wet van 1905, basisdocument van de scheiding van kerk en staat in Frankrijk, had je bijvoorbeeld de radicaal-socialist Chabert die priesters wilde verbieden met religieuze kleding op straat te komen buiten de religieuze plechtigheden (processies).

Hoor zijn betoog in de Assemblée:  ‘Mijne heren, het kostuum maakt de priester niet enkel tot een gevangene van zijn bisschop: het maakt hem ook de gevangene van zijn lange klerikale opleiding, de gevangene van zijn bekrompen milieu, de gevangene van zijn eigen onwetendheid, ik zou bijna zeggen van zijn eigen dwaasheid. (…) neem hem zijn kleed af! (…) Zo zult u hem een grote stap vooruit doen zetten, zo zult u zijn hersens bevrijden. Het is niet, ik herhaal het, als tiran dat ik spreek, maar als een man die bezorgd is om de vrijheid en de menselijke waardigheid.’ (1) Deze argumentatie lijkt heel goed op wat je in onze tijd hoort over de hoofddoek of de ‘boerka’ en ‘bevrijding’ van de moslima van bovenaf, door niet-moslims en niet-moslima’s. Emancipatie door dwang is nochtans een contradictie.

Maar deze strekking, die godsdienst uit de publieke sfeer wil wegdringen, heeft het in 1905 niet gehaald. Wel die van Aristide Briand, die zich als volgt uitliet in de Assemblée: ‘Ik verafschuw de godsdienstoorlog. Het welslagen van mijn ideeën, het uitvoeren ervan, hangt te zeer af van de pacificatie van de geesten opdat ik niet zou wensen dat de Kerk zich zou schikken in het nieuwe regime. (…) Er zijn katholieken die dit ontwerp bekeken hebben en die niet geaarzeld hebben te erkennen dat de Kerk morgen zal kunnen leven en zich ontwikkelen zoals gisteren.’ (2)

Sinds een aantal jaren is deze klassieke, pacifistische visie op de laïciteit vervangen door een tegengestelde inhoud: laïciteit moet nu betekenen dat de godsdienst (met name de islam!) en zijn uitingen weg moeten uit de openbare ruimte. De laïciteit is vandaag heel vaak een strijdbijl tegen de islam. Het Front National, nu Rassemblement National, is erin geslaagd deze omstulping van het begrip te realiseren en te verspreiden. Als antimigrantenpartij kon zij handig gebruik maken van de internationale actualiteit, zoals aanslagen door moslims. Door de islam aan te vallen, kon zij de ‘migranten’, gezien als mensen met een islamitische achtergrond (zelfs al zijn ze in Frankrijk geboren en zelfs al zijn ze van een derde generatie na de migratie), in diskrediet brengen als groot probleem. (3)

Marine Le Pen: ‘De laïciteit wordt bedreigd omdat ze al te vaak verkeerd begrepen en onvoldoende toegepast wordt. De laïciteit is een principe dat wil dat de geloofsovertuigingen en de religieuze praktijken vrij zijn in de privésfeer. Omgekeerd horen religieuze overtuigingen de grens niet te overschrijden en niet aanwezig te zijn in de publieke ruimte. Als ik dus het dragen van opvallende religieuze kentekens op straat wil verbieden, zoals ze in de scholen al verboden zijn sinds 2004, is dat omdat de straat door haar eigen aard behoort tot de publieke ruimte, en omdat het een gevaar is als iedereen er zijn godsdienst gaat tonen. De religieuze tekens worden er communautaire vlaggen die de Fransen verdelen in functie van hun godsdienst.’(4)

Als je de toespraak van president Macron van 2 oktober bekijkt, met zijn strijd tegen het communautarisme/separatisme en tegen het islamisme en zijn opmerkingen over halalmaaltijden in kantines en vrouwenzwemuurtjes in zwembaden, merk je hoezeer hij een buikspreker van het Rassemblement National geworden is.

Het dubbele discours van het Rassemblement National

Het RN kent overigens twee accenten in zijn ideologie, aangepast volgens twee grote segmenten in zijn achterban. Een noordelijke vleugel (waar Marine Le Pen thuishoort) is minder gehecht aan het katholicisme, is meer geseculariseerd, en telt veel arbeiders. Het idee van terugdringen van de godsdienst uit de publieke ruimte kan hier makkelijker aanslaan dan bij de zuidelijke achterban van de partij, die traditioneler en katholieker is. Daar kan best anders geargumenteerd worden, zoals Marion Maréchal-Le Pen deed in 2015:

Wij moeten aanvaarden dat we ons erfgoed moeten definiëren en opeisen en ook onze identiteit. Dat loopt via de bevestiging van onze Grieks-Romeinse en christelijke erfenis. We moeten zeggen dat Frankrijk een gebied is dat cultureel en al heel lang spiritueel christelijk is (…) In die omstandigheden is het zo dat, als Fransen moslims kunnen zijn en hun godsdienst kunnen uitoefenen, zij moeten aanvaarden dat zij dat doen op een gebied dat cultureel gezien christelijk is. Dat betekent vandaag dat zij niet dezelfde rang kunnen hebben als de katholieke godsdienst. (…) Al was het maar omdat wij volkse tradities hebben met religieuze bijbetekenissen die in het kader van de publieke ruimte kunnen worden uitgeoefend, wat vandaag niet het geval kan zijn voor de islam.’ (5) En zo verdedigde de partij ook het plaatsen van kerststallen in gemeentehuizen.

Zo is het begrip laïciteit de voorbije jaren in dominante politieke discoursen volkomen geperverteerd.

 

(1) en (2): Zie https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2011/04/14/de-dwingelandij-van-een-verkeerd-begrepen-laicisme/

(3)    https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2012/03/14/slim-gespeeld-van-marine-le-pen-fn-sarkozy-neemt-haar-agenda-over/

(4) en (5) Laurent Bouvet, La carte de la laïcité et le territoire laïque, in: Frédérique de la Morena (ed.), Laïcité: une question de frontière(s), LexisNexis, Paris, 2019, p. 13-24, citaten p. 23-24.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!