Opinie -

Een halve eeuw migratie: eigen volk eerst?

Dit jaar werd overal in België vijftig jaar migratie gevierd. Daarnaast hervormde minister Geert Bourgeois de afgelopen legislatuur grondig de integratie- en inburgeringssector. Tijd om een stand van zaken op te maken van het integratieproces, het integratiebeleid en de toekomst voor het integratiewerk in Vlaanderen.

woensdag 19 november 2014 15:43
Spread the love

Laat
ik met de deur in huis vallen: de
integratie is mislukt. Alle goede wil
en projecten ten spijt kunnen we niet anders dan vaststellen dat een
omvangrijke groep mensen nog steeds niet geïntegreerd is en soms ook
halstarrig weigert dit te doen. Het mag dan al een geradicaliseerde
minderheid zijn die het meest van zich laat horen, ze polariseert wel
onze samenleving en maakt het samenleven voor iedereen moeilijk,
inclusief voor diegenen die wel goed geïntegreerd zijn. 

Vijftig
jaren migratie waren blijkbaar onvoldoende om duurzame veranderingen
in hun manier van denken en handelen teweeg te brengen. Het is dus
belangrijk dat de integratiesector inzet op deze groep mensen. Dat de
uitdaging groot is, kunnen we misschien best aantonen met cijfers van de Vlaamse integratie- en migratiemonitor:

  • 45% van de Vlamingen houdt niet van
    “vreemdelingen”
  • 40% van de Vlamingen vindt dat moslims een
    bedreiging vormen voor onze cultuur en gebruiken
  • 45% van de Vlamingen wil alleen mensen van Belgische herkomst in
    hun wijk
  • 47% van de Vlamingen gelooft dat migranten komen profiteren van
    onze sociale zekerheid
  • 25% van de Vlamingen vertrouwt ‘migranten’ niet.

Dit
zijn alarmerende cijfers. Confronteren we deze vervolgens met enkele
uitspraken van politici waarbij racisme een relatief begrip wordt en
de vrijheid om te discrimineren tot een fundamentele vrijheid wordt
verheven, dan wordt de noodzaak om dit aan te pakken alleen maar
groter. Een ongelukkige uitlating op Facebook die de economische
meerwaarde van de Congolese en Marokkaanse diaspora in vraag stelt
kunnen we er dan gerust nog bijnemen, want wie telt nog de barstjes
in de façade als de sloop al begonnen is? Toegegeven, het gaat hier
om enkele radicale stemmen die geenszins de volledige gemeenschap
vertegenwoordigen, maar als men dan stelt dat moslims zich moeten
distantiëren van IS omdat het in naam van dezelfde god gebeurt…

U
begrijpt het punt. Gelijkheid is een basisbeginsel van onze
democratie, en vanuit de gelijkwaardigheid van burgers mogen we van
anderen niet eisen waar we zelf aan verzaken.

Een nieuwe focus voor de integratiesector?

Hoe
moeten we dit aanpakken? Wel, laat ons vertrekken vanuit de realiteit
en van de beleidsinstrumenten die voorhanden zijn. De realiteit in
onze samenleving is er één die we meer en meer benoemen met de term
“superdiversiteit”. 1,1 miljoen Vlamingen heeft een
migratieachtergrond en één op drie kinderen jonger dan vijf hebben
diverse roots. In Vlaanderen wonen bovendien meer dan 170
verschillende nationaliteiten. Immigratie is nu een proces dat
talloze landen van herkomst telt en al evenveel motieven.
Identiteiten worden gelaagder en meervoudiger, meertaligheid neemt
toe, monoculturele eilandjes ontvolken en netwerken zijn belangrijker
dan traditioneel gedefinieerde gemeenschappen. De meerderheid is
steeds met minder, de minderheden steeds met meer. Heeft het dan nog
zin om ze als dusdanig te benoemen? Niet alleen ons discours hinkt
achterop, een groeiende groep mensen kan zich blijkbaar niet
aanpassen aan die veranderingen. En mensen die zich niet kunnen
aanpassen aan de actuele samenleving, is dat niet de doelgroep van de
integratiesector?

De
Common basic principles for immigration integration policy in the EU,
die in 2004 werden aangenomen door de raad van de Europese Unie
stellen onomwonden in hun eerste artikel: ‘Integration
is a dynamic, two-way process of mutual accommodation by all
immigrants and residents of Member States
‘.

