In
1996 gaf de toenmalige regering van de conservatieve president Sixto Durán
Ballén een Argentijnse oliebedrijf toestemming olie te winnen op het
voorouderlijk land van de Kichwa-gemeenschap van Sarayaku. De inheemse
bevolkingsgroep kreeg daar geen enkele inspraak bij.
Volgens
het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten (IACHR) zijn bij dit project de rechten van de
plaatselijke bevolking geschonden. In juni 2012 bepaalde de rechtbank
dat de Ecuadoraanse regering zich daarvoor moest verontschuldigen.
Mario
Melo, advocaat van de Kichwa, zegt dat het de
eerste keer is dat een Latijns-Amerikaans land excuses aanbiedt aan
een inheemse bevolkingsgroep voor schending van de mensenrechten.
“Dit kan een voorbeeld zijn voor andere bevolkingsgroepen, niet
alleen in Ecuador maar in de hele regio”, zei hij tegen de
Ecuadoraanse krant El Comercio.
In
2003 daagden de Kichwa de Ecuadoraanse regering voor de rechter.
Vorig jaar werd een compensatie van 1,1 miljoen euro betaald aan de
1.200 leden tellende bevolkingsgroep. De overheid moet echter nog
steeds een grote hoeveelheid explosieven van het land verwijderen die
zijn achtergelaten door het oliebedrijf.