Archieffoto: Een stakingspiket draait 7/7 – 24/24, net zoals de fabriek dat doet in normale tijden. (foto: © Flickr/Han Soete)
Reportage, Nieuws, Antwerpen -

Een dag aan het stakingspiket

Na zeven weken is het sociaal conflict bij rubberfabrikant Lanxess van de baan. Sinds 6 maart staakten daar ruim 250 werknemers. Aanleiding was de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor nieuwe arbeiders, die oorspronkelijk niet onderhandeld werd met de sociale partners.

vrijdag 2 mei 2014 09:53
Spread the love

Twee derde van de stakers keurde een voorstel goed dat
door een sociaal bemiddelaar werd bereikt, nadat de directie vorige week
nog had gedreigd met een sluiting. De vakbonden spreken van een
overwinning voor de arbeiders. Dat het voor hen de voorbije weken geen
pretje was, beschrijft Nicolas Cosson (25) in onderstaand
ervaringsverslag. “Van een dag gewoon werken kom je minder vermoeid
thuis dan van een dag aan het piket.”

Vrijdag 18 april 2014. De arbeiders van Lanxess Rubber
in Zwijndrecht beginnen aan hun zevende stakingsweek. Aanleiding genoeg
voor mij om eens een kijkje te gaan nemen bij het stakingspiket.

Ik ben een nieuwsjunkie, doch probeer af te kicken en mijn consumptie
van (des)informatie te milderen. Het zal voor mij de eerste keer zijn
dat ik met stakers aan het piket ga praten, in plaats van er over te
lezen in de media of er een reportage van vijftien seconden over te bekijken op het
journaal.

Vooroordelen over stakers

Er heersen rond stakingen en stakers nogal wat vooroordelen. Om er maar enkele te noemen:

  • Stakers zijn lui.
  • Stakers zijn niet werkwillig: staken is een excuus om vakantie te nemen
  • Daarop voortbordurend: stakers drinken gewoon de hele dag pintjes rond een kampvuur.
  • Stakers verspillen zo iedereens tijd en geld.
  • Stakers stellen onmogelijke eisen en wat ze krijgen is nooit voldoende.
  • Stakers staken hun eigen bedrijven kapot: ze zorgen er zo zelf voor dat ze hun job en hun inkomen verliezen.
  • Stakers kelderen de competitiviteit van bedrijven in ons land.
  • Stakers schrikken nieuwe investeringen uit het buitenland af.
  • Klap op de vuurpijl: de vakbond betaalt stakers om ganse dagen niets te doen.

Ik ben een bureauwerker en geen arbeider, de haven is me vreemd. Ik
fiets er meteen in verloren, zelfs al ligt Lanxess op een erg bereikbare
plek aan de rand van het havengebied: in Zwijndrecht, op de grens
tussen stad en chemiebedrijven. Een kwartier fietsen van het
stadscentrum, zo blijkt later op mijn terugweg. Heen deed ik er
anderhalf uur over.

Pintjes

Omstreeks 15u30 arriveer ik bij het piket. Wanneer ik aankom, lijkt
één vooroordeel alvast meteen bevestigd: stakers drinken pintjes rond
een kampvuur. Naast dat kampvuur staat een materiaaltent met een
voorraad eten en… nog meer pintjes. Dat wekte bij mij eerder nostalgie
naar chirokampen op dan medelijden met de stakers. Pintjes drinken, met
een stok in een vuur porren, ondertussen een stakingsbijdrage
ontvangen: welke man doet dat niet graag?

Na even praten moet ik mijn beeldvorming al wat bijstellen. Ze hebben
er geen plezier in, ondanks de aanwezigheid van pintjes en kampvuur. De
meeste stakers lijken er tegen hun zin te staan. Ik stel enkele vragen
aan een paar stakende arbeiders, onder andere over werkwilligen versus
stakers. Eergisteren was er, onder politiebegeleiding, een optocht van
mensen die wilden werken.

“Wij zijn allemaal werkwillig!” klinkt het. Ik vraag door. “We
zouden veel liever gewoon weer aan de slag gaan, maar dat kan niet als
de directie dreigt de rechten af te pakken die wij in dit bedrijf
gedurende vijftig jaar hebben opgebouwd”, klinkt het. En nog: “U moet weten
dat we normaal een mooi loon krijgen, nu vallen we terug op een
stakingsbijdrage van maximum negenhonderd euro per maand. Leuk is anders. Die
sterke inkomensdaling laat zich voelen in het gezin van de stakende
arbeider.”

De staker als ontheemde, het kan wel kloppen. Niet meer thuis in het
bedrijf waar je al jaren werkt, en wrijvingen thuis door de financiële
aderlating. Maar als het tegen hun zin is, en ze liever gewoon zouden
verder werken: waarom doen de arbeiders dat dan niet gewoon? “De huidige
directie is incompetent,” luidt het, “ze blazen eenzijdig voorgaande
akkoorden op.”

Eis: niets

De directie wil dat er ingeleverd wordt door de werknemers: minder
vergoeding voor dagen van arbeidsduurvermindering, lagere bijdragen voor
het werken met gevaarlijke stoffen en het werken in een
drieploegenstelsel. De eisen komen dus van de directie, niet van de
vakbonden. In een Hegeliaans actie-reactieverhaal: de actie kwam volgens
de bonden van de directie, de staking is de reactie daarop. De stakers
eisen niets nieuw, enkel dat nieuwe werknemers dezelfde rechten krijgen
als de werknemers die er al jaren aan de slag zijn.

De vakbonden eisen niets, enkel een status quo. De garantie dat
bestaande rechten blijven bestaan en dat het overleg plaatsvindt
volgens procedures die daarvoor al tientallen jaren gebruikt worden. De
vakbonden zien deze staking als een testcase: als de directie bij
Lanxess erin slaagt voorgaande cao’s en afspraken zomaar op te blazen,
zonder gevolgen, zal dat een precedent zijn voor andere
(chemie)bedrijven in de regio. De manoeuvres van de directie van Lanxess
zijn volgens hen een testcase: “Ze willen zien hoe ver ze kunnen gaan.”

Front

Aan het piket geen tekenfilmtaferelen.
Wel menselijkheid met een minder hoog entertainmentgehalte: oudere
werknemers willen dat hun jongere collega’s gelijke voordelen krijgen,
en willen daar zelf een stuk loon voor opgeven door te staken. De
vakbonden proberen één front te vormen, groen en rood broederlijk naast
elkaar.

In vroegere jaren gingen stakingen er grimmiger aan toe. Deze stakers
willen alles volgens het (wet)boekje doen, want ze vinden dat ze het
recht aan hun zijde hebben. Ik vraag de arbeiders of ze misschien nog
andere acties overwegen, zoals een uit de mode geraakte en illegale
lock-in van de directie. “Dat heeft geen zin: wij hebben
al gelijk gekregen van de rechter. De directie gaat haar boekje te
buiten, daarvoor moeten wij niets tegen de wet doen.”

De kiem van een revolutie is in geen geval te vinden aan dit
stakingspiket. De stakers staan gewoon op hun rechten, en voelen zich
buitengesloten bij het loonoverleg. Na een half uurtje aan het piket
krijg ik van een grijzende arbeider een pintje aangeboden. Ik laat het
smaken.

“Vuil en vermoeid”

De Lanxessgroep maakt wereldwijd verlies, maar Zwijndrecht is één van
de meest winstgevende vestigingen. Hier maken ze niet enkel het gewone
butylrubber, maar ook het meer geavanceerde halobutylrubber. “Dat mogen
ze in de vestiging in Singapore niet eens produceren, omdat het
productieproces te gevaarlijk is”, leggen ze me uit.

Als ik op vertrekken sta, raakt net bekend dat de directie dreigde de
fabriek te sluiten. Door de staking. “Onzin”, weten ze aan de poorten
van het bedrijf. “Hier is geen crisis. Nu dreigen ze de fabriek te
sluiten, maar ze zijn hier nog een uitbreiding aan het plannen. De
directie is volop bezig met de aanvraag voor een milieuvergunning.”

Na een uurtje ben ik het al beu aan het piket, ondanks dat pintje en
het gezellig ogende kampvuur. De stakers staan hier, beurtelings, al
zeven (!) weken. Het is gelukkig een relatief mooie dag, met helder
weer. En toch voel je dat meteen: de gure wind waait op de open banen in
de haven vele keren harder dan in de stad. “En elke dag stink je”,
vertelt één van de stakers. “De geur van dat kampvuur kruipt in je
kleren. Ik ga alleen daarom al liever gewoon werken, dan wekenlang in de
kou voor de poort te staan: van een dag gewoon werken kom ik minder
vuil en vermoeid thuis dan van een dag aan het piket.”

© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – Nicolas Cosson

take down
the paywall
steun ons nu!