Verslag, Nieuws, Economie, België, Economische crisis -

Economisch onweer: waarom het helaas alleen maar erger kan worden

Drie jaar na de bankencrisis van 2008 blijken alle berichten over een heropleving voorbarig. De beurzen nemen een duik. De Europese economie flirt met een recessie. De Amerikaanse werkloosheidcijfers pieken. En de euro wankelt. Hoe komt dat en waarom maken de politici de crisis alleen maar erger?

dinsdag 6 september 2011 18:25
Spread the love

Op de opiniepagina’s van The New York Times stond dit weekend een grafiek die alles zegt (zie boven). In de halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog hielden de lonen en compensaties voor werknemers min of meer gelijke tred met de stijgende productiviteit.

In 1980 komt er breuk. De ex-acteur Ronald Reagan werd de veertigste president van de VS. Een jaar eerder was Margareth Thatcher aan de macht gekomen in Groot-Brittannië. Het was het begin van de triomfjaren van het neoliberalisme. De overheidsuitgaven kwamen onder vuur, de vakbonden moesten inbinden en belastingverlagingen werden het ultieme middel om economische groei te stimuleren.

Tussen 1979 en 2009 groeide de productiviteit nog eens met 90 procent maar de gemiddelde lonen stegen maar met 7 procent. Sommige inkomensgroepen gingen er zelfs op achteruit. Daardoor ontstond er een enorme kloof tussen rijk en arm in de VS en Groot-Brittannië en kwamen de Amerikaanse multinationals op een enorme berg cash te zitten.

De vijf procent Amerikanen met de hoogste inkomens nemen nu 37 procent van alle consumptie-uitgaven voor hun rekening. Zij hebben wel voldoende middelen om een privé-jet te kopen of een jacuzzi in elke badkamer van hun villa te installeren. Als aan al hun wensen voldaan is, houden ze nog een massa geld over om te speculeren op de financiële markten.

De rest van de bevolking moet zich diep in de schulden steken om een huis of een auto te kopen of (wat in de VS steeds vaker gebeurde de afgelopen jaren) om de gewone maandelijkse uitgaven te doen. 

Die aangroei van de schulden (zowel van de consumenten als de overheid) is nog de enige manier om zuurstof te geven aan de economie.

En toen kwam de crisis

Dat economisch groeimodel is (los nog van de sociale en ecologische schade) op lange termijn onhoudbaar. De crisis van 2008 maakte dat in al zijn geweld duidelijk.

Die crisis leek meteen ook een fatale klap toe te dienen aan het neoliberale gedachtegoed. De overheid moest de noodlijdende banken – aan de rand van de afgrond gebracht door de speculatiedrift van hun dikbetaalde ceo’s – te hulp schieten met belastinggeld. Een grotere blamage is niet mogelijk.

Maar het omgekeerde gebeurde. De crisis bracht een aantal landen zoals IJsland, Ierland en Griekenland dicht bij het faillissement. En de meeste andere landen zagen hun overheidstekorten en schuldgraad pieken tot ongekende hoogtes.

Met het mes van de financiële markten op de keel worden de overheden gedwongen om hard te snoeien in de uitgaven. Dat saneringen de enige manier zijn om uit de crisis te geraken, is het dogma van deze tijd geworden. Ook Luc Coene, de gouverneur van de Nationale Bank zei onlangs in De Tijd: “Ja, we zullen rekening moeten houden met een daling van onze levensstandaard.” Hij bedoelde natuurlijk “jullie levensstandaard”. Luc Coene verdient 40.000 euro. Per maand.

Maar als de levensstandaard verlaagt en als werkzoekenden hun uitkering zien dalen en de overheidsinvesteringen stilvallen, wie zal er dan nog zorgen voor economische groei? Groei die noodzakelijk is om de schuldgraad terug te dringen.

In Griekenland zien we al wat de gevolgen zijn van de besparingsdrift. Zoveel besparingsplannen later zit de Griekse bevolking op de knieën, blijft de economie krimpen en is de schuldenberg alleen maar groter geworden. 

“Griekse economie krimpt forser dan verwacht”, titelden de kranten vorige week. Misleidende titel. Ernstige economen als Dean Baker of de nobelprijswinnaar Paul Krugman waarschuwen al maanden dat de saneringen de situatie alleen verergeren.

En als Griekenland ten onder gaat, sleurt het misschien ook landen als Spanje en Portugal mee. En komen de banken weer in de problemen die na de eerste bankencrisis massaal overheidsobligaties kochten. 

Het Duitse model

Ook het Europese vasteland bleef niet gespaard van het neoliberalisme in de voorbije dertig jaar, maar toch hielden de lonen hier wat beter stand dan in de VS. Net nu lijkt daar een einde aan te komen. Duitsland voert sinds 2005 een beleid van loonmatiging. Tussen 2005 en 2009 kwamen er 2,6 miljoen armen bij. De lage lonensector telt ondertussen al 6,5 miljoen werknemers. Zij werken hard voor nettolonen tussen 4 en 6 euro per uur.

Om de eurocrisis te bezweren zien de huidige generatie Europese leiders maar één oplossing. Alle overheden moeten op dieet. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble (CDU) schreef het maandag nog in The Financial Times onder de titel ‘Why austerity is only cure for the eurozone’:

“The recipe is as simple as it is hard to implement in practice: western democracies and other countries faced with high levels of debt and deficits need to cut expenditures, increase revenues and remove the structural hindrances in their economies, however politically painful.”

Schäuble houdt vast aan de neoliberale economische theorie waarvoor geen enkel bewijs bestaat: door hard te snoeien keert het vertrouwen bij consumenten en producenten terug waarna de economie opnieuw kan groeien.

Beter geen regering dan…

De cijfers spreken dat tegen. Europese landen die saneerden zien hun groei stilvallen. België steekt er met een groei van 0,7 procent in het tweede kwartaal  bovenuit. “Why is that, if you’ve been following the story, laugh-aloud funny?”, vraagt de Britse schrijver en journalist John Lanchester zich af in een artikel in The London Review of Books.

“Because Belgium doesn’t have a government. Thanks to political stalemate in Brussels, it hasn’t had one for 15 months. No government means none of the stuff all the other governments are doing: no cuts and no ‘austerity’ packages. In the absence of anyone with a mandate to slash and burn, Belgian public sector spending is puttering along much as it always was; hence the continuing growth of their economy. It turns out that from the economic point of view, in the current crisis, no government is better than any government – any existing government.”

Geen regering is dus beter dan een regering die bespaart op uitkeringen, onderwijs, gezondheidszorg of openbare diensten en die de belastingen van de middeninkomens verhoogt.

Zolang politici vast blijven houden aan die recepten, zal de economische groei stokken, zullen de beurzen manisch-depressief blijven, komen de banken weer in de gevarenzone en blijft de toekomst van de euro onzeker.

Je hoeft geen Dr. Doom te heten om dat te zien.

take down
the paywall
steun ons nu!