Analyse -

Eén jaar gele hesjes: rien n’a changé, tout a changé

De gele hesjes vieren hun eerste verjaardag. Wat ze tot nu toe verwezenlijkt hebben, valt historisch te noemen.

maandag 18 november 2019 12:16
Spread the love

Wie een jaar geleden zou beweerd hebben dat de gele hesjes drieënvijftig weken later nog steeds in staat zouden zijn om Parijs op stelten te zetten, werd vermoedelijk gek verklaard. Maar kijk, soms krijgen gekken gelijk. Ondanks het uitblijven van een formele organisatiestructuur, duidelijke leidersfiguren of zelfs een gemeenschappelijke eisenbundel zijn de gele hesjes erin geslaagd om gedurende een jaar te blijven mobiliseren. Het druist in tegen iedere vorm van common sense, tegen ieder gekend recept om een beweging vorm te geven. En toch deden ze het. De beweging van de gele hesjes valt onder meer daarom historisch te noemen.

Uiteraard, je kan zeggen dat de gele hesjes tot nu toe nog niks ‘bereikt’ hebben met hun protesten. Macron zit nog steeds in het zadel en toegevingen die naam waardig zijn zijn uitgebleven. Maar het historische karakter van een beweging ligt niet alleen verscholen in haar eventuele overwinningen. En het hangt er ook maar van af wat je als een overwinning beschouwt. Wie de zeer bekijkenswaardige documentaire Je veux du soleil van François Ruffin over de gele hesjes gezien heeft, begrijpt dat overwinning bijvoorbeeld ook in de strijd zelf kan liggen.

Ruffin bracht met een camera in de hand een bezoek aan verscheidene bezette rondpunten in de winter van 2018. Hij deed wat zoveel andere journalisten nalieten te doen: onbevooroordeeld praten met de mensen die zich in fluogeel uitdossen. Voor veel van de mensen waarmee hij sprak betekende de revolte van de gele hesjes een losbreken uit de eenzaamheid en het isolement waartoe precariteit hun veroordeeld had. Op de rondpunten konden mensen eindelijk hun verhaal kwijt aan elkaar; werd armoede niet langer een individuele last die eenzaam moest gedragen worden maar een collectief lot waartegen verzet kon worden aangetekend. “Ik verzet, dus wij bestaan” – om het met een parafrase van Descartes te zeggen – was wat de gilets jaunes bewerkstelligd hebben voor elkaar. En dat is een overwinning van jewelste.

De broederlijkheid en samenhorigheid die je op de rondpunten aantrof, waren ook voelbaar tijdens de wekelijkse manifestaties. Er ontstonden liederen die week na week gezongen werden en de befaamde hesjes werden volgeschreven en -getekend, tot het ware eretekens werden, fysieke nieuwslijnen van een zich ontwikkelende strijd. En zelfs in de onvermijdelijke confrontatie met de ordediensten vonden mensen elkaar en werd een broederlijkheid ontdekt die nagenoeg vergeten was. Het is niet voor niks dat gele hesjes verwijzen naar elkaar als ‘la famille’.

Brandende barricades

Iedere week opnieuw kwamen mensen op straat in tientallen Franse steden. Zelfs tijdens de zomermaanden viel de mobilisatie niet stil. Die niet aflatende mobilisatie staat in een beschamend contrast tot de teneur in het gros van de Franse (en buitenlandse) pers die ongeveer iedere week aankondigde dat de beweging nu wel zijn beste tijd had gekend en dat het aantal betogers sterk terugliep.

Die pers – of toch het grootste deel ervan – deed er vanaf dag één alles aan om de gele hesjes weg te zetten als barbaren. Alle middelen waren daartoe goed. Het kleinste incident werd uitvergroot om de gilets jaunes te kunnen wegzetten als racisten, homofoben, antisemieten of extreem rechtse of linkse stoottroepen. In menige tv-studio riepen commentatoren op om bikkelhard op te treden. De camera’s van de grote nieuwsdiensten zoomden iedere zaterdag gretig in op de brandende barricades of op de stenen die richting ordediensten vlogen, maar over het extreme politiegeweld jegens de manifestanten werd zedig gezwegen. Franse media kozen zonder enige schaamte de kant van Macron en zijn klasse.