De
interpretatie van dit artikel laat weinig speculatie toe: integratie
als theoretisch concept staat voor een wederzijdse relatie tussen
twee gelijke partners. Zowel de ontvangende
samenleving als nieuwkomers moeten zich op elkaar afstemmen om
“geïntegreerd” samen te leven. Integratie veronderstelt
dus een proces van wederkerigheid tussen gelijken. Om er een beeld op
te plakken: integreren is de weg die je moet afleggen naar het
middelpunt van de straat. Die afstand is vanuit weerszijden van de
straat even lang. Laten we nu eens kritisch naar het beleid kijken:
ligt dit middelpunt wel in het midden van de straat? Het lijkt er
soms al te vaak op dat we van de nieuwkomers verwachten dat ze de
hele afstand afleggen, de straat oversteken, terwijl we zelf blijven
staan. Of zoals voetbalsupporters vaak scanderen: het is stil aan de
overkant. Waarom hebben we het anders altijd alleen maar over die ene
richting van waaruit alles mis lijkt te lopen?

Wat er misloopt, is
misschien net dat we onder integratie nog te veel assimilatie
verstaan. Dat de ontvangende samenleving de nieuwkomers wegwijzers
aanreikt, voorwaarden oplegt en resultaatsverbintenissen afdwingt, maar zelf weinig bereidheid toont om haar eigen structuren in vraag
te stellen of aan te passen. Paradoxaal genoeg zijn het daardoor net
diegenen die het luidst roepen om aan te passen of op te krassen die
zelf het minst goed geïntegreerd zijn. Waar zit dan het
integratieprobleem?

Waar
zit het integratieprobleem? 

Het
probleem ligt evenzeer bij leraars die automatisch denken dat
leerlingen met een Arabische naam een achterstand hebben omdat ze
thuis geen Nederlands praten. Bij moraalfilosofen die een hoofddoek
zien als een uiterlijke advertentie voor homofobie. Bij actievoerders
waar dierenwelzijn alleen belangrijk is op het offerfeest. Bij zogenaamde
blanke kindervrienden voor wie zwarte Piet een onveranderlijk stuk
cultureel erfgoed is en bij een kunstencentrum dat denkt dat een
Argentijnse theatermaker aan integratiewerk doet in plaats van aan cultuur.

We
hebben ons misschien al die tijd te veel beziggehouden met die ene
kant van de straat, de “anderen” die we na vier generaties
in België nog steeds “allochtonen” blijven noemen. Het
wordt dringend tijd dat we ons ook eens om de andere kant bekommeren,
de groeiende groep Vlamingen die zich nog niet goed weet te nestelen
in de superdiverse samenleving. Zij verdienen nu eens onze aandacht:
gelijke kansen voor iedereen! Als integratie echt een wederzijds
proces is dan moeten we dringend de focus verschuiven. Om het met een
boude slogan te zeggen: Eigen volk eerst.

Lessen
uit het verleden

Toegegeven,
de praktische uitvoering van zo’n nieuw integratiebeleid is
moeilijker dan het formuleren van de doelstellingen ervan. We kunnen
echter bogen op de ervaring inzake integratie- en
inburgeringstrajecten die gedurende de laatste vijftig jaar werden
opgebouwd. Soortgelijke cursussen maatschappelijke oriëntatie en
individuele trajectbegeleidingen lijken aan de orde, misschien in een
wat eigentijdser kleedje en rekening houdend met de fouten die in het
verleden gemaakt zijn.

Zo
zullen we erop moeten letten om de integratieachterstand niet te
culturaliseren of terug te brengen tot levensbeschouwlijke
overtuigingen. Het feit dat onze gevangenissen hoofdzakelijk bevolkt
zijn door blanke Vlaamse mannen zegt niets over hun etnische origine,
dat de rellen op de nationale betoging van 6 november vooral het werk
waren van blanke Antwerpse dokwerkers evenmin. En wat de pedofiele
priesters betreft, wel, dat staat ook nergens in de Bijbel.

Vanuit
haar lange ervaring als bruggenbouwer en bemiddelaar heeft de
integratiesector ook in de toekomst nog een belangrijke taak om dit
in goede banen te leiden. Het is alleen te hopen dat ze zich niet
laat afleiden door geradicaliseerde minderheden aan beide zijden. Ik
ben er immers van overtuigd dat onze gezamelijke toekomst even ver
verwijderd is van Sharia4Belgium als van het Sint-Maartensfonds.

Mehdi
Maréchal is stafmedewerker cultuur en interculturaliteit bij
Demos vzw. Studeerde politieke en sociale wetenschappen aan de
Universiteit Gent en is actief betrokken bij burgerschapsbeweging de
Gentse Lente.

take down
the paywall
steun ons nu!