Een cultuurminister van N-VA? Late aprilvis?

Een cultuurminister van N-VA? Late aprilvis?

Het is zover. Volgende week, minder dan 7 weken voor de verkiezingen, komt N-VA eindelijk met haar cultuurprogramma. Dat net een ‘neutrale’ krant als De Standaard dit weekend alvast een primeur kreeg, hoeft niet te verbazen.

zondag 6 april 2014 23:03
Spread the love

Een krant, die nota bene vorige dinsdag de actie
Red de cultuur al
afschoot nog voor ze had plaatsgevonden en nadien niet de moeite nam er nog
iets over te berichten.

N-VA komt met
een ‘ambitieus’ programma, volgens De Standaard, maar wel vaag. Laten we op
voorhand toch al wat ballontjes doorprikken.

Charmeoffensief

Sinds 2011 zit
N-VA op ramkoers met de kunstenaar. Door die aanhoudende, mediagenieke tirade
heeft de cultuursector helaas al veel imagoverlies geleden bij een breed
publiek. In die mate dat het vandaag bon
ton
lijkt cultuurdragers gratuit te schofferen (o.a. deze week wel in De Standaard, zie hier).

Onlangs ging
Peter De Roover (N-VA) nog eens flink tekeer tegen de fotografen die zich met
reden terugtrokken uit een dubieuze tentoonstelling van Johan Swinnen (N-VA):
die kunstenaars zouden aan zoiets als ‘progressieve Belgische censuur’ doen, anderen
onder druk zetten, in een kramp schieten, vernieuwing tegenhouden, een gebrek
aan zelfvertrouwen hebben, gebrek aan zelfspot, tekort aan kritische reflectie,
infantiel, inwendige armoede en last
but not least
, de artistieke vrijheid belemmeren. Stel u voor (zie hier).

Maar – ta boem
tsss – nu is N-VA plots de grote cultuurvriend die een cultuurminister wil aanleveren
en naar eigen zeggen kiest voor een ‘en-en’ verhaal. Sinds kort zijn ze dus voor hedendaags
én traditie én internationaal. Iedereen nu content? De pogingen om de perceptie
bij te stellen vallen al een tijdje op, weg van de voorliefde voor Vlaamse
folklore, onder de Vlaamse kerktoren.

Nochtans
verdedigde N-VA recent nog als geen ander de Vlaamse musical (zie hier)
onder de formule van Privaat-Publieke Samenwerking dan nog. Een zoveelste mooi
voorbeeld van de wijze waarop het Nieuw-Vlaamse management stijl minister
Bourgeois inzet op een mix van commerce en cultuur (denk aan ‘de toeristische
attractie’ 100 jaar Groote Oorlog). In
dit geval dus de beruchte ‘PPS’: het uitgelezen vermarktingsinstrument met de
toepasselijke bijnaam ‘het PoenPakkers-Systeem’.

Daarmee
stellen we meteen ook al een eerste inconsistentie vast: terwijl Marius
Meremans (N-VA) pleit voor meer steun aan de Vlaamse musical, lezen we in De Standaard dat het N-VA cultuurprogramma
‘zich liever af houdt van terreinen met een sterke marktwerking, zoals de
musical.’

Deze krant
stelt vervolgens een tweede inconsistentie vast: hoewel een argument als
‘achtergesteld in het verleden’ voor de partij naar eigen zeggen niet meer
valabel is, pleit N-VA voor het optrekken van de budgetten van grote
erfgoedcollecties, die zijn namelijk … in het verleden achtergesteld.

Inconsistentie troef

Cruciaal is
natuurlijk dat het helemaal geen ‘en-en’ verhaal wordt. N-VA zet om te beginnen radicaal
in op vermarkting (er wordt verklaard dat de sector ‘in al haar facetten
economisch moet werken’, eigen inkomsten en participatie verhogen). Binnen die
optiek wordt er dan ook op de grote huizen ingezet. Via deze centra van de institutionele
macht, probeert N-VA een greep te krijgen op die voor hen zo weerbarstige ‘culturo’s’.