Gevestigde instituties

De gilets jaunes zijn om een nog een andere reden historisch. Ze hebben het Franse politieke veld op radicale wijze omgegooid. Het moet van ‘68 geleden zijn dat zich in die mate een sociale beweging heeft ontwikkeld – en ook is blijven bestaan – die volledig losstaat van gevestigde instellingen zoals partijen en vakbonden die het sociaal protest doorgaans stroomlijnen. Dit wil niet zeggen dat er geen vakbonds- of partijmilitanten actief zijn in het protest van de gele hesjes. Waar het om gaat is dat geen enkele gevestigde institutie erin geslaagd is om het protest te controleren of naar haar hand te zetten. Binnen de gele hesjes zelf bestaat ook een permanente en actieve onwil om zichzelf te laten institutionaliseren en wellicht is dat, hoe paradoxaal het ook mag klinken, de reden waarom ze nog steeds bestaan en kunnen mobiliseren.

Dat de gele hesjes zich losgewrongen hebben van het traditionele sociale protest uit zich ook in de nieuwe actievormen die ze gaandeweg geïntroduceerd hebben. Van klassieke betogingen is niet langer sprake. Het gaat eerder om spontane optochten, en dikwijls zelfs om meerdere spontane optochten die elkaar na verloop van tijd vinden en zich daarna weer weten op te splitsen in kleinere manifestaties of acties. In plaats van de staking opteerden de gele hesjes voor de blocage: autowegen, industrieparken, winkelcentra en, uiteraard, rondpunten; ze werden meermaals bezet met als doel om de normale economische circulatie te onderbreken. Ook in het introduceren en mainstreamen van dit soort protestvormen kan de rol van de gele hesjes historisch genoemd worden.

De Franse politie, die sowieso niet meteen bekend staat omwille van haar zachtaardigheid, was aanvankelijk radeloos. Het diffuse en organische karakter van de protesten zorgde ervoor dat manifestanten vaak de overhand kregen tijdens de eerste weken. Als reactie daarop werd door de politie overgeschakeld op keiharde repressie.

Uit de acties van de politiediensten blijkt duidelijk dat het doel van de ordehandhaving er het voorbije jaar in bestond om manifestanten schrik aan te jagen door te verwonden. Tientallen manifestanten verloren ledematen en zijn voor de rest van hun leven verminkt. Er vielen honderden gewonden. Het afgelopen jaar vielen er meer gewonden tijdens manifestaties dan de twintig voorgaande jaren samengeteld. Die gewonden vielen trouwens niet alleen onder de manifestanten. Ook perslui en toevallige passanten deelden opvallend vaak in de klappen. De haat tegenover de politie daardoor is momenteel ongeveer even groot als de haat tegenover Macron.

Het is die enorme repressie die er mede voor zorgde dat de aanzetten die door Macron gegeven werden om tot een dialoog te komen met de gele hesjes steeds op hoongelach en achterdocht stootten. Het grote debat van Macron werd overstemd door de niet aflatende beeldenstroom van bruut politiegeweld. Bovendien strandden zijn pogingen om zich te profileren als de grote verzoener steevast op zijn eigen narcisme. Het grote debat werd uiteindelijk een grote Macron-show en dit werd al snel doorprikt. Macron blijft op die manier een president die ergens in het luchtledige zweeft. Zijn macht lijkt op drijfzand gebouwd, zijn prestige is opgetrokken uit een dun laagje bladgoud dat weggeblazen wordt bij de kleinste crisis. De kans is reëel dat Macron op dezelfde wijze zal eindigen als zijn voorganger Hollande. En ook dat is iets wat de gele hesjes bewerkstelligd hebben.

Woede blijft

Zullen we volgend jaar twee kaarsjes mogen uitblazen voor de gele hesjes? Niemand die het weet en niemand die het durft te voorspellen. Het enige wat zeker is, is dat de woede en de verontwaardiging die de gele hesjes oorspronkelijk de straat op dreef blijft bestaan.

Twee weken geleden stak een student in Lyon zichzelf in brand uit protest tegen de precariteit onder studenten. Macron wees erop dat de student psychische problemen had, maar de boodschap die de student zelf naliet benadrukt een politiek motief. Het voorval zorgde ervoor dat aan meerdere Franse universiteiten protest losbrak. Ook het personeel van de publieke ziekenhuizen kwam vorige week op straat in Parijs. Zij trekken al jarenlang aan de alarmbel omtrent onmogelijke arbeidsomstandigheden en de daaruit voortvloeiende dalende kwaliteit van de Franse ziekenzorg.

Macron heeft er niks aan gedaan om de sociale onvrede weg te nemen, en lijkt zelfs alles in het werk te stellen om zijn liberale hervormingen verder door te drukken. Daarmee zal dus ook de voedingsbodem van de onvrede en het protest niet verdwijnen. Of er volgend jaar nog gele hesjes zullen protesteren valt niet te zeggen, maar dat er nog steeds protest zal zijn is zo goed als zeker. En dat protest zal nooit meer hetzelfde zijn als voor de komst van de gele hesjes.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!