Geert Schuermans (LinkedIn)
Boekrecensie -

‘Een jaar in de wereld van de ongelijkheid’

Socioloog Geert Schuermans van Samenlevingsopbouw Vlaanderen schreef 'Een jaar in de wereld van de ongelijkheid'. Walter Lotens las een vlot geschreven boek, dat jargon vermijdt, geen taboes schuwt en zelfs rechtse denkers hun woord laat doen.

woensdag 19 augustus 2015 14:33
Spread the love

Thomas Piketty, Joseph Stiglitz, Richard Wilkinson, Kate Picket,
Naomi Klein, maar ook Bea Cantillon, Jan Vranken, Rik Pinxten, Stijn Oosterlinck,
Antoon Van de Velde, Philippe Van Parijs en nog zovele andere internationale en
nationale denkers en schrijvers over ongelijkheid zijn aanwezig in Een jaar in de wereld van de ongelijkheid van Geert
Schuermans. Toch is dit boek geen omgevallen
boekenkast, maar een boeiende zoektocht vanuit de samenlevingsopbouw Vlaanderen
in de wereld van de ongelijkheid.

Socioloog Geert Schuermans is
stafmedewerker communicatie bij Samenlevingsopbouw Vlaanderen dat voor zijn
jaarlijks themaboek in 2015 ‘ongelijkheid’ als onderwerp heeft. Schuermans
mocht de pen vasthouden en kreeg van zijn organisatie de gelegenheid om zich
een jaar in de wereld van de ongelijkheid onder te dompelen. Wat hij in die
periode opgestoken heeft, krijgen wij te lezen in dit boek dat opgedeeld is
vier grote hoofdstukken.   

Mensentaal 




In het eerste deel
‘Ongelijkheid’ laat Schuermans de cijfers spreken. Dat gebeurt niet op een
droge wetenschappelijke manier. Hij leest zich te pletter, maar weet die
lectuur om te zetten in mensentaal en kan daarbij ook nog heel wat bedenkingen maken,
zodat in dit hoofdstuk, en eigenlijk in heel het boek.  

Dit is een persoonlijke
zoektocht naar de wortels van de maatschappelijke ongelijkheid. De focus van
het boek ligt op de situatie in België, maar hij vergeet ook het mondiale
plaatje niet in beeld te brengen. Daarvoor bevraagt hij academici, maar ook
publicisten en mensen uit het maatschappelijk middenveld. Schuermans gaat niet
alleen bij linkse denkers te rade maar spreekt ook met Paul De Grauwe,
Gwendolyn Rutte en Johan Van Overtveldt.  

Solidariteit 

In het tweede hoofdstuk is
Geert Schuermans op zijn best als ‘vertaler’ van moeilijke materie. Daarin heeft
hij het over ‘indirecte solidariteit’ of, wat Luc Huyse de ‘koude solidariteit’
noemt, die door de overheid wordt georganiseerd door belastingen te heffen en
te gebruiken voor sociale uitgaven.  

Het is precies die structurele
solidariteit, met op het eerste gezicht een eerder abstract karakter, die nu onder
druk staat van neoliberale aanvallen en waar heel wat vooroordelen rond
bestaan. De auteur begint met uit te leggen hoe de sociale zekerheid, die
‘kathedraal van de arbeidersbeweging’ is ontstaan – hij legt onder meer uit hoe
het Sociaal Pact van 1944 tot stand is gekomen – en het functioneren van de
Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid (RMZ) die de verplichte bijdragen
verdeelt tussen de verschillende takken van de sociale zekerheid.  

Hij brengt ook de complexe
structuur van het Belgische systeem op een zeer heldere manier in beeld. Wat
blijkt onder meer? Het gat in de sociale zekerheid wordt vaak verklaard door
mensen die zouden profiteren van de werkloosheidsuitkering terwijl dat slechts
gaat over 15,7 procent van het totaal van alle sociale prestaties. Schuermans
noteert daarover deze commentaar van Bea Cantillon: “Je hoort maar al te vaak
hoe we de uitgaven van de sociale uitgaven gaan beperken door te besparen op de
werkloosheidsuitkeringen. Maar daar valt, zeker bij de langdurig werklozen,
zeer weinig te rapen.” (p. 94)  

Ook rond de uitkeringsfraude
van het OCMW zet de N-VA een grote mond op terwijl uit recent onderzoek in
opdracht van de Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie blijkt dat
het aandeel  van de begunstigden
dat onrechtmatig een uitkering ontvangt in de categorie ‘leefloon’ op 4,59
procent wordt geschat. (p. 100) 

In hoofdstuk drie ‘Directe
solidariteit’ gaat Schuermans in op wat Huyse dan de ‘warme’ variant van
solidariteit noemt, die direct en voortdurend aanwezig is tussen mensen
onderling. Het gaat onder meer over geld dat mensen aan goede doelen schenken,
maar ook over de vele kleine en vaak lokale initiatieven die ze opzetten om
bijvoorbeeld hun buurt op te kalefateren.  

De blik van onderuit 

De auteur rondt zijn zoektocht
in de wereld van de ongelijkheid af met een aantal gesprekken met politici van
diverse gezindheden die in het vierde deel aan het woord komen. Meyrem Almaci,
John Crombez, Koen Geens, Peter Mertens, Gwendolyn Rutten en Johan Van
Overtveldt zijn zijn gesprekspartners.  

Ook naar hen ging Schuermans
met specifieke vragen rond ongelijkheid: 
“Zijn politici niet overtuigd van het belang van de strijd tegen
ongelijkheid? Vinden ze het een te complex onderwerp? Vrezen ze dat het niet
sexy genoeg is om kiezers mee te overtuigen? Of is er meer aan de hand?”  

De vragen die Schuermans zich
stelt zijn dezelfde waarmee ook de gewone man bezig is. Dat is voor mij dan ook
het boeiende van dit boek. Je wordt als lezer op een heldere, maar toch
problematiserende manier meegezogen in een complex verhaal, waarin de
vragenstellende auteur toch goed de touwtjes in handen houdt.  

Schuermans is een goede
‘vertaler’ van schijnbaar moeilijke materie over ongelijkheid die ondanks het
feit dat dit maatschappelijk fenomeen in het werkveld van de samenlevingsopbouw
dagelijkse prik is,  door die
verfrissende uitstap van een jaar toch een breder kader heeft gekregen.  

De auteur leest en bevraagt zeer
breed, maar toch voel ik aan alles dat zijn hart niet luider klopt voor de
Gwendolyn Ruttens en Johan Van Overtveldten van deze wereld. Wat zou je
trouwens anders kunnen verwachten van iemand die van onderuit in deze duale
maatschappij met Samenlevingsopbouw bezig is? 

Geert Schuermans, Een jaar in
de wereld van de ongelijkheid
, EPO, Berchem en Samenlevingsopbouw, 2015, 226
blz. ISBN  9789462670433

take down
the paywall
steun ons nu!