Dit is dus duidelijk
géén keuze voor een vrijwaren van de publieke sector voor de uitverkoop, of de neoliberale pletwals van de
output- en consumptielogica. Het is evenmin een keuze voor de noodzakelijke
diversiteit aan instituten en initiatieven, een pluralisme dat van vitaal belang is om een
artistieke dynamiek maximaal kansen te geven.

Vervolgens, natuurlijk
zal hun cultuurprogramma zich uitermate sterk richten op het bevorderen van
zoiets als Vlaamse culturele identiteit, de promotie van ‘het Vlaamse’ in het
buitenland, het cultiveren van ‘onze’ Vlaamse traditie en de band met Nederland
(zie bijvoorbeeld hoe Karin Van Overmeire, ex-Vlaams Blok, hier
vorige week de Oranje-gedachte wat wil ondersteunen vanuit de politiek richting wetenschappelijk onderzoek).Mogelijks wordt dat Vlaamse wat minder in de verf gezet, maar als het zou ontbreken, dan verraadt N-VA simpelweg haar eigen camouflage.

En natuurlijk:
de afbouw van alles wat Belgisch en federaal is. Daar gaat deze partij opnieuw erg dramatisch over doen (zie reeds hier,
hier
en hier).
Veel communautaire oorlogjes en selectieve verontwaardiging dus. Selectief, zeker wat het
eigen cultuurwanbeleid betreft, in Antwerpen (zie hier),
of met haar marketingstunt van 2 miljoen euro voor die Arne Quinze-brug in Tomorrowland
(zie hier).

Een derde
concrete inconsistentie: N-VA zegt voor de grote huizen te zijn, maar wil ‘wieden‘ in ‘minder
performante organisaties’. De tegenspraak valt op, los van deze opmerkelijke intimidatie
(het ‘onkruid’ moet eruit…?) allicht met het oog op de zelfdisciplinering van de
sector wat kritische houding betreft. Want het zijn vandaag toch vooral de
grote huizen die ‘minder performant’ zijn?

Heel wat kleine
organisaties bereiken met een fractie aan middelen in verhouding dikwijls heel
wat meer. Gaat N-VA dan alleen inzetten op die enkele grote huizen die vandaag wél performant
zijn? Dan zou dan bijvoorbeeld wat beeldende kunst betreft vooral goed nieuws
zijn voor Wiels in Brussel. Het valt echter te vrezen dat N-VA voor dit niet zo
‘Vlaamse’ huis weinig oog zal hebben. 

De grote terugkerende
klacht uit de sector is dat er sinds de professionalisering van de
cultuursector vanaf de jaren 1980 een institutionele bovenbouw is gegroeid die meer en meer voor
eigen rekening rijdt, en de basistaak uit het oog verliest: het ondersteunen
van kunst en kunstenaar. Dat brengt ons bij een vierde concrete inconsistentie: N-VA zegt
dat wel dat ze ook meer op de kunstenaar wil inzetten, maar dat wordt wel moeilijk
als zij vooral van grote huizen Vlaamse vuurtorens willen maken en ondertussen
de kleinere instituten willen aanpakken. Want het zijn net die kleinere spelers
waar heel wat kunstenaars vandaag (nog wel) het meeste terecht kunnen.  

Camouflagekleuren

N-VA doet zich
vanaf nu dus voor als een partij die cultuur zal beschermen, wat natuurlijk
haar goed recht is, op het eerste gezicht zelfs goed nieuws. Geloofwaardig is het helaas allerminst. Het is een
beetje zoals het nieuwe logo van Vlaanderen: die leeuwenkop die maar een half
gezicht laat zien. Twee redenen.

Ten eerste, is
er de rake bedenking van Wouter Hillaert (Rekto:Verso) in de voorzettekst  Zijn
vrije kunsten nog wel van deze tijd?
voor het eerste Campodebat 4×4 Kiezen is een
kunst
, een reeks die morgen trouwens aan haar vierde debat toe is. De
grootste bedreiging, zo stelt Hillaert, voor de vrije kunst is wat de vrije
markt aan haar rechterkant van plan is met het sociale welvaartsmodel aan haar
linkerkant.

En N-VA is toch één van de
partij die om ter hardste roept wat besparen en sociale afbraak betreft? We hoeven het dan nog niet te hebben over de harde en valse aanval
op het ACW die Peter Dedecker (N-VA) vorige week met een boek nog
eens overdeed, waardoor het eigenlijk nog moeilijk denkbaar wordt dat CD&V
en N-VA na 25 mei nog door één deur kunnen.

Ten minste, voor zover CD&V
toch enige ethiek weet te verheffen, boven wat we dan maar de ‘compromiscultuur’
zullen noemen. Terzijde: aldus de woordvoerder van N-VA, Joachim Pohlmann, is er bij wijze van alternatief
voor hen geen
principieel bezwaar
om met Vlaams Belang een regering te vormen. Ook niet
bepaald cultuurliefhebbers en minstens even donkerblauw, om over de rest dan maar te zwijgen.

Ten tweede,
laten we toch niet vergeten dat N-VA met haar kiescampagne 2009 ook opeens
uitpakte met een paar sociale speerpunten. Koen Hostyn (PVDA) schreef daar in
februari nog een
opmerkelijke tribune
over. Ik recapituleer even, want het geheugen van ‘de
publieke opinie’ is kort.

Toen beloofde N-VA ‘een Vlaamse kinderbijslag met een
kindpremie van 500 euro per jaar voor kinderen tot 4 jaar’. En als tweede
kiesbelofte een ‘aanvullende Vlaamse zorgverzekering, als alternatief voor de
steeds duurdere hospitalisatieverzekeringen.’ Wat is er van die kindpremie en
die Vlaamse zorgverzekering terechtgekomen?

In
het Vlaamse regeerakkoord tussen CD&V, N-VA en SP.a was sprake van de
verdere uitbouw van de ‘Vlaamse sociale zekerheid’. Dat kreeg vorm in het
ontwerp van decreet ‘Vlaamse sociale bescherming’. Er was sprake van de verdere
uitbouw van de zorgverzekering, een premie voor jonge kinderen, een
maximumfactuur in de thuiszorg, een kostenbegrenzing bij de residentiële zorg
en een Vlaamse hospitalisatieverzekering. De coalitiepartners gingen akkoord
met een premie van 150 tot 200 euro voor elk geboren kind. De N-VA zag daarmee
haar droom van een gesplitste sociale zekerheid dichterbij komen. ‘De eerste
afwijzende reacties van Franstaligen bewijzen dat we op het juiste spoor
zitten,’, reageerde Jan Peumans verheugd.

Maar
het duurde nog tot 2011 voordat het decreet goedgekeurd geraakte. Ondertussen
waren de ambities al fel getemperd. Het decreet voerde alleen de kindpremie en
de maximumfactuur in. De zorgverzekering was er al sinds 2001 en de twee andere
ambities werden over de verkiezingen van 2014 getild. Daarna werd ook de
kindpremie herhaaldelijk uitgesteld.

Tot Vlaams minister Geert Bourgeois op 1
juli 2013 de Vlaamse kindpremie begroef: ‘Jobs zijn nu belangrijker dan de
kindpremie’. Geert Bourgeois zei dat er ook geen geld is voor de Vlaamse
hospitalisatieverzekering of voor de maximumfactuur in de zorg: ‘bijkomend
sociaal beleid is nu niet de grootste prioriteit’, liet Bourgeois weten.
Daarmee heeft N-VA haar eigen kiesbeloften van 2009, haar sociale speerpunten, kaltgestellt.

In
zijn ontslagbrief als N-VA voorzitter in Lovendegem noemt Nick Mouton deze
uitspraken ‘misschien wel de belangrijkste reden’ waarom hij uit de partij
stapt. Hij legt uit: ‘Voor iemand waar het streven naar meer Vlaanderen altijd
onlosmakelijk gekoppeld was met een streven naar een beter en socialer
Vlaanderen, kwam dat aan als een mokerslag. Die speerpunten waren voor mij het
bewijs dat de N-VA toch ook wel een sociale partij is.’

Niet dus. Kortom, om
het met een Vlaamse spreuk te zeggen: Als
de bruid is in de schuit, zijn de beloften uit.

take down
the paywall
steun ons nu